Theorie Oefenen - Test voorrang verlenen en verkeersregels

Theorie Oefenen - Test voorrang verlenen en verkeersregels Is het nu voorrang verlenen of voor laten gaan? Wat zijn de verkeersregels? Binnen de bebouwde kom vinden de meeste ongevallen plaats op kruispunten, waar bijna altijd sprake is van voorrang verlenen (bestuurders) of van voor laten gaan (voetgangers). Door de weggebruiker wordt een veilige deelname aan het verkeer onder andere bevorderd door het kennen en toepassen van de verkeersregels, verkeerstekens, voldoende verkeersinzicht en gevaarherkenning. Doe de test met vragen over onder andere ''voorrang verlenen'' of ''voor laten gaan''. Een aantal definities en aandachtspunten die belangrijk zijn voor het toepassen van de verkeersregels helpen je hierbij.

Voorrang verlenen en regels op kruispunten

Voorrang verlenen: het de betrokken bestuurders in staat stellen ongehinderd hun weg te vervolgen.
  • Bestuurders mogen een kruispunt niet blokkeren.
  • Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen van rechts komende bestuurders.
  • Uitzondering: bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg.
  • Uitzondering: bestuurders verlenen voorrang aan bestuurders van een tram.
  • Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer dat hen op dezelfde weg tegemoet komt of dat op dezelfde weg zich naast dan wel links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan (uitgezonderd een tram) "rechtdoorgaand verkeer op dezelfde gaat voor''.
  • Bestuurders die naar links afslaan, moeten tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt naar rechts afslaan voor laten gaan (uitgezonderd een tram). ''korte bocht gaat voor lange bocht''.
  • Verkeerstekens gaan boven verkeersregels, voor zover deze regels onverenigbaar zijn met deze tekens.
  • Weggebruikers mogen militaire colonnes en uitvaartstoeten van motorvoertuigen niet doorsnijden.
  • Weggebruikers laten voorrangsvoertuigen die optische- en geluidssignalen voeren voor gaan.

Direct naar de test voorrang verlenen, voor laten gaan, verkeersregels en verkeerstekens

Definities verkeersdeelnemers

(regels en definities die van belang kunnen zijn bij het verlenen van voorrang of het voor laten gaan)
  • Bestuurders: alle weggebruikers behalve voetgangers.
  • Weggebruikers: voetgangers, fietsers, bromfietsers, bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, van een motorvoertuig of van een tram, ruiters, geleiders van rij- of trekdieren of vee en bestuurders van een bespannen of onbespannen wagen. Weggebruikers zijn verplicht gevolg te geven aan de verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden.
  • Verkeer: alle weggebruikers.
  • Voorrangsvoertuig: motorvoertuig dat optische en geluidssignalen voert (zoals voorgeschreven). Weggebruikers moeten bestuurders van voorrangsvoertuigen voor laten gaan.

Voor laten gaan van verschillende categorieën weggebruikers

Voetgangers

  • Bestuurders moeten blinden, voorzien van een witte stok met één of meer rode ringen, en overigens alle personen die zich moeilijk voortbewegen, voor laten gaan.
  • Bestuurders moeten voetgangers en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats oversteken of kennelijk op het punt staan zulks te doen, voor laten gaan.
  • Voetgangers mogen de rijbaan gebruiken, indien zij een colonne, een optocht of een uitvaartstoet vormen en moeten dan benaderd worden als bestuurders.
  • Voetgangers mogen wegen gelegen binnen een erf over de volle breedte gebruiken. De regels van voor laten gaan zijn echter gelijk aan de regels buiten een erf.

Autobus

Binnen de bebouwde kom moeten bestuurders aan bestuurders van een autobus de gelegenheid geven van een bushalte weg te rijden, wanneer de bestuurder van die autobus door het geven van een teken met zijn richtingaanwijzer zijn voornemen om weg te rijden kenbaar maakt. Dit geldt niet voor bestuurders van een motorvoertuig dat behoort tot een militaire colonne of een uitvaartstoet van motorvoertuigen.

Voor laten gaan van passagiers van een tram of bus

  • Bestuurders die een stilstaande tram of autobus willen voorbijrijden aan de zijde waar passagiers in- en uitstappen, moeten aan hen daartoe gelegenheid geven.
  • Dit geldt niet als er bij de halte een bordes is aangelegd waar passagiers zich veilig wachtend op kunnen stellen.

Trein of tram voor laten gaan op een overgang

  • Weggebruikers mogen een overweg opgaan, indien zij direct kunnen doorgaan en de overweg geheel kunnen vrijmaken.
  • Bij overwegen laten weggebruikers een spoorvoertuig voorgaan en laten daarbij de overweg geheel vrij

Voor laten gaan bij het uitvoeren van een bijzondere manoeuvre

Bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren, zoals wegrijden, achteruitrijden, uit een uitrit de weg oprijden, van een weg een inrit oprijden, keren, van de invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden, van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden en van rijstrook wisselen, moeten het overige verkeer voor laten gaan

Om te onthouden

  • Het verlenen van voorrang geldt tussen bestuurders onderling.
  • "Rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor".
  • "Korte bocht gaat voor lange bocht".
  • "Kijk je de voetganger in de nek of het gezicht, dan is voor laten gaan -bij afslaan- verplicht".
  • Verkeerstekens gaan boven verkeersregels.
  • Verkeerslichten gaan boven verkeerstekens die de voorrang regelen.
  • Aanwijzingen van het bevoegd gezag (politie, brigadiers) gaan boven verkeerstekens.

Gelegenheidsvoorrang

Er kunnen situaties ontstaan waarbij bestuurders elkaar onderling voorrang moeten verlenen en dit niet tot een oplossing leidt; het verkeer staat dan als het ware vast. Één of meerdere bestuurder zullen dan het initiatief moeten nemen om de ander voorrang te verlenen om de doorstroming op gang te brengen.
Bijvoorbeeld: op een gelijkwaardig kruispunt komt uit alle vier de rijrichtingen een bestuurder die rechtdoor wil rijden. Een ieder moet de ander dan voorrang verlenen, omdat ze ten opzichte van elkaar van rechts komen. Houden één of meerdere bestuurders enige afstand tot het kruispunt aan en/of gebaren zij dat ze de intentie hebben de ander voorrang te verlenen, dan geeft dit duidelijkheid en lost het probleem zich op.

Verkeersborden die de voorrang regelen

B1B1
B2B2
B3B3
B4B4
B5B5
B6B6
B7B7

Vragen voorrang verlenen, voor laten gaan en verkeersregels

(controleer na de vragen de antwoorden en bekijk de motivatie)
U rijdt met de auto op de rijbaan. Een kruisende voetganger met een blindenstok geeft te kennen over te willen steken. Er is geen zebra (VOP)U rijdt met de auto op de rijbaan. Een kruisende voetganger met een blindenstok geeft te kennen over te willen steken. Er is geen zebra (VOP)
Vraag 01:
Geef de volgorde van voorrang:
A. Auto, voetganger.
B. Voetganger, auto.
Vraag 02:
Geef de volgorde van voorrang:
A. Auto 2, auto 1.
B. Auto 1, auto 2.
Vraag 03:
Geef de volgorde van voorrang:
A. Fietser 4, auto 1, auto 2, auto 3.
B. Auto 1, auto 3, auto 2, fietser 4.
C. Auto 1, auto 3, fietser 4, auto 2.
Vraag 04:
Geef de volgorde van voor laten gaan:
A. Auto 1, voetganger 2.
B. Voetganger 2, auto 1.
Fietser 2 blijft de rotonde volgenFietser 2 blijft de rotonde volgen
Vraag 05:
Geef de volgorde van voorrang:
A. Fietser 2, auto 1.
B. Auto 1, fietser 2.
Vraag 06:
Geef de volgorde van voorrang:
A. Auto 4, auto 3, auto 1, auto 2.
B. Auto 4, auto 1, auto 3, auto 2.
C. Auto 3, auto 4, auto 2, auto 1.
Vraag 07:
Geef de volgorde van voorrang of voor laten gaan:
A. Auto 1, auto 2, voetganger 3.
B. Voetganger 3, auto 1, auto 2.
U verlaat de uitrit bij uw woning met de auto. Van links komt een voetganger. Van rechts komt een fietserU verlaat de uitrit bij uw woning met de auto. Van links komt een voetganger. Van rechts komt een fietser
Vraag 08:
Geef de volgorde van voorrang of voor laten gaan:
A, Fietser, auto, voetganger.
B. Voetganger en fietser, auto.
Vraag 09:
Geef de volgorde van voorrang:
A. Auto 3, auto 1, fietser 4, auto 2.
B. Auto 3, auto 1, auto 2, fietser 4.
Vraag 10:
Geef de volgorde van voor laten gaan:
A. Auto 1, voetganger 2.
B. Voetganger 2, auto 1.
Vraag 11:
Geef de volgorde van voorrang:
A. Motor 1, auto 2.
B. Auto 2, motor 1.
Vraag 12:
De maximum toegestane snelheid na passage van de verkeersborden is:
A. 100 km/u
B. 130 km/u
Vraag 13:
Geef de volgorde vaan voorrang.
A. Groene auto, rode auto, witte auto.
B. Witte auto, rode auto, groene auto
Vraag 14:
Geef de volgorde van voorrang:
A. fietser, lesauto
B. lesauto, fietser
Vraag 15:
Geef de volgorde van voorrang of voor laten gaan:
A. rode auto, lesauto, fietser, voetganger
B. fietser, rode auto, lesauto, voetganger
C. fietser en voetganger, rode auto, lesauto
Vraag 16:
Het verkeersbord 30-km-zone wordt na iedere zijstraat:
A. herhaald
B. niet herhaald
Vraag 17:
Vanaf passage van het verkeersbord is de maximum toegestane snelheid:
A. maximum 15 km/u
B. niet bepaald, maar omschreven als "stapvoets"
Vraag 18:
Geef de volgorde van voorrang:
A. lesauto, fietser B, fietser A
B. fietser B, fietser A, lesauto
Vraag 19:
Mag de lesauto over het kruispunt even stoppen om een passagier uit te laten stappen:
A. Ja
B. Nee
Vraag 20:
Vanaf de passage van het verkeersbord H1 geldt voor de lesauto een maximum toegestane snelheid van:
A. 50 km/u
B. 80 km/u
Vraag 21:
U parkeert uw auto op deze wijze, mag dat:
A. Ja
B. Nee
Vraag 22:
Geef de volgorde van voorrang of voor laten gaan:
A. tram, lesauto
B. lesauto, tram
Vraag 23:
Geef de volgorde van voorrang:
A. fietser B, fietser A, rode auto
B. rode auto, fietser B, fietser A
Vraag 24:
U stopt met de lesauto langs de gele belijning om een passagier uit te laten stappen. Mag dat:
A. Ja
B. Nee
Vraag 25:
Heeft het eerste voertuig van een millitaire colonne hier voorrang:
A. Ja
B. Nee

Antwoorden en motivatie

Vraag 01. B: Voetganger, auto

Bestuurders moeten blinden, voorzien van een witte stok met 1 of meer strepen -en overigens alle personen die zich moeilijk voortbewegen- voor laten gaan.

Vraag 02. A: Auto 2, auto 1.

Bestuurders die naar links afslaan, moeten tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt naar rechts afslaan voor laten gaan. Oftewel: "korte bocht gaat voor lange bocht'.

Vraag 03. C: Auto 1, auto 3, fietser 4, auto 2.

Auto 1 en auto 3 rijden op een voorrangsweg. Auto 3 slaat af en moet auto 1 die rechtdoor rijdt voorrang verlenen. Tussen fietser 4 en auto 2 -die beiden voorrang moeten verlenen aan auto 1 en auto 3- geldt: "rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer". Auto 2 gaat dus als laatste.

Vraag 04. B: Voetganger 2, auto 1.

Het is duidelijk dat de voetganger wil oversteken op het VOP (zebra, oftewel voetgangersoversteekplaats). De voetganger gaat als eerste. Daarbij geldt ook nog voor de bestuurder van de auto dat deze het kruispunt niet mag blokkeren gedurende de tijd dat hij wacht op de overstekende voetganger.

Vraag 05. A: Fietser 2, auto 1.

