Examen voor het rijbewijs B - Opdrachten en zelfreflectie
Exameneisen voor het rijbewijs B als afsluiting van je autorijlessen. Enige jaren geleden is het startschot gegeven voor de invoering van het zelfstandig uitvoeren van de bijzondere manoeuvres en de bijzondere verrichtingen, die de "oude" bijzondere verrichtingen bij het examen-B (personenauto) bij het CBR hebben aangevuld/vervangen. Zelfstandigheid binnen het auto rijden en zelfreflectie -van jou als examenkandidaat over het eigen kunnen- lagen aan de basis van de invoering van het vernieuwde praktijkexamen. Het huidig examen voor het rijbewijs B sluit meer aan bij de vaardigheden die -binnen het dagelijks verkeer- van jou als automobilist verlangd wordt. Waar moet je tijdens het praktijkexamen voor het rijbewijs B (onder andere) aan voldoen en waar let je op!
Het praktijkexamen voor het rijbewijs B
Zelfstandig route rijden - Examen rijbewijs B
Sinds 1 maart 2009 gelden de volgende wijzigingen of aanvullingen bij het afleggen van het praktijkexamen B (rijbewijs auto).
Bij het zelfstandig rijden van een route moet je tijdens het rijden kunnen laten zien dat je in staat bent onder eigen verantwoordelijkheid de juiste en veilige beslissingen te nemen. Dit onderdeel duurt ongeveer 10 á 15 minuten.
Je moet de route zelfstandig kunnen rijden door:
Vooraf aangegeven bestemming of oriëntatiepunt
Dit houdt in dat de je zelfstandig naar een vooraf aangegeven oriëntatiepunt moet kunnen rijden. Dit kan een voor jou bekende bestemming zijn of -als je plaatselijk minder bekend bent- een duidelijk in de verte zichtbaar gebouw of object.
Rijden met behulp van het navigatiesysteem
Hierbij moet je -na opdracht van examinator het navigatiesysteem zelfstandig instellen op een door de examinator opgegeven straat en huisnummer. Bij het volgen van de koers moet je er zelf rekening mee te houden dat de kans bestaat dat het navigatiesysteem je door een straat wil sturen waar je niet in mag (b.v. borden geslotenverklaring C1 en C2). Je moet dan zelf een juiste en veilige oplossing vinden voor dit probleem. Daarnaast moet je bedacht zijn op het niet goed functioneren of op een gebrek aan het navigatiesysteem (ook zelf op blijven letten).
Opdrachten tijdens het examen - De clusteropdracht
Het clusteren van opdrachten is een lastige opgave. Je moet maximaal 5 opdrachten achter elkaar kunnen onthouden, vergelijkbaar met iemand die de weg vraagt. Op het aangegeven eindpunt kan je een nieuwe cluster van opdrachten ontvangen. Als je een vergissing hebt gemaakt is dat niet erg. Zoek in dat geval zelf een veilige plaats om stil te gaan staan, zodat je verdere aanwijzingen kan vragen.
Wat zijn de voorwaarden bij de clusteropdracht? De opdracht moet of kan:
- Alle soorten wegen inhouden: binnen de bebouwde kom, buiten de bebouwde kom en op autowegen en autosnelwegen.
- Minimaal 3 en maximaal 5 herkenningspunten inhouden.
- Bij voorkeur worden gegeven wanneer je buiten het verkeer stilstaat.
- De methode dient gedurende minimaal 10 min. te worden toegepast.
- In de opdracht worden, zoveel mogelijk, markante punten gebruikt in verband met de herkenbaarheid hiervan.
Bijvoorbeeld: de opdracht zou kunnen luiden
Ga bij de T-splitsing links, ga na het tankstation rechts, ga voor de kerk links en probeer tot slot zo dicht mogelijk na de eerste bushalte te parkeren.
- Tijdens het zelfstandig route rijden mag je - indien noodzakelijk- verdere aanwijzingen vragen tijdens het rijden. (stoppen mag, maar is niet verplicht)
- Tijdens het rijden met het navigatiesysteem is het bepalen van de routevariant aan de examinator. Deze kan naar behoefte kiezen voor de kortste of de snelste route, snelweg vermijden en dergelijke. Het is dan ook belangrijk dat je rijschool of rij-instructeur (of jij zelf)) het adres van het CBR onder de favorieten in de navigatie-apparatuur opslaat.
(Aankomen op de plaats van bestemming is niet het belangrijkste, maar wel het op een zelfstandige wijze komen tot verantwoorde en veilige keuzes.)
