Onderweg met een bijna lege brandstoftank
Onderweg de tank leegrijden. Het komt vaker voor dan men denkt. Sommige automobilisten hebben geen oog voor het dashboard. Ze zien het knipperende brandstoficoontje niet eens en zouden wat vaker op de metertjes moeten kijken. Weer anderen denken dat ze het tankstation nog wel kunnen halen. En in het verlengde daarvan zijn er tegenwoordig nogal wat mensen voor wie autorijden eigenlijk te duur is geworden. Zij besparen soms op de verkeerde manier door op benzinedamp te gaan rijden om vandaag maar niet te hoeven tanken. De gokkers onder ons weten echter dat dat onherroepelijk een keer misgaat.
Inhoud
Zuinig rijden... minder vaak tanken
Het internet puilt uit van de tips over zuinig autorijden, zoals onverstoorbaar door het landschap 'kuieren', een koude motor niet opjagen, de
cruisecontrol gebruiken waar het maar kan, altijd de juiste versnelling kiezen en de airco uit laten. Wie de talloze tips ter harte neemt, bespaart minstens 10 procent brandstof en hoeft dus minder vaak te tanken. Hoog op het besparingslijstje van zuinig rijden staan ook de banden, of beter gezegd de juiste bandenspanning.
Bron: Letiha, Pixabay Bandenspanning en anticiperen
Autobanden lopen over een lange periode heel langzaam en onmerkbaar (sluipend) leeg. Brede en te zachte banden zorgen voor een hoger brandstofverbruik omdat de rolweerstand toeneemt. Daarentegen is een (te) hoge
bandenspanning, en dus minder rolweerstand, wel degelijk merkbaar aan een verminderd verbruik, wat echter ten koste kan gaan van de veiligheid omdat de prestaties van de banden te wensen overlaten. Het controleren van de bandenspanning, minstens één keer per maand, is dus hoe dan ook belangrijk.
Aanpassen rijgedrag
Anticiperen staat echter met stip op nummer een. Bijvoorbeeld de auto laten uitrollen als in de verte het licht op rood staat. Gas los betekent immers geen brandstofverbruik, maar dat moet dan weer in verhouding staan tot het brandstofverbruik tijdens het onvermijdelijke optrekken. Schat ook in hoe andere
weggebruikers zich gaan gedragen of reageren op verkeerssituaties en pas uw rijstijl daar op aan. U hoeft dan minder vaak te remmen en minder vaak intensief op te trekken. Hoe beter dat lukt, hoe zuiniger u rijdt.
Weinig brandstof... en het volgende tankstation is nog 'ver'
Moderne auto's zijn uitgerust met een boordcomputer – 'gemak dient de mens'. Bij de meeste gaat een icoontje oplichten als het brandstofniveau in de tank laag is. Normaliter is dat bij ongeveer 5-7 liter, waarbij nog pakweg 80 kilometer gereden kan worden. Bij een kritiek
brandstofniveau gaat dat icoontje ook nog eens knipperen. Kortom, men wordt voortdurend en indringend gewaarschuwd zodra het brandstofniveau in de rode zone zit. Aan de techniek zal het dus niet liggen. Nog afgezien van het feit dat veel boordcomputers vermelden hoeveel kilometer men nog met de resterende hoeveelheid brandstof kan afleggen.
Brandstofwijzertje
Enfin,
oude auto's hebben inderdaad geen boordcomputer. Als bij dat soort wagens het wijzertje van de brandstofmeter echt helemaal onder in het rode gedeelte is weggezakt, of zelfs onder de metercalibratie terecht is gekomen, zijn er enkele punten die het verschil kunnen maken tussen midden op de weg stil komen te staan of op de valreep het 'verre' tankstation kunnen bereiken.
Bron: Pexels, Pixabay Als het kritiek wordt
Als u een verstokt zuinige
automobilist bent, weet u wat u te doen staat als het kritiek wordt en het mis dreigt te gaan. Hoewel zelfs u soms aan de
goden bent overgeleverd, bijvoorbeeld als u in een stroperige file staat en het brandstofverbruik sowieso hoog is zonder dat u kilometers maakt. Veel punten in het onderstaande rijtje komen overeen met de tips inzake zuinig rijden. Als het brandstofniveau in de tank kritiek is, en ook uw
boordcomputer aanduidt dat u praktisch op benzinedamp rijdt, zijn enkele punten extra van belang:
Voorkom vaak remmen
Blijf indien mogelijk van het rempedaal. Telkens moeten remmen, veelal omdat u verkeerssituaties niet goed hebt ingeschat, betekent een hoger brandstofverbruik en dat u zodadelijk weer moet optrekken, doorgaans feller dan u wilt door de
stress om het tankstation te halen. Onrustig rijden kost meer brandstof. Laat de auto in zoveel mogelijk situaties uitrollen en geef vervolgens een beetje gas bij om op snelheid te komen.
Rustig rijden
Rijd langzaam, zo'n 40 tot 60 kilometer per uur (natuurlijk niet op de snelweg) in een relatief hoge versnelling. Rijd echter niet in de overdrive of in de vijfde, want dat kost meer brandstof als de snelheid wegzakt.
Anticiperen
Anticipeer ver vooruit. Laat de auto uitrollen als het verkeerslicht in de verte op rood staat of als een voetganger oversteekt. De kans is groot dat het stoplicht op groen springt en de voetganger zich inmiddels op het trottoir bevindt als u eraan komt. Hoewel dat natuurlijk niet altijd lukt. Het is vaak een kwestie van uitkienen en een beetje mazzel hebben. En let vooral niet op de toeterende en/of knipperende auto's achter u, want nood breekt wetten, althans tot op zekere hoogte.
De juiste versnelling
Stop en accelereer altijd soepel en zachtjes. Schakel zo vroeg mogelijk op, maar ook weer niet te vroeg. Deze regel geldt voor alle motoren, dus voor diesels, lpg- en benzineauto's, maar ook voor elektrische auto's.
Heuvel op, heuvel af
Nader een heuvel door eerst geleidelijk de snelheid op te voeren. Zoek het evenwicht tussen de snelheidsafname en de versnelling die daarbij past. Schakel dus op tijd terug om uw snelheid te kunnen aanhouden zonder dat u het gaspedaal ver moet indrukken. Rijd heuvelafwaarts met het gas los (0,0 brandstofverbruik), maar zet nooit de motor uit en ga niet 'freewheelend' de heuvel af (de versnelling in de vrijstand).
Gas los, spaarzaam bijremmen
Laat zo vaak mogelijk het gas los om niet te hoeven bijremmen. Optrekken kost dan minder brandstof.
Bron: RolandSD, Pixabay Als het eenmaal zover is, een lege tank
Zonder benzine langs de kant van de weg. Schaamte komt dan meteen om de hoek kijken. Het is natuurlijk erg sukkelig als u in de berm staat met een
lege tank. Sommige mensen hebben in hun (oude) auto altijd een jerrycannetje met vijf liter reservebrandstof weggestopt om voorbereid te zijn op dat soort situaties. Bij veel moderne auto's gaat de tankafsluiting alleen open bij gebruik van het juiste vulpistool (om het tanken van verkeerde brandstof te voorkomen). Beter is het om gewoon op tijd te tanken. Wie om zuinigheidsredenen tot het laatste moment wacht, houdt zichzelf voor de gek. Want een dag
uitstel betekent toch dat er morgen uiteindelijk meer brandstof moet worden bijgetankt.
Wat te doen
Er zijn enkele punten die in acht moeten worden genomen als het eenmaal zover is en de brandstoftank echt helemaal leeg is. Houd dan rekening met het volgende:
- De auto gaat snukken, de motor hapert. Laat de auto uitrollen naar de vluchtstrook of berm.
- Neem alle veiligheidsmaatregelen in acht. Plaats dus de veiligheidsdriehoek, trek een geel hesje aan, wacht achter de vangrail op hulp, enzovoorts. Bel de pechhulpdienst, zoals de ANWB. Onthoud het nummer van de hectometerpaal waar u gestrand bent.
- Voorkom hoe dan ook dat u op de rijbaan stil komt te staan en het andere verkeer hindert.
- Overigens beschouwt de politie een leeggereden tank vaak als verwijtbaar. Zeker als u ook nog enigszins onvoordelig stil bent komen te staan. In veel gevallen krijgt u een bekeuring.
Is 'leegrijden' slecht voor de auto?
Zeker bij oude auto's heeft leegrijden vaak meer negatieve gevolgen dan bij moderne wagens. Er kan immers bezinksel, vuil en vocht dat zich onder in de tank bevindt in de
brandstofleidingen terechtkomen en verstoppingen veroorzaken. Een snukkende auto, vlak voordat hij stilvalt, betekent dat de laatste beschikbare druppels brandstof worden verbruikt. Het is slecht voor de brandstofpomp, ook bij dieselauto's. Het arme mengsel en het ontbreken van pompkoeling (door brandstof) is schadelijk voor de motor. Het aangezogen bezinksel komt in de brandstoffilter, die vaker vernieuwd moet worden als men steeds op de laatste restjes benzine of diesel rijdt.
Ontluchten
Houd de tank minimaal voor een kwart gevuld. Een
dieselmotor moet na het leegrijden van de tank ontlucht worden. Bij oude auto's is het sowieso schadelijk om de tank leeg te rijden in verband met de doorgaans sterk vervuilde tank. De achtergebleven rommel die zich er door de jaren heen heeft opgehoopt kan maar beter in de tank blijven en niet worden opgezogen in het leidingsysteem. Leegrijden is overigens ook slecht voor lpg-auto's.
Lees verder