Rijden op een overstroomde weg (wateroverlast)
Met de auto door een diepe waterplas rijden is een kