Verkeer - Nieuwe verkeersregels vanaf 2008
De aangepaste verkeersregels en verkeersborden vanaf 1 april 2008. Op 1 april 2008, 1 mei 2009 en 1 juli 2010 zijn er een aantal belangrijke wijzigingen en/of aanvullingen van de verkeersregels doorgevoerd. De verandering van de verkeersregels zijn nodig om de regels aan te passen aan de eisen van het heden en de toekomst, om de verkeersveiligheid te vergroten en meer duidelijkheid te geven aan de verschillende groepen van weggebruikers. De verkeersregels -die bij verkeersdeelname van belang zijn, zijn vastgelegd in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; het RVV 1990Nieuwe verkeersregels met ingang van 1 juli 2010
Rouwstoet en voorrangEen gemotoriseerde rouwstoet mag op een gelijkwaardig kruispunt niet doorsneden worden. Dit betekent dat weggebruikers op kruispunten zonder verkeerslichten, voorrangsborden of haaientanden de volgauto's van een rouwstoet voorrang moeten verlenen, ongeacht van welke kant de rouwstoet komt (weggebruikers: geldt dus voor bestuurders, maar ook voor voetgangers).
Verplichte vlag voor de gemotoriseerde rouwstoet
Het eerste voertuig van de rouwstoet moet zich aan de normale voorrangsregels houden. Een voetganger of een bestuurder van een gehandicaptenvoertuig die bij een zebrapad wil oversteken, moet een naderende rouwstoet die de officiële vlaggen voert, voor laten gaan.De bestuurder van een autobus die van een bushalte binnen de bebouwde kom wil wegrijden, moet een officiële rouwstoet die van achteren nadert, voor laten gaan.
Brombakfiets
Bestuurders van een brombakfiets waarvan de voorwielen een diameter hebben van meer dan 40 cm, hoeven geen helm te dragen.
Parkeerplaats en onderborden
Parkeerplaatsen kunnen door middel van onderborden gereserveerd worden voor een bepaald doel, bijvoorbeeld het afzetten en ophalen van passagiers of het opladen van elektrische auto’s.
Ligplaatsen bij personenvervoer
Het gebruik van ligplaatsen in bussen, taxi’s en personenauto’s is toegestaan, mits deze ligplaatsen aan bepaalde eisen voldoen.
Parkeerplaats voor gehandicapten
Onterecht gebruik maken van een gehandicaptenparkeerplaats is niet meer mogelijk.
Richtingaanwijzers op de fiets
Fietsen mogen voorzien zijn van richtingaanwijzers.
Busstrook en busbaan
Bestuurders van lijnbussen, trams en andere voertuigen die gebruik mogen maken van een busstrook of busbaan, mogen over verdrijvingsvlakken en puntstukken rijden, die in een busstrook of busbaan liggen.
Nieuwe verkeersborden
Er worden twee nieuwe verkeersborden ingevoerd met de betekenis:
gesloten voor autobussen (C7a) en gesloten voor vrachtauto’s en autobussen (C7b).
Nieuwe verkeersregels met ingang van 1 mei 2009
Lichte aanhangwagen naar 90 kilometer per uurVanaf 1 mei 2009 mag u met een personenauto of bestelauto die een lichte aanhangwagen met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3500 kilo trekt, op autowegen en autosnelwegen 90 kilometer per uur rijden. Tot 1 mei 2009 geldt de maximumsnelheid van 80 kilometer per uur.
Zware kampeerauto's 80 kilometer per uur
Vanaf 1 mei 2009 mag u met een zware kampeerauto met een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kilo die afgeleid is van een vrachtwagen, op autowegen en autosnelwegen niet harder rijden dan 80 kilometer per uur. Vanwege de verkeersveiligheid geldt voor dit soort zware campers dezelfde maximumsnelheid als voor gewone vrachtwagens.
Instellen parkeerschijf alleen nog handmatig
Vanaf 1 mei 2009 mag u het tijdstip van aankomst op de parkeerschijf alleen nog handmatig instellen. Een parkeerschijf met een mechanisme dat het tijdstip van aankomst automatisch verschuift, mag u dus niet meer gebruiken. Ook moet u vanaf 1 mei 2009 de parkeerschijf achter de voorruit van de auto plaatsen. De parkeerschijf moet van buitenaf duidelijk zichtbaar zijn.
Gehandicaptenparkeerplaatsen en de parkeerschijf
Vanaf 1 mei 2009 moet u op een gehandicaptenparkeerplaats waar met een bord een maximale parkeerduur is aangegeven ook een parkeerschijf gebruiken. Zo wordt tegengegaan dat hetzelfde voertuig te lang op een gehandicaptenparkeerplaats staat. Gehandicaptenparkeerplaatsen met een maximale parkeerduur hoeven niet voorzien te zijn van een blauwe streep.
Oneigenlijk gebruik van de uitrijstrook op autosnelweg
Vanaf 1 mei 2009 moet u als u na het verlaten van de doorgaande rijbaan op een uitrijstrook (uitvoegstrook) rijdt, deze uitrijstrook blijven volgen. U mag dus niet meer de doorgaande rijbaan verlaten, via de uitrijstrook een file op de doorgaande rijbaan inhalen en vervolgens weer invoegen.
Goedgekeurde verlichting op het voertuig
Vanaf 1 mei 2009 mogen de lichtarmaturen van uw auto alleen het type lamp hebben waarvoor ze zijn goedgekeurd. Gasontladingslampen (xenonlampen) geven veel meer licht dan halogeenlampen. Om te zorgen dat er geen weggebruikers door worden verblind, is het zeker voor gasontladingslampen van belang dat zij alleen worden gebruikt in speciaal daarvoor bestemde armaturen.
Nieuwe verkeersregels per 1 april 2008
MistlampenAls de mistlampen aan de voorzijde van het voertuig branden, hoeft het dimlicht niet gebruikt te worden.
Reden: Als de mistlampen en de dimlichten aan de voorzijde van de auto tegelijk branden, bestaat de kans dat je verblind wordt door de reflectie van je eigen dimlicht.
T-100 bussen
De maximumsnelheid van T-100 bussen wordt op de autowegen dezelfde als op de autosnelwegen, namelijk 100 km/uur.
Reden: Hiermee worden mogelijke onduidelijkheden rond de maximumsnelheid van T-100 bussen weggenomen.
Speciale dagrijlichten mogen aan
Bestuurders van een motorvoertuig mogen overdag dagrijlicht voeren.
Reden: Hiermee is het gebruik van dagrijlampen officieel geregeld.
Alleen passagiers vervoeren op échte zitplaats
U mag passagiers in de auto alleen vervoeren op een échte zitplaats, die gemaakt is voor het gebruik door volwassenen tijdens het rijden. Passagiers mogen dus tijdens het rijden niet zitten op een geïmproviseerde zitplaats of een zitplaats voor gebruik bij stilstand, zoals een zitbank in een camper. Er zijn uitzonderingen, bijvoorbeeld het vervoer van kinderen tot 1,35 meter op een standaard of achteraf ingebouwd bankje in een stationwagen en passagiers die gebruikmaken van een rolstoel.
Reden: Hierbij gaat het er om dat er tijdens het rijden gebruik wordt gemaakt van zitplaatsen die daarvoor ook geconstrueerd zijn. Dus niet van geïmproviseerde zitplaatsen of zitplaatsen voor gebruik bij stilstand.
Tijdelijke verkeerstekens gaan voor
Tijdelijke verkeerstekens op het wegdek gaan boven de andere verkeerstekens op het wegdek. Bij wegwerkzaamheden staan vaak tijdelijke verkeerstekens op het wegdek. Die gaan boven andere verkeerstekens op de weg.
Reden: Bij de aanwezigheid van tijdelijke verkeerstekens op het wegdek was het voor de weggebruikers soms niet duidelijk welk teken gevolgd moest worden.
Erf
Verkeerstekens die een maximumsnelheid aangeven, gaan niet boven de maximumsnelheid op een erf.
Reden: Hiermee wordt mogelijke onduidelijkheid rond de geldende maximumsnelheid op een erf weggenomen.
Matrixborden gelijk aan gewone verkeersborden
Elektronische verkeersborden (matrixborden) boven of naast de weg die bijvoorbeeld een maximumsnelheid aangeven, hebben voortaan dezelfde betekenis als 'gewone' verkeersborden. Maar staat er op het matrixbord een andere maximumsnelheid dan op het verkeersbord, dan geldt het bord met de laagste maximumsnelheid.
Reden: Hiermee worden mogelijke onduidelijkheden rond de geldende maximumsnelheid weggenomen, bijvoorbeeld bij files en wegwerkzaamheden.
Matrixbord 2
Verkeersborden mogen op een elektronisch signaleringsbord worden weergegeven.
Reden: De weergave van verkeersborden op matrixborden riep vragen op over de juridische status hiervan.
Nieuw vlak op het wegdek: het puntstuk
In de nieuwe verkeersregels komt een nieuw woord voor: 'puntstuk'. Dit is een vlak op het wegdek op de plaats waar wegen zich splitsen of bij elkaar komen. Puntstukken mogen, net als verdrijvingsvlakken, niet gebruikt worden. Daarop is één uitzondering. Als een puntstuk in een spitsstrook ligt, mogen de bestuurders die deze spitsstrook volgen, over het puntstuk heen rijden.
Reden: Het gebruik van puntstukken, zoals voor parkeren of voor gebruik bij het in- en uitvoegen op de autosnelweg kan onveilige situaties opleveren.
Bromfietsers 45 km/uur op de rijbaan
Op de rijbaan mogen bromfietsers en gemotoriseerde gehandicaptenvoertuigen voortaan 45 km/uur rijden. Let wel op, want op het (brom)fietspad blijft de maximumsnelheid voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen 30 km/uur binnen de bebouwde kom en 40 km/uur daarbuiten. De maximumsnelheid van de snorfiets blijft 25 km/uur.
Reden: Dat is veiliger, omdat deze snelheid beter aansluit bij de snelheid van de auto’s op de weg.
Gemotoriseerde gehandicaptenvoertuigen
Op de stoep of het voetpad mogen gemotoriseerde gehandicaptenvoertuigen niet harder rijden dan 6 km/uur. Dit in verband met de veiligheid van de voetgangers.
Reden: Het is veiliger als gehandicaptenvoertuigen op het trottoir of voetpad niet sneller gaan dan de voetgangers.
Skaters op de rijbaan
Skaters ook op het fietspad. Behalve op de stoep of het voetpad mogen skaters voortaan ook op het fietspad. En als er geen fietspad of stoep is, mogen skaters op de rijbaan.
Reden: Hiermee krijgen skaters meer mogelijkheden om zich te verplaatsen.
Aanhangwagens
Aanhangwagens, bestemd om door een motorvoertuig voortbewogen te worden, mogen niet geparkeerd worden op het voetpad, het trottoir, het fietspad, het fiets-/bromfietspad of het ruiterpad, ook niet als dat met de hand gebeurt.
Reden: Voor de verkeersveiligheid is het wenselijk op te kunnen treden tegen fout geparkeerde aanhangwagens, ongeacht de wijze waarop ze geparkeerd zijn.
Tot slot: gordels om
Bovenstaande verkeersregels zijn per 1 april 2008 ingegaan. Er gaat er ook nog één op 1 mei in. In auto's die op alle zitplaatsen gordels hebben, mogen niet méér inzittenden worden vervoerd dan er gordels zijn. Heeft u dus maar twee gordels op de achterbank, dan mogen er geen drie personen zitten.