Vraag 01 t/m 20 | Vragen theorie |
---|---|
Vraag 01 | Bij passeren van dit bord mag je op de rijbaan maximaal rijden:
|
Vraag 02 | Dit bord geeft aan:
|
Vraag 03 | Dit bord geeft aan:
|
Vraag 04 | Dit bord waarschuwt voor:
|
Vraag 05 | Dit bord geeft aan:
|
Vraag 06 | Je rijdt op een voorrangsweg, je moet nu:
|
Vraag 07 | Je staat met je bromfiets voor een verkeerslicht:
|
Vraag 08 | Je nadert een stopbord en stopstreep, je moet:
|
Vraag 09 | Je parkeert je bromfiets in een parkeervak op de openbare weg:
|
Vraag 10 | Je slaat af in een verplichte rijrichting, je moet:
|
Vraag 11 | De minimale profieldiepte van je banden moet zijn:
|
Vraag 12 | Een paard en ruiter komen van rechts op een gelijkwaardig kruispunt:
|
Vraag 13 | Je gaat recht door een kruispunt over, een kruisende voetganger:
|
Vraag 14 | Je stopt bij een onderbroken gele streep:
|
Vraag 15 | Van rechts komt een auto uit een uitrit:
|
Vraag 16 | Bij dit verkeersbord:
|
Vraag 17 | Bij dit verkeersbord:
|
Vraag 18 | Rijdend vóór of op een rotonde:
|
Vraag 19 | Bij dit bord kun je een motorfiets:
|
Vraag 20 | Dit bord betekent:
|
Antwoorden en motivatie vraag 1 tot en met 20 |
---|
Vraag 01 B. Binnen de bebouwde kom is de maximum toegestane snelheid voor de bromfiets op de rijbaan 45 km. per uur. |
Vraag 02 A. Gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord zijn aangegeven. Je kunt dus wel tegemoetkomende bestuurders verwachten. |
Vraag 03 A. Gesloten voor alle motorvoertuigen. De bromfiets valt niet onder de categorie motorvoertuigen. |
Vraag 04 A. Een gevaarlijk kruispunt met vaak onvoldoende of matig zicht op de overige weggebruikers, Nader met gepaste snelheid. |
Vraag 05 B. Einde van alle door verkeersborden aangegeven verboden, dus op de rijbaan mag maximaal 45 km. per uur gereden worden. |
Vraag 06 B. Het verkeersteken (voorrangsbord) gaat in dit geval boven de verkeersregel. Jij rijdt op een voorrangsweg en hoeft te tram géén voorrang te verlenen. |
Vraag 07 B. De opstelstrook met een symbool van een fiets mag alleen gebruikt worden door fietsers en snorfietsers |
Vraag 08 B. Dit bord is geplaatst bij een onoverzichtelijke situatie/kruispunt. Je moet stoppen/stil staan voor de stopstreep. |
Vraag 09 B. Parkeervakken zijn aangelegd voor het parkeren van motorvoertuigen. Fietsen, snorfietsen en bromfietsen worden geplaatst op het trottoir, op het voetpad of in de berm dan wel op andere aangewezen plaatsen. |
Vraag 10 A. Bij afslaan heb je altijd de verplichting richting aan te geven |
Vraag 11 A. Over het gehele loopvlak moet de profieldiepte voldoende zijn. De grip op de weg zal echter afnemen naarmate de profieldiepte minder wordt. |
Vraag 12 B. Volgens de wet is een ruiter te paard een bestuurder. Op gelijkwaardige kruispunten geven bestuurders voorrang aan de voor hen van rechts komende bestuurders. |
Vraag 13 A. Rechtdoorgaand verkeer gaat voor afslaand verkeer op de zelfde weg, maar dit gaat niet op voor kruisend verkeer. |
Vraag 14 A. Even stil staan om een passagier op of af te laten stappen mag, parkeren niet. |
Vraag 15 B. De auto die uit de inrit komt voert een bijzondere manoeuvre uit en moet al het overige verkeer voor laten gaan. |
Vraag 16 A. Stop; verleen voorrang aan de bestuurders op de kruisende weg. Meestal betreft het hier een onoverzichtelijk kruispunt, STOP je bromfiets 2 seconden terwijl je goed kijkt, om jezelf te overtuigen dat je veilig door kunt rijden. |
Vraag 17 B. Doodlopende weg. Je mag deze straat gewoon inrijden ook al loopt deze dood. Je kunt wel tegemoetkomende (gekeerde) bestuurders verwachten. |
Vraag 18 A. Vlak voor of op een rotonde mogen motorvoertuigen en bromfietsen anders dan rechts rijden. Let bij een zijdelingse verplaatsing of inhalen of voorbij gaan wel goed op het overige verkeer. |
Vraag 19 A. Gesloten voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen. Een motorfiets (zonder zijspan) kun je dus wel op de rijbaan verwachten. |
Vraag 20 B. Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven. Pas op: het betreft géén éénrichtingsverkeer. Deze borden zijn meestal geplaatst waar afslaan gevaar oplevert, of daar waar de verkeers-doorstroming of verkeersafhandeling te zeer belemmerd wordt als de borden niet zouden zijn geplaatst. |
Vraag 21 t/m 40 | Vragen theorie |
---|---|
Vraag 21 | Je hebt remschijven op je brommer:
|
Vraag 22 | De uitlaat van je bromfiets produceert 95 decibel:
|
Vraag 23 | Je maakt gebruik van een doodlopende weg:
|
Vraag 24 | Je wacht in fietsopstelstrook:
|
Vraag 25 | Je haalt een links voorgesorteerde auto rechts in:
|
Vraag 26 | Je broer of zus is 7 jaar oud:
|
Vraag 27 | Vlak voor of op een rotonde:
|
Vraag 28 | Aan de rechterzijde van de weg ligt een fiets-suggestie-strook:
|
Vraag 29 | Voor het berijden van een bromfiets heb je:
|
Vraag 30 | Groot licht mag je gebruiken:
|
Vraag 31 | Je rijdt overdag met dimlicht:
|
Vraag 32 | De bandenspanning kun je het beste meten:
|
Vraag 33 | Je laat een duo-passagier op 4 meter van een zebrapad afstappen:
|
Vraag 34 | Welke benzine is meer belastend voor het milieu:
|
Vraag 35 | Je stopt even bij een bushalte om de weg te vragen:
|
Vraag 36 | Dit bord betekent:
|
Vraag 37 | Dit bord geeft aan:
|
Vraag 38 | Bij naderen van een kruispunt met dit bord:
|
Vraag 39 | Op het fietspad mag ik met de bromfiets:
|
Vraag 40 | Bij een 30-km-zone wordt het bord:
|
Antwoorden en motivatie vraag 21 tot en met 40 |
---|
Vraag 21 B. Het remsysteem is niet onderhoudsvrij en moet geregeld gecontroleerd en/of bijgevuld worden. |
Vraag 22 A. 95 decibel valt nog net binnen de norm. Het maximum aantal toegestane decibellen is 97. |
Vraag 23 A. Een doodlopende weg mag je altijd in rijden, je zal hooguit moeten keren om je weg te kunnen vervolgen. |
Vraag 24 B. Een fietsstrook is herkenbaar aan het symbool van een witte fiets op het wegdek. Je moet hier de regels van motorvoertuigen volgen en mag de doorgetrokken markering van de fietsstrook niet overrijden |
Vraag 25 B. Een naar links voorgesorteerd voertuig mag je rechts inhalen. Blijf wel letten op de ruimte die je hebt met oog op andere bestuurders. |
Vraag 26 B. Een kind onder de 8 jaar dat achterop zit moet voldoende steun hebben voor rug, handen en voeten (kinderzitje). |
Vraag 27 B. Vlak voor en op een rotonde mogen bestuurders van motorvoertuigen en bromfietsen anders dan rechts rijden. |
Vraag 28 B. Een fiets-suggestie-strook mag je als dit nodig is gebruiken, een fietsstrook in principe niet. |
Vraag 29 B. Als de rijbevoegdheid je ontzegd is, mag je gedurende deze periode geen bromfiets rijden. |
Vraag 30 B. Bij dag mag je onder geen enkele omstandigheid groot licht voeren. |
Vraag 31 A. Dimlicht mag je -om jezelf in het verkeer beter zichtbaar te maken- altijd voeren. Bij slecht zicht overdag en bij nacht is het voeren van dimlicht verplicht. |
Vraag 32 B. Bij warmte zet de lucht in de band uit, zodat je de bandenspanning bij voorkeur bij koude banden kunt meten. |
Vraag 33 B. Binnen 5 meter van een VOP mag je niet parkeren of stilstaan, daar je anders het zicht rondom het zebrapad belemmert. (een voetgangersoversteekplaats, afgekort VOP, wordt in het degelijks taalgebruik zebrapad genoemd). |
Vraag 34 A. Gelode benzine bevat meer looddeeltjes; dit is slecht voor de mens en het milieu. |
Vraag 35 B. Bij een bushalte mag je alleen stoppen voor het onmiddellijk op of af laten stappen van een passagier. |
Vraag 36 A. Verbod fietsen en bromfietsen te plaatsen/te stallen. Dus geldt dit ook voor snorfietsen. |
Vraag 37 B. Éénrichtingsweg (tevens de verplichte rijrichting). Dit onderscheidt is belangrijk omdat je bij éénrichtingsverkeer in principe geen tegemoetkomende bestuurders hoeft te verwachten. Let wel op onderborden die uitzonderingen aangeven. |
Vraag 38 B. Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg. Dus géén verkeer, want dan zou het behalve voor de bestuurders ook voor voetgangers gelden. |
Vraag 39 B. Onverplicht fietspad. Hier mag je met de bromfiets niet rijden. Met de snorfiets mocht dit in het verleden wel met uitgeschakelde motor, maar ook dit is niet meer toegestaan. |
Vraag 40 B. Begin 30-km-zone. Het bord wordt niet herhaald, zodat je jezelf tijdens het rijden in dit gebied steeds bewust moet blijven van de maximale snelheid van 30 km. Het einde van de zone wordt aangegeven door het bord "einde zone". |
Vraag 41 t/m 60 | Vragen en antwoorden theorie |
---|---|
Vraag 41 | Bij een stop van langere duur:
|
Vraag 42 | Binnen de bebouwde kom mag je op de rijbaan na het bord einde 30 km-zone:
|
Vraag 43 | Kinderen spelen op jouw weghelft:
|
Vraag 44 | Rode reflectoren staan in de berm:
|
Vraag 45 | Het verkeerslicht springt op geel, dit betekent:
|
Vraag 46 | Je blijft naast een andere bromfietser rijden:
|
Vraag 47 | Je keert met de brommer op de weg, je moet:
|
Vraag 48 | Je haalt een fietser in en je houdt een onderlinge afstand aan van:
|
Vraag 49 | Een onverplicht fietspad mag je:
|
Vraag 50 | Je haalt een fietser bij harde wind in op 50 cm. onderlinge afstand:
|
Vraag 51 | Je stopt bij een stopstreep bij een stopbord om een kruisende voetganger voor te laten gaan:
|
Vraag 52 | Links voorsorteren op een weg met éénrichtingsverkeer voor alle bestuurders:
|
Vraag 53 | Je rijdt met een snelheid van 35 km. Je volgafstand tot een voorligger is ongeveer:
|
Vraag 54 | Op een rotonde rijdend mag je:
|
Vraag 55 | Je rijdt de bebouwde kom uit, je snelheid is maximaal:
|
Vraag 56 | Bij een bushalte mag je stoppen om:
|
Vraag 57 | Bij nadering van dit bord:
|
Vraag 58 | Dit bord geldt voor:
|
Vraag 59 | Voor je dit bord passeert:
|
Vraag 60 | Je rijdt op een voorrangsweg, een tram van rechts:
|
Antwoorden en motivatie vraag 41 tot en met 60 |
---|
Vraag 41 A. Bij een langere stop (plusminus 1 minuut) zet je de motor af. Start wel rustig op het moment dat je weer door kunt. |
Vraag 42 A. De maximum toegestane snelheid voor bromfietsen binnen de bebouwde kom is op de rijbaan 45 km. per uur. |
Vraag 43 A. Je mag altijd een signaal geven ter afwending van dreigend gevaar voor jezelf of voor anderen. |
Vraag 44 A. Reflectoren laten het verloop van de weg of een bocht zien. Rode reflectoren staan rechts van de rijbaan, witte links. Als ezelsbruggetje: rode reflectoren lijken op voorliggers (rechts - achterlichten), witte op tegemoet komend verkeer (links - koplampen). |
Vraag 45 B. Als het redelijkerwijs mogelijk is moet je stoppen voor een geel (oranje) verkeerslicht, dus geen gas bijgeven. |
Vraag 46 A. Alleen fietsers mogen met tweeën naast elkaar rijden als zij het verkeer niet hinderen. Bromfietsers en snorfietsers niet, ook al moeten snorfietsers de regels voor fietsers volgen. |
Vraag 47 B. Bij het keren op de rijbaan voer je een bijzondere manoeuvre uit en moet je al het overige verkeer voor laten gaan (dus ook voetgangers). |
Vraag 48 B. Een fietser en iedere andere instabiele of kwetsbare weggebruiker haal je op ruime, veilige afstand in. |
Vraag 49 B. Een onverplicht fietspad is door fietsers te gebruiken (en eventueel voetgangers). Bromfietsers en snorfietsers mogen het onverplichte fietspad alleen gebruiken als zij met het voertuig aan de hand lopen. |
Vraag 50 A. Een onderlinge afstand van 0.50 meter is onveilig. Valt er niet in te halen met een afstand van minimaal één meter, dan blijf je achter de fietser tot er voldoende ruimte is. |
Vraag 51 B. Voorrang is geregeld tussen bestuurders onderling. Het voor laten gaan geldt niet voor de kruisende, overstekende voetgangers. |
Vraag 52 B. Als het éénrichtingsverkeer voor alle bestuurders geldt, mag je zoveel mogelijk links voorsorteren. Je hoeft in deze situatie geen tegemoet komende bestuurders te verwachten. |
Vraag 53 A. Globaal reken je voor jezelf: de rijsnelheid gedeeld door 2 plus 10%. Dit is wel het minimum, een grotere volgafstand kan veiliger zijn. |
Vraag 54 B. Vlak voor of op een rotonde mag je anders dan rechts rijden en dus ook rechts inhalen/voorbij gaan. Kijk wel goed uit voor andere bestuurders die de goede rijlijn niet aanhouden of een zijdelingse verplaatsing maken naar een andere rijstrook.. |
Vraag 55 A. Zowel binnen als buiten de bebouwde kom mag je met de bromfiets -op de rijbaan- maximaal 45 km. per uur rijden. |
Vraag 56 B. Bij een bushalteplaats mag je officieel alleen stoppen voor het onmiddellijk op of af laten stappen van een passagier. |
Vraag 57 A. Het betreft hier een verbod voor bestuurders door te gaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting. Dus ook voetgangers moet je hier voor laten gaan. Het tegemoet komende verkeer treft verkeersbord F6. |
Vraag 58 B. Gesloten voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen. Snorfietsers volgen de regels van fietsers en vallen hier ook onder, maar hoeven niet apart vermeld te worden. |
Vraag 59 A. Einde erf. in een erf geldt een maximum toegestane snelheid van 15 km/u (voorheen stapvoets). Voetgangers mogen een erf over de volle breedte gebruiken, voetgangersvoorzieningen (trottoir, VOP) ontbreken ….vandaar extra voorzichtigheid bij het rijden in een erf. |
Vraag 60 A. Voorrangsweg. Een tram laat je altijd voor gaan, tenzij verkeersborden of verkeerslichten anders aangeven. Dit is één van de zeldzame situaties waarbij je een tram géén voorrang hoeft te verlenen. |
Vraag 61 t/m 80 | Vragen en antwoorden theorie |
---|---|
Vraag 61 | Je bent begonnen met wachten op een trein voor gesloten spoorbomen bij de spoorwegovergang, je moet:
|
Vraag 62 | Als je met de bromfiets de rijbaan moet volgen:
|
Vraag 63 | Je snelheidsmeter is stuk, je mag:
|
Vraag 64 | De politie voert een alcoholcontrole uit:
|
Vraag 65 | Je rijdt de bebouwde kom binnen op het fiets-/bromfietspad, je rijdt:
|
Vraag 66 | Je rijdt op de fietsstrook, dit:
|
Vraag 67 | Je haalt een voertuig rechts in:
|
Vraag 68 | Je veroorzaakt met je bromfiets schade aan een ander voertuig:
|
Vraag 69 | Lopend met de bromfiets in de hand:
|
Vraag 70 | Je rijdt bij nacht, binnen de bebouwde kom met groot licht:
|
Vraag 71 | Je bromfiets parkeer je:
|
Vraag 72 | Een kind op skeelers dat rijdt op de rijbaan:
|
Vraag 73 | Een voetganger bij een zebrapad/VOP moet je:
|
Vraag 74 | Je bromfiets parkeer je op het trottoir bij een gele doorgetrokken streep:
|
Vraag 75 | De belangrijkste rem op de bromfiets is:
|
Vraag 76 | De chauffeur van de autobus geeft op de halte aan weg te willen rijden:
|
Vraag 77 | Als je een inrit in rijdt, of een uitrit uit rijdt:
|
Vraag 78 | Jij wilt recht door, een tegemoetkomende, afslaande tram moet je:
|
Vraag 79 | Een verkeersbrigadier geeft een stopteken:
|
Vraag 80 | Je rijbewijs wordt ingevorderd bij een snelheidsovertreding van:
|
Antwoorden en motivatie vraag 61 tot en met 80 |
---|
Vraag 61 A. Als je een langere stop vermoedt, (meer dan plusminus 1 minuut) zet je de motor af, dit is minder belastend voor het milieu. |
Vraag 62 B. Je blijft een bestuurder van een bromfiets, maar volgt de (voorrang)regels zoals die gelden voor een motorvoertuig. |
Vraag 63 A + B. In enkele gevallen zouden beide antwoorden goed kunnen zijn. Bromfietsen die in gebruik zijn genomen na 31 december 2006 moeten zijn voorzien van een goed werkende snelheidsmeter. Indien eerder in gebruik genomen, hoeft het niet, maar mag je de maximumsnelheid niet overschrijden. Dit is dan je eigen risico. |
Vraag 64 A. Aan een alcoholcontrole moet je altijd je medewerking verlenen; ook als je niet gedronken hebt. |
Vraag 65 B. De maximum toegestane snelheid voor bromfietsen op de weg, binnen de bebouwde kom op een fiets-/bromfietspad is 30 km. per uur. |
Vraag 66 B. Fietsers en snorfietsers mogen de fietsstrook volgen, bromfietsers niet, zij volgen de rijbaan |
Vraag 67 B. Rechts inhalen/voorbij gaan mag als de andere bestuurder naar links voorgesorteerd heeft en te kennen heeft gegeven af te willen slaan. |