Uitvoeren van Bijzondere manoeuvres of bijzondere verrichtingen
Tijdens het zelfstandig route rijden is het toegestaan om een parkeeropdracht, stopopdracht of een hellingproef te laten uitvoeren. Dit geldt niet voor de omkeeropdracht.
Voor het parkeren in een straat wordt geen richtpunt opgegeven. Je moet zelf een geschikte plaats in de betreffende straat kiezen.
De opdrachten kunnen bestaan uit:
- Omkeeropdracht.
- Parkeeropdracht.
- Stopopdracht.
Doel bij het uitvoeren van de
bijzondere verrichting(en) is dat je moet kunnen laten zien dat je zelfstandig tot een juiste (en creatieve) uitvoering van een bijzondere verrichting komt. Je kunt twee van de drie genoemde bijzondere verrichten verwachten, waarbij bij één van verrichtingen
achteruit gereden moet worden.
Beoordeling van het praktijkexamen
Naast de beheersing van het voertuig, het kijkgedrag en het verlenen van voorrang of voor laten gaan, is ook het maken van een veilige keuze voor wat betreft de plaats van handeling van essentieel belang. De omkeeropdracht, parkeeropdracht of stopopdrachten worden je rijdend gegeven. Als extra kan je opdracht krijgen een
hellingproef uit te voeren.
1. Omkeeropdracht
Tijdens de rit krijg je de opdracht om met de auto te keren en de andere kant op te rijden. Het is dan aan jou om een plek te bepalen waar je dit het meest logisch en het veiligste kan doen, waarbij je het overige verkeer (inclusief voetgangers) zo min mogelijk mag hinderen. Je moet er rekening mee te houden dat er bij de uitvoering van een opdracht geen verkeersovertredingen worden begaan.
Bijvoorbeeld
De bocht achteruit een straat in- of uitrijden waar je niet in of uit mag komen of straatje keren bij bijvoorbeeld éénrichtingsverkeer of bij een geslotenverklaring.
De omkeeropdracht kun je bijvoorbeeld uit voeren door middel van
- Keren steken (”straatje keren”)
- De halve draai.
- Keren via een uitrit (inrit)
- Bocht achteruit.
- Via een parkeerplaats of parkeervak.
2. Parkeeropdracht
Bij de parkeeropdracht maak je zelfstandig een keuze afhankelijk van de beschikbare ruimte en mogelijkheden waar je kunt parkeren.
- Voor of achteruit in een parkeervak.
- Parkeren in file (voor of achteruit) of
- Parkeren langs de zijde van de rijbaan.
De opdrachten mag je zowel rechts als links van de rijbaan uit voeren.
Formulering van de parkeeropdracht
Bijvoorbeeld: parkeren in een straat. De opdracht zou dan kunnen luiden: "het is de bedoeling dat je de auto in deze straat zo dicht mogelijk parkeert bij straatnummer …".
Bij parkeren op een parkeerplaats. De opdracht zou kunnen luiden: "het is de bedoeling dat je de auto zo dicht mogelijk bij de ingang van het overdekte winkelcentrum parkeert''.
3. Stopopdracht
Je moet na het krijgen van de stopopdracht zo kort mogelijk achter een ander voertuig stoppen om vervolgens weer zelfstandig vooruit rijdend aan het verkeer te kunnen gaan deelnemen.
Formulering van de stopopdracht
De opdracht zou kunnen luiden: ”stop zo dicht mogelijk achter die rode bestelwagen, maar wel zodanig dat je weer vooruit je weg kunt vervolgen”.
Toetsing en Gevaarherkenning
Je moet (mogelijke) gevaren kunnen herkennen en hierop op een veilige en adequate wijze kunnen reageren.
Herkennen van en reageren op gevaren
Voor een veilige en verantwoorde verkeersdeelname is het belangrijk dat mogelijke gevaren tijdig onderkend worden (waarnemen), je er vervolgens de juiste consequenties aan verbindt (voorspellen en evalueren) en er tenslotte de juiste beslissingen en handelingen aan koppelt.
Motiveren van gemaakte keuzes
Bij de situatiebevraging wordt er achteraf nagegaan welke stappen je hebt doorlopen bij het oplossen van de voorgaande verkeerssituatie én of je de gemaakte keuzes goed kan onderbouwen op basis van de volgende punten/criteria:
- De omgang met het voertuig.
- Beoordeling van de veiligheid.
- Rekening houden met de doorstroming.
- Sociaal rijgedrag.
- Milieubewust rijgedrag.
Het doel hiervan is om voor jezelf inzicht te krijgen in je vaardigheden, om gevaren tijdig te herkennen en op een adequate wijze op deze gevaren te reageren en juist te handelen. Dit onderdeel neemt 1 à 2 minuten in beslag.
Formulering van de opdracht
Er wordt voorafgaand aan een min of meer complexe verkeerssituatie aangegeven dat er na deze situatie gestopt moet worden om de situatie te bespreken, of nadat je een willekeurige situatie hebt voltooid wordt aangegeven waar even gestopt wordt om deze situatie te bespreken.
Situatiebevraging
Situatiebevraging kan in de beoordeling worden betrokken. Situatiebevraging kan zowel een positieve als een negatieve invloed hebben op de beoordeling. Je moet dan aangeven:
- Wat je gedaan hebt.
- Welke afwegingen jij daarbij gemaakt hebt.
- Maximaal 2 van de 5 boven genoemde criteria benoemen.
- Aangeven hoe je gekomen bent tot de oplossing.
Milieubewust rijden - Het Nieuwe Rijden
Dit houdt in dat de je in staat moet zijn om milieubewuste keuzes te kunnen maken en hierna te handelen zoals onder andere beschreven staat in "Het Nieuwe Rijden". Volgens het principe van
Het Nieuwe Rijden houd je onder andere rekening met:
- Schakelen - schakel zo vroeg mogelijk op naar een hogere versnelling, tussen de 2000 en 2500 toeren.
- Rijden - rijd zoveel mogelijk met een gelijkmatige snelheid en een laag motortoerental in een zo hoog mogelijke versnelling.
- Vooruitkijken - kijk zo ver mogelijk vooruit en anticipeer op het overige verkeer.
- Uitrollen - Zie je dat je snelheid moet minderen of moet stoppen voor een verkeerslicht, laat dan tijdig gas los en laat de auto in de versnelling van dat moment uitrollen.
- Motor uitzetten - zet de motor uit bij stops, waarbij je vermoedt dat deze langer gaan duren dan 1 minuut en start daarna kort voor vertrek weer zonder gas te geven.
- Bandenspanning - controleer maandelijks de bandenspanning.
- Cruise control - maak -als dit logisch of noodzakelijk is- gebruik van de apparatuur en hulpmiddelen in de auto zoals: toerenteller, cruise control en boordcomputer.
- Energieverbruikers - ga bewust om met energieverbruikers zoals, airconditioning (plusminus 25% brandstoftoename), achterruitverwarming (plusminus 10% brandstoftoename) en onnodig voeren van verlichting. Maar denk bijvoorbeeld ook aan geopende autoramen en de autoradio. Zet deze dus uit wanneer je ze niet meer nodig hebt.
Je moet in staat zijn je eigen vaardigheden te kunnen inschatten (je zelfbeeld) en een motivatie van je rijgedrag. Je beoordeelt je eigen prestaties door het invullen van het zelfreflectie formulier. Je eigen beoordeling wordt dan vergeleken met het vertoonde rijgedrag tijdens je examen en de bevindingen van de examinator..
Of je een realistisch beeld hebt van je eigen capaciteiten en beperkingen wordt voor het examen het zogenaamde
zelfreflectieformulier ingevuld waarbij je zelf een cijfer geeft voor een aantal belangrijke aspecten over veilig en verantwoord rijgedrag. Deze zelfbeoordeling wordt door de examinator bij het bespreken van de einduitslag betrokken.
Evaluatie van de autorijles dankzij Google Maps
Heb je autorijles in Amsterdam, Rotterdam of Groningen, dan is er nu een unieke mogelijkheid om de autorijles of je rijexamen bij het CBR virtueel opnieuw te rijden. Begin dit jaar heeft Google namelijk Google Maps geïntroduceerd. Dit programma geeft je een gedetailleerd overzicht van vele wegen en de omgeving, met daarbij de mogelijkheid je ook daadwerkelijk te verplaatsen alsof je in de lesauto rijdt. Zo kan je de omgeving van de rijles evalueren, thuis de verkeerssituatie op je gemak bekijken enz.
Rijlessen in de omgeving van het CBR te Amsterdam
Voor personen die in Amsterdam hun rijles volgen heb je met behulp van Google Maps de mogelijkheid gericht vragen stellen, gekoppeld aan de reële situatie (
Virtueel autorijden in Amsterdam). Het verkeersbeeld mag dan wel afwijken, maar de wegen en de verkeerstekens bieden hulp om een beter onderbouwd antwoord te kunnen geven.
Lees verder