Straatje keren of steken - Bijzondere verrichting
De bijzondere verrichting 'straatje keren' zal het meest bekend zijn. Officieel spreek je van 'keren door middel van steken'. Keren door middel van steken is een bijzondere verrichting die je in de auto moet kunnen uitvoeren. Hierbij moet je keren op een niet te brede weg in 3 stappen. Binnen de omkeeropdracht tijdens je examen kan het zijn dat je (een variant) op het straatje keren toe moet passen, waarbij je de nodige vrijheid in de keuze hebt. Wat zijn de noodzakelijke handelingen die bij het straatje keren noodzakelijk zijn en welk kijkgedrag pas je hierbij toe?
Autorijles - Straatje keren of omkeeropdracht
Het "straatje keren" geldt als een bijzondere verrichting. Bij het uitvoeren van een bijzondere verrichting of bijzondere manoeuvre geldt dat je al het overige verkeer voor moet laten gaan en de doorstroming zo min mogelijk mag belemmeren.
Volg je autorijles, dan zal de instructie voor het straatje keren niet nieuw zijn. Wel kan het een aanvulling zijn om het één en ander eens rustig in je eigen omgeving -stap voor stap- door te lezen, zonder de stress van het verkeer om je heen.
Rondom de auto kijken
Voor en tijdens de uitvoering van de bijzondere verrichting "straatje keren" kijk je rondom de auto. Dit kijken gebeurt stapsgewijs volgens een bepaalde volgorde, namelijk:
- Binnenspiegel.
- Vóór de auto.
- Buitenspiegel(s).
- Over de schouder{s).
- Achter de auto (afhankelijk van de oefening).
Straatje keren - Keren door middel van drie keer steken
(klik op de foto's voor een vergroting)
Let allereerst op of je in de bewuste straat wel mag keren. Let hierbij vooral op de verkeersborden: C3, C4 en C2 (éénrichtingsweg)
Voorbereiding van het straatje keren
- Breng de auto tot stilstand, ongeveer 15 cm vanaf de stoeprand/trottoirband, minimaal 10 meter na de bocht.
- Houd rekening met obstakels (lantaarnpalen bomen e.d.), zodat je hier geen hinder van hebt tijdens de uitvoering van de bijzondere verrichting.
- De auto/het stuur recht plaatsen, evenwijdig aan de trottoirband of bermrand, voor aanvang van de oefening.
- Voer de bijzondere verrichting stapvoets, met slippende koppeling uit. Met slippende koppeling wil zeggen dat je het koppelingspedaal tijdens de uitvoering van de verrichting rondom het aangrijpingspunt houdt, zodat de auto gecontroleerd in beweging blijft rollen.
Uitvoering van het straatje keren
- Schakel in de 1ste versnelling.
- Laat de koppeling rustig opkomen, geef een weinig gas, zodat de auto in beweging komt.
- Stuur vlot geheel naar links, zodra de auto in beweging komt en rijd rustig door.
- Op ongeveer 50 cm afstand van de stoeprand (deze verschijnt dan rechts onder in je voorruit), stuur je alvast rustig, maar vloeiend een slag terug naar rechts en laat de auto zeer rustig tegen de stoeprand rollen.
- Rem eventueel licht bij, zodat je niet op de stoep of in de graskant komt.
- Let op tonronding waardoor de auto sneller door kan rollen dan de bedoeling is.
- Schakel in de achteruit versnelling.
- Laat de koppeling rustig opkomen, geef een weinig gas, zodat de auto in beweging komt.
- Stuur -zodra de auto in beweging is- volledig -vlot en soepel- door naar rechts.
- Zodra de neus van de auto haaks op de wegas staat, stuur je zo vlot mogelijk volledig naar links en
- laat je de auto zeer rustig naar achteren tegen de stoeprand aan rollen (rem eventueel weer licht bij).
- Schakel in de eerste versnelling en maak de oefening af.
- Laat de koppeling weer rustig opkomen, geef een weinig gas, zodat de auto in beweging komt.
- Stuur daarbij zodra de auto in beweging is verder naar links en zorg dat je netjes op je eigen (rechter)weghelft uitkomt, waarna je de weg vervolgt in de gewenste rijrichting.
Tonronding
Bedenk dat de auto door aflopende, "bolle" bestrating (=tonronding) sneller/harder tegen de stoeprand aan kan rollen. Rem eventueel bij, of "speel" met de koppeling rond het aangrijpingspunt. De tonronding op de weg zorgt voor afvloeiing van het regenwater naar de weerszijden van de weg.
Kijkgedrag bij het straatje keren
- Bij het tot stilstand komen: vóór en tijdens het remmen in binnen- en buitenspiegel (achterop komend verkeer). Kijk of je wel veilig kunt remmen en zo ja hoe je het remmen moet doseren. Geef een duidelijk signaal met rem, richtingaanwijzer of alarmlichten als de situatie hierom vraagt.
- Vóór aanvang van het straatje keren kijk je rondom de auto en vooral goed over je linker schouder (dode hoek) om jezelf er van te overtuigen dat je verrichting veilig uit kunt voeren. Bij aanvang van deze bijzondere verrichting hoef je géén richting aan te geven; je start tenslotte pas nadat je al het overige verkeer voor hebt laten gaan en de doorstroming niet in gevaar brengt.
- Blijf tijdens de uitvoering goed rondom de auto kijken (je komt op de andere weghelft - tegenliggers!)
- Laat het eventuele overige verkeer voor gaan (stop!). Belemmer je de doorstroming, maak dan de oefening vlot af. Zoek eventueel oogcontact met de andere weggebruiker(s) en zorg voor duidelijkheid.
- Schakel pas in de achteruit versnelling, als je daadwerkelijk ook achteruit kan en mag rijden. Anderen kunnen schrikken van je achteruitrijlichten, of twijfelen aan wat je gaat doen.
- Kijk weer rondom, maar vooral ook achter de auto tijdens het achteruit rijden.
- Kijk bij het wegrijden ook weer rondom (tegenliggers, overrijden van de wegas!).
- Tot slot kijk je over je linker schouder (dode hoek) en bij afronding van het straatje keren doe je de na-controle in je spiegels. Je bevindt je tenslotte weer in een nieuwe verkeerssituatie.
Lees verder