Vraag 68 A. Een WA-verzekering (wettelijke aansprakelijkheidsverzekering) is verplicht, en bedoeld om schade berokkend aan derden (anderen) te vergoeden. |
Vraag 69 B. Met een bromfiets aan de hand ben je voetganger, je moet nu ook de regels voor voetgangers volgen. |
Vraag 70 B. Bij nacht mag je altijd groot licht voeren, zo lang je andere weggebruikers maar niet hindert of verblindt. Op de dag mag je nooit groot licht voeren. |
Vraag 71 B. Parkeren in parkeervakken is niet voor bromfietsers bedoeld. Je plaatst je bromfiets op het trottoir, het voetpad, de berm of een andere aangegeven plaats. |
Vraag 72 B. Een kind dat 'speelt' op de rijbaan blijft een voetganger. Let wel op onvoorspelbaar en speels gedrag van kinderen en het feit dat ze de verkeersregels mogelijk niet kennen. |
Vraag 73 A. Een voetganger die op een VOP wil oversteken moet je altijd voor laten gaan, zonder dat de voetganger hier aan hoeft te twijfelen. |
Vraag 74 A. Bestuurders op de rijbaan mogen hier niet parkeren of stilstaan. De regel geldt niet voor het trottoir. |
Vraag 75 A. De voorrem zorgt voor ongeveer 2/3 van het remvermogen. |
Vraag 76 A. Het voor laten gaan geldt alleen binnen de bebouwde kom, als de buschauffeur door middel van de richtingaanwijzer aan heeft gegeven van de halte weg te willen rijden. Let ook op instappende en uitstappende passagiers rondom de bus. |
Vraag 77 A. Bij het inrijden van een inrit of het uitrijden van een uitrit, geldt de verplichting al het overige verkeer (dus ook voetgangers) voor te laten gaan. |
Vraag 78 A. Tenzij anders geregeld door verkeersborden of verkeerslichten, laat je een tram altijd voor gaan. |
Vraag 79 A. Meestal zal je 'klaarovers' of verkeersbrigadiers tegen komen bij scholen en drukke kruispunten rond in- en uitgaan van scholen. Aanwijzingen door hen gegeven moet je opvolgen. |
Vraag 80 B. Op de bromfiets geldt dat bij 30 kilometer per uur of meer te hard rijden dat je rijbewijs ingevorderd kan worden. |
Alsem, 29-06-2009
Goede testen zijn dit zeg! Ik ga ze nog eff goed leren, over 2 dagen examen, dan zie ik op het zijn vruchten afgeworpen heeft :P
Reactie infoteur, 29-06-2009
Beste Alsem,
Bedankt voor je positieve reactie.
Succes met je examen… en
misschien is de gevaarherkenning nog wat voor je;
http://auto-en-vervoer.infonu.nl/verkeer/14101-gevaarherkenning-verkeerstheorie-1-maart-2009.html
http://auto-en-vervoer.infonu.nl/verkeer/36095-verkeersborden-en-verkeersinzicht-gevaarherkenning.html
http://auto-en-vervoer.infonu.nl/verkeer/21588-verkeersborden-nederland-plus-gevaarherkenning.html
Mvg - Sjaak
Sjon, 14-04-2008
Dit is het beste wat ik tot nu toe heb gehad, goede vragen en goede uitleg. Wat wil je nog meer :-) Bedankt mensen.
Reactie infoteur, 14-04-2008
Dank je Sjon, goed om te lezen.
Mvg - Sjaak
Christy, 17-03-2008
Hartstikke handig zeg, dit artikel, duidelijk op een rijtje, bedankt :-)
Reactie infoteur, 17-03-2008
Leuk om te horen Christy, ik hoop dat je er wat aan hebt!
Mvg - Sjaak
Hoi, 11-09-2007
Bord F5 (vraag 7) betekent alle BESTUURDERS, niet alle verkeer!
Reactie infoteur, 12-09-2007
Ik moet je teleurstellen, de letterlijke omschrijving is:
Verbod voor bestuurders door te gaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting.