Asociaal verkeersgedrag - Boete via strafrecht
De asociale automobilist -in de volksmond en de media ook wel asomobilisten of "verkeershufters" genoemd- worden per 1 januari 2015 -als zij een zware overtreding begaan- via het strafrecht aangepakt. De meeste kleine verkeersovertredingen worden via de wet Mulder afgedaan. Het betreft dan veelal een administratieve, anonieme, geldelijke afhandeling van de lichte verkeersovertreding. Sinds 2015 zijn een aantal zwaardere verkeersovertredingen onder het strafrecht komen te vallen zodat "verkeershufters" en veelplegers een naam en gezicht krijgen. Asomobilisten kunnen op deze manier individueel worden aangesproken op hun verkeersgedrag en zwaarder worden bestraft als het gedrag daar aanleiding toe geeft.
Asociaal verkeersgedrag 2015 - 2018
Een aantal overtredingen zijn met ingang van 1 januari 2015 overgebracht van
"de wet Mulder" naar het strafrecht. Het gaat om een aantal ernstige overtredingen die per 2015 via het Openbaar Ministerie (OM) worden afgehandeld. Hierdoor ontstaat voor het bevoegde gezag de mogelijkheid de individuele "verkeershufter" persoonlijk op zijn of haar gedrag aan te spreken en zwaardere straffen op te leggen, tot rijontzegging en celstraffen aan toe.
Strafrecht bij verkeersovertredingen
Voor 1 januari 2015 vielen personen die veel te hard reden of ernstige verkeersovertredingen op hun naam kregen al onder het strafrecht, evenals het rijden onder invloed. Personen die een dergelijke ernstige overtreding begingen konden al een strafblad krijgen en met strenge straffen en maatregelen worden aangepakt. Naarmate een delict vaker wordt gepleegd (recidive) kan het Openbaar Ministerie kiezen voor zwaardere straffen.
Verkeersovertredingen vallend onder het strafrecht 2015 - 2018
Bij de omschrijving van de feiten staat een verwijzing naar het artikel binnen
het RVV 1990, waar de overtreding betrekking op heeft.
Verkeersovertredingen voor bestuurders
Bestuurders zijn alle weggebruikers behalve voetgangers
Voor bestuurders geldt:
- Een bestuurder van een gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats oversteekt of kennelijk op het punt staat over te steken, niet voor laten gaan. (artikel 49.2)
- Een voertuig inhalen vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats. (artikel 12)
- Een andere bestuurder die links heeft voorgesorteerd en een teken geeft linksaf te willen slaan, links inhalen. (artikel 11.2)
- Een voetganger, die op een voetgangersoversteekplaats oversteekt of kennelijk op het punt staat over te steken, niet voor laten gaan. (artikel 49.2)
- Een persoon die zich moeilijk voortbeweegt niet voor laten gaan. (artikel 49.1)
- Een blinde, voorzien van een blindenstok niet voor laten gaan. (artikel 49.1)
- Als bestuurder van een motorrijtuig dat motorrijtuig niet op eerste vordering stilhouden. (artikel 82)
- Anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag en kan worden gereden dan 60 kilometer per uur, een autosnelweg gebruiken. (artikel 42.1)
- Als bestuurder van een motorvoertuig op een autosnelweg keren. (artikel 43.1)
- Als bestuurder van een motorvoertuig op een autosnelweg achteruitrijden. (artikel 43.1)
- Als bestuurder van een motorvoertuig op een autosnelweg deze op de rijbaan laten stilstaan. (artikel 43.2)
- Anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag en kan worden gereden dan 50 kilometer per uur, een autoweg gebruiken. (artikel 42.2)
- Als bestuurder van een motorvoertuig op een autoweg keren. (artikel 43.1)
- Als bestuurder van een motorvoertuig op een autoweg achteruitrijden. (artikel 43.1)
- Als bestuurder van een motorvoertuig op een autoweg deze op de rijbaan laten stilstaan. (artikel 43.2)
Verkeersovertredingen voor weggebruikers
Weggebruikers zijn
Voetgangers, fietsers, bromfietsers, bestuurders van gehandicaptenvoertuigen, van motorvoertuigen of van een tram, ruiters, geleiders van rij- of trekdieren of vee en bestuurders van een bespannen of onbespannen wagen. Voor weggebruikers geldt:
- Het niet opvolgen van aanwijzingen gegeven door middel van verlichte transparant op personen‐, bedrijfsauto of motorfiets van politie. (artikel 82a, 83)
- Niet stoppen voor een stopteken; gegeven door middel van een rode lamp. (artikel 83)
- Niet stoppen voor een stopteken; gegeven met een aan een politievoertuig aangebrachte verlichte transparant. (artikel 82a, 83)
- Niet opvolgen van de in de bijlage II RVV 1990 vastgestelde aanwijzingen; gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare ambtenaar. (bijl. II - aanwijzingen)
- Behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autosnelweg; over de vluchtstrook of vluchthaven rijden. (artikel 43.3)
- Behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autoweg over de vluchtstrook of vluchthaven rijden. (artikel 43.3)
- Bij verlicht rood kruis een rijstrook gebruiken. (artikel 73.b)
- Geen gevolg geven aan een door een opsporingsambtenaar ter zake van het verkeer op de weg gegeven aanwijzing. (artikel 82)
Lees verder