Voor de auto geldt dat hij de kruisende bestuurders voorrang moet verlenen. Dit wordt kenbaar gemaakt door plaatsing van verkeersbord B6 in combinatie met haaientanden. Verkeersbord B6 betekent: "verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg".

Vraag 06. A: Auto 4, auto 3, auto 1, auto 2.

Auto 1 en 2 hebben een stopbord (B7). Verkeersbord B7 betekent: "stop: verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg. Auto 2 slaat af en gaat dus als laatste.
Auto 3 en 4 rijden beide op een voorrangsweg (verkeersbord B1). Auto 4 rijdt op de voorrangsweg rechtdoor, daar waar auto 3 afslaat. Auto 4 gaat dan voor auto 3

Vraag 07. B: Voetganger 3, auto 1, auto 2.

Voetganger 3 gaat rechtdoor op dezelfde weg en gaat dus als eerste voor. Voor auto 1 geldt: "korte bocht gaat voor lange bocht" en gaat dus voor auto 2.

Vraag 08. B: Voetganger en fietser, auto.

De voetganger en de fietser kunnen gelijktijdig doorgaan. Het in- en uitrijden van een uitrit is een bijzondere manoeuvre. Voor de bestuurder van de auto geldt: "bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren, zoals wegrijden, achteruitrijden, uit een uitrit de weg oprijden, van een weg een inrit oprijden, keren, van de invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden, van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden en van rijstrook wisselen, moeten het overige verkeer voor laten gaan"

Vraag 09. A: Auto 3, auto 1, fietser 4, auto 2

Auto 3 gaat voor auto 1, omdat deze rechtdoor rijdt op een voorrangsweg (verkeersbord B1). Voor fietser 4 en auto 2 geldt: "rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor". Auto 2 gaat dus als laatste.

Vraag 10. B: Voetganger 2, auto 1.

De voetganger gaat rechtdoor, daar waar de bestuurder van de auto afslaat. De geplaatste verkeersborden en de verkeerstekens op de weg hebben in deze situatie geen betekenis (gelden voor bestuurders onderling).

Vraag 11. A: Motor 1, auto 2.

Auto 2 komt wel van rechts, maar motor 1 volgt de weg in de "afbuigende voorrang" (verkeersbord B1 plus onderbord).

Vraag 12. B. 130 km/u

Op autosnelwegen is de maximum toegestane snelheid voor personenauto's 130 km/u, tenzij anders aan gegeven

Vraag 13. A. groene auto, rode auto, witte auto

De witte auto gaat als laatste, want deze heeft verkeersbord B7 en moet de bestuurders op de kruisende weg voorrang verlenen. Tussen de groene en rode auto geldt: "korte bocht gaat voor lange bocht". De groene auto gaat dus als eerste

Vraag 14. A. fietser, lesauto

Hier geldt de standaardregel dat een bestuurder de -voor hem van rechts komende- bestuurder voorrang moet verlenen

Vraag 15. C. fietser en voetganger, rode auto, lesauto

Voor de bestuurders van de auto's geldt dat zij de voetganger op het VOP voor moeten laten gaan. De voetganger en fietser gaan beide als eerste, mede omdat de fietser van rechts komt ten opzichte van de rode auto en rechtdoorgaand verkeer is ten opzichte van de lesauto. De rode auto komt van rechts voor de lesauto. De lesauto gaat dus als laatste

Vraag 16. B. niet herhaald

Een 30-km-zone wordt aangegeven bij het inrijden van de zone. Bij het uitrijden van een 30-km-zone is het bord "einde 30-km-zone" geplaatst. Het verkeersbord wordt -in tegenstelling tot bijvoorbeeld verkeersbord E1 en E2- niet na iedere zijstraat herhaald

Vraag 17. A. maximum 15 km/u

Vanaf 1 juli 2012 is de regel "stapvoets" gewijzigd in maximaal 15 km/u. De Hoge Raad had de maximum snelheid -in een uitspraak-al eerder op maximaal 15 km/u gesteld

Vraag 18. B. fietser B, fietser A, lesauto

Allen zijn bestuurders. De bestuurder van de lesauto moet voorrang verlenen aan fietser A. Fietser A moet op zijn beurt voorrang verlenen aan fietser B

Vraag 19. B. Nee

Voor de rechterzijde van de weg over het kruispunt geldt een verbod stil te staan. Ook even vrijwillig stilstaan is niet toegestaan

Vraag 20. A. 50 km/u

Het verkeersbord H1 geeft de bebouwde kom aan. Binnen de bebouwde kom geldt voor personenauto's een maximum toegestane snelheid van 50 km/u. Kijk hier voor overige maximum snelheden

Vraag 21. B. Nee

Binnen een afstand van vijf meter tot een kruispunt mag niet geparkeerd worden. Dit geldt voor alle kruispunten, dus ook voor een T-splitsing of Y-splitsing

Vraag 22. A. tram, lesauto

Het betreft regels tussen bestuurders onderling, maar de tram van links vormt hier een uitzondering op. Tenzij verkeerslichten of verkeersborden anders aangeven, moet je de bestuurder van een tram altijd voor laten gaan

Vraag 23. B. rode auto, fietser B, fietser A

Fietser B komt op een gelijkwaardig kruispunt voor fietser A van rechts. Vervolgens komt de rode auto van rechts voor fietser B

Vraag 24. A. Ja

Langs een onderbroken gele belijning mag gestopt worden voor het onmiddellijk in- of uit laten stappen van passagiers en/of het onmiddellijk in- en uitladen van goederen. Bij een doorgetrokken gele belijning mag dit niet

Vraag 25. B. Nee

Het voorrang verlenen aan de militaire colonne zou wel gelden als het eerste voertuig door groen licht gereden zou zijn. Nu het verkeerslicht rood is, moet de militaire colonne stoppen voor het rode verkeerslicht

Lees verder

© 2012 - 2024 Jvd, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Voorrang verlenen of voor laten gaan op kruispunt en VOPVoorrang verlenen of voor laten gaan op kruispunt en VOPWanneer spreek je bij verkeersdeelname van voorrang verlenen en wanneer van voor laten gaan? Bij het verlenen van voorra…
Autorijles - Kruispunt herkennen en voorrang verlenenAutorijles - Kruispunt herkennen en voorrang verlenenHerken kruispunten bij het naderen en pas de juiste manier van kijken toe. Een kruispunt is een kruising of splitsing va…
Wie heeft er voorrang?Wie heeft er voorrang?Verkeersregels: wie heeft er voorrang? Soms is het onduidelijk wie er voorrang heeft op een kruising of een T-splitsing.…
Aanrijdingen op kruisingen, wie is aansprakelijk?Aanrijdingen op kruisingen, wie is aansprakelijk?Het overkomt je, ineens heb je te maken met een aanrijding. Niet alleen het ongemak van schade en de tijd en de geld die…

Het nieuwe rijden - Een bewuste manier van autorijdenHet nieuwe rijden - Een bewuste manier van autorijdenHet nieuwe rijden. Tips en aandachtspunten voor je praktijkexamen bij het behalen van je rijbewijs! Een onderdeel van he…
Nationaal Verkeersexamen - Theorie voor auto en scooterNationaal Verkeersexamen - Theorie voor auto en scooterIn 2012 stond het Nationaal Verkeersexamen (theorie vragen voor het examen voor auto en scooter/brommer) in het teken va…
Bronnen en referenties
  • Autorij-instructie.nl
  • Afb. MvD
  • CROW
Reacties

De Bruijn, 07-10-2016
Vraag: heb ik het recht als autobestuurder om mijn voorrang te pakken als ik deze niet krijg? Reactie infoteur, 07-10-2016
Beste de Bruijn,

Nee, voorrang moet je krijgen en mag je nooit nemen. Daarnaast mag je het gedrag van een ander bij deelname aan het verkeer ook niet verergeren.

Mvg - Sjaak

Maarten, 12-08-2016
Een auto en fiets naderen een T splitsing. Ze staan naast elkaar opgesteld. De auto moet rechtsaf, de fietser linksaf. Mag de auto voor ("korte bocht gaat voor lange bocht op dezelfde weg") daarbij de fietser snijdend? Of mag de fietser voor (fietser gaat nog een stukje rechtdoor, dus afbuigende auto moet voorrang geven)? Reactie infoteur, 15-08-2016
Beste Maarten,

De links afslaande fietser gaat hierbij voor.
De volgende regel is van toepassing:
Artikel 18 van het RVV 1990
"Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer dat hen op dezelfde weg tegemoet komt of dat op dezelfde weg zich naast dan wel links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.

Mvg - Sjaak

Mark, 08-06-2016
Stel ik sta met met mij auto voor de haaientanden op een kruispunt, ik wil rechtsaf maar er staat ook een voetganger die wil oversteken? wie heeft er dan voorrang is het dan gewoon: kijk ik een voetganger in het oor dan gaan WIJ voor. Reactie infoteur, 08-06-2016
Beste Mark,

De haaientanden gelden niet voor de voetganger, maar alleen tussen bestuurders onderling. Zelf als het een bestuurder zou zijn, zou je deze voor moeten laten gaan.
Haaientanden betekenen namelijk: "verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg"
Als jij afslaat zul je altijd een rechtdoorgaande andere weggebruiker voor moeten laten gaan, of dit een voetganger of bestuurder is, maakt niet uit.
Voor deze voetganger of bestuurder ben jij namelijk geen kruisend verkeer, maar afslaand verkeer en geldt de vereenvoudigde regel "rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor".

Mvg - Sjaak

Lon, 03-05-2016
Ik heb een vraagje over militaire colonnes. Ik begrijp niet wanneer je deze wel of niet voor moet laten gaan… want ik dacht dat ik de theorie erachter wel begreep, maar als ik er een theorievraag over krijg heb ik die altijd fout.

Ook heb ik een vraag over het bord met slipgevaar en modder en het gebruik van headphones in de auto. Hoort bij de eerst genoemde ook een langere remweg en mag je bv. bellen met een headphone in de auto?

Als u me zou kunnen helpen, zou dat super fijn zijn! Alvast bedankt! Reactie infoteur, 03-05-2016
Beste Lon,

Kijk voor de gemotoriseerde rouwstoet even bij het volgend artikel:
http://auto-en-vervoer.infonu.nl/verkeer/14820-verkeer-nieuwe-verkeersregels-vanaf-2008.html

Modder op de weg geeft -vooral bij regen- gladheid en dus slipgevaar. Maar… in b.v. landbouwgebieden kan vette klei ook slipgevaar opleveren als het wegdek niet nat is.
Zo kan er b.v. ook slipgevaar ontstaan als het wegdek nat wordt na een lange periode van droogte. Door de regen worden olie en vuil opgeweekt, wat tot gladheid kan leiden.

Wat het bellen betreft, mag je geen telefoon vasthouden; met een headset/handsfree mag het wel.
Zie ook:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/verkeersveiligheid/vraag-en-antwoord/mag-ik-bellen-in-de-auto

Mvg - Sjaak

Decleer Ronny, 14-04-2016
Een vraagje over een situatie op een kruispunt zonder borden of lichten.

we bevinden ons op een kruispunt. Auto 1 bevindt zich links en wil rechtdoor rijden. Auto 2 staat rechts van voertuig 1 en wil links afslaan. Auto 3 komt van rechts ten opzichte van auto 2 en wil ook links afslaan. Wie heeft er nu eerst voorrang? Uiteindelijk kom je in een situatie terecht dat iedereen van rechts komt. Naar mijn mening mag auto 1 eerst rijden omdat hij geen manoeuvre uitvoert. Graag zou ik het juiste antwoord weten. Dank U! Reactie infoteur, 15-04-2016
Beste Ronny,

Als ik de situatie goed begrijp is hier sprake van gelegenheidsvoorrang en zal één der bestuurders op eigen initiatief een ander voor moeten laten gaan.
Het meest praktische zou zijn als bestuurder 3 enige afstand tot het kruispunt aanhoudt, zodat bestuurder 1 aan bestuurder 2 voorrang kan verlenen.
Vervolgens bestuurder 2, want rechtdoor gaand verkeer en als laatste bestuurder 3.

Mvg - Sjaak

Jani, 11-02-2016
Stel: ik rijd op een voorrangsbaan met voorsorteervak naar links, wil een u turn uitvoeren linksom (het mag). Moet ik dan voorrang verlenen op het voertuig dat uit een zijstraat komt met stopbord en haaientanden op de baan, en die de zelfde richting uit wil naar waar ik links om draai? Reactie infoteur, 11-02-2016
Beste Jani,

De (voorrangs) weg loopt officieel van tuin tot tuin of van sloot tot sloot. Je blijft dus rijden op een voorrangsweg, ook al keer je op dezelfde weg.
In het beschreven geval voer je echter een bijzondere manoeuvre uit (keren). Bij het uitvoeren van een bijzondere manoeuvre moet je al het overige verkeer voor laten gaan.

Mvg - Sjaak

Wim van Schijndel, 15-01-2016
Stelling:

Voertuig A rijdt op een weg met gelijkwaardige splitsing / kruising
Voertuig A wil op de splitsing / kruising linksaf gaan ( richtaanwijzer linksaf )

Voertug B rijdt achter voertuig A en wil gewoon rechtdoor rijden.

Mag voertuig B hier voertuig A links inhalen? Reactie infoteur, 15-01-2016
Beste Wim,

De hoofdregel is "inhalen geschiedt links" en
"bestuurders die links voorgesorteerd hebben en te kennen hebben gegeven dat zij naar links willen afslaan, worden rechts ingehaald".

Verder geldt:
"bestuurders die afslaan, moeten het verkeer dat hen op dezelfde weg naast dan wel links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan".

Één en ander is dus afhankelijk van de exacte situatie van het moment. Veilig is inhalen vlak voor of op een kruispunt in ieder geval niet, ook al staat er niet beschreven dat dit niet mag.
Wel is een eventuele "inhaler" aan te spreken op artikel 5 van de wegenverkeerswet als hem of haar gevaarlijk gedrag verweten kan worden. Dit moet dan wel aangetoond kunnen worden.
(het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt -of kan worden- veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt -of kan worden- gehinderd.

Kortstondig is de geschetste situatie overigens wel geregeld geweest, maar de regel is later weer ingetrokken.
Zie: http://www.verkeerspro.nl/verkeerskunde/2014/03/06/inhalen-als-iemand-afslaat-geef-je-verstand-eens-voorrang/

Mvg - Sjaak

Hans Bongers, 08-05-2015
Ik heb een meningsverschil met mijn zwager. Bij mij in de wijk is een kruispunt zoals in figuur 2. Horizontaal is een voorrangsweg en vertikaal een gewone weg. Voor de 2 auto's staan haaientanden op de weg. Mijn zwager zegt dat de auto met de lange bocht voor gaat omdat hij al op de voorrangsweg zit en ik beweer dat de regel korte bocht gaat voor lange bocht van toepassing is. Kunt u ons uit de brand helpen wie er nu gelijk heeft. Reactie infoteur, 09-05-2015
Beste Hans,

Wel of geen voorrangsweg en wel of geen haaientanden (voor beiden) maakt in dit geval niet uit ten opzichte van elkaar.
Hier gaat inderdaad de korte bocht voor de lange bocht.
In geval van een voorrangsweg geldt dit voor de kruisende bestuurders en daar is bij tegemoet komende bestuurders -die haaks aan komen rijden- geen sprake van.

"Korte bocht gaat voor lange bocht" is een simpele regel om het te onthouden.
Officieel is de regel:
Artikel 18
1. Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer dat hen op dezelfde weg tegemoet komt of dat op dezelfde weg zich naast dan wel links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.
"
2. Bestuurders die naar links afslaan, moeten tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt naar rechts afslaan voor laten gaan.

"

3. In afwijking van het eerste lid moeten bestuurders die zich dicht achter een bestuurder bevinden die links of rechts is voorgesorteerd of die op de uiterste rechter- of linkerrijstrook van zijn weggedeelte rijdt en die te kennen heeft gegeven dat hij wil afslaan, die bestuurder voor laten gaan.
4. Het eerste tot en met derde lid gelden niet voor bestuurders van een tram.

Mvg - Sjaak

R. Borst, 26-08-2014
Ik woon op een hofje, het is geen woonerf, als ik van het hofje wegrijd moet ik dan het verkeer van links voorrang verlenen of heb ik voorrang op het verkeer van links? Geen van onze mede hofbewoners weet het antwoord. Kunt u mij het juiste antwoord geven want ik weet echt niet wie er schuld heeft als er een keer een aanrijding komt.
Met vriendelijke groet,
Riky Reactie infoteur, 27-08-2014
Beste Riky,

Misschien kan je de locatie via Google Maps aangeven?
Het feit of het een (woon) erf is, is waarschijnlijk niet van belang. Zonder nadere bebording moet aan bestuurders van rechts voorrang verleend worden. Hier gelden gewoon de regels voor een willekeurig ander gelijkwaardig kruispunt.
Anders wordt het bij een uitrit- of inritconstructie. Hierbij geldt dat de bestuurders die een inrit in willen rijden of willen verlaten al het overige verkeer voor moeten laten gaan (dus ook voetgangers)

Mvg - Sjaak

Sharon, 07-06-2013
Mag ik eens iets vragen… Als ik op een gelijkwaardige kruispunt stop voor verkeer van rechts, en mijn verkeer van rechts moet ook stoppen voor zijn verkeer van rechts (mijn tegemoetkomend verkeer dus) mag ik dan doorrijden, of moet ik blijven wachten tot mijn verkeer van rechts zijn weg heeft vervolgd? Wat zijn precies de acties die plaats moeten vinden om geen aanrijding te krijgen/veroorzaken? Ik vind overal plaatjes over verkeer van rechts, waar de situatie altijd overduidelijk is. Maar hoe het in dit geval zit, zie ik nergens terug. Reactie infoteur, 07-06-2013
Beste Sharon,

Op een gelijkwaardig kruispunt, waar eenieder rechtdoor wilt en dus eenieder ten opzichte van de ander van rechts komt, is er geen geregelde oplossing mogelijk (verkeersinzicht)
Deze verkeerssituatie is een vorm van gelegenheidsvoorrang. Iemand zal zo netjes moeten zijn om een ander voor te laten gaan door middel van het zoeken van (oog)contact en /of gebaren om het verkeer "op gang" te krijgen.
Als je in een dergelijke situatie -bij aan komen rijden- bijvoorbeeld al wat meer afstand tot het kruispunt houdt en een lage(re) snelheid aanhoudt, geef je anderen over het algemeen al de gelegenheid voor te gaan en het idee dat jij hen voor laat gaan. Duidelijkheid creëren ten opzicht van elkaar is dan de enige oplossing.

Mvg - Sjaak

Johanna, 26-03-2013
Foto 6 willen jullie daar nog eens heeeeel goed naar kijken. het antwoord klopt namelijk van geen kanten! Reactie infoteur, 28-03-2013
Je hebt helemaal gelijk Johanna; schaam me diep!
Een gevalletje van "bedrijfsblindheid" bij het opstellen en het zelf controleren.
Vraag wordt binnenkort vervangen.

Mvg - Sjaak

Mariana, 13-11-2012
In "Kruispunten - voorrang verlenen en voor laten gaan" staat, dat "Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer dat hen op dezelfde weg tegemoet komt of dat op dezelfde weg zich naast dan wel links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan (uitgezonderd een tram) "rechtdoorgaand verkeer op dezelfde gaat voor''. Waarom bij vraag 6 de auto3, die afslaat, als eerste gaat? Pas dit niet beter: fietser2, auto1, auto3? Reactie infoteur, 14-11-2012
Beste Mariana,

Fietser 2 zal toch voorrang moeten verlenen aan auto 3, deze komt voor hem van rechts op een gelijkwaardig kruispunt.
De bestuurder van auto 1 zal voorrang moeten verlenen aan de fietser. Dan kom je tot het gegeven antwoord.
Had de situatie alleen tussen auto 1 en 3 gespeeld, dan gaat bovenstaande regel op.

Mvg - Sjaak

Jvd (613 artikelen)
Laatste update: 21-12-2016
Rubriek: Auto en Vervoer
Subrubriek: Verkeer
Bronnen en referenties: 3
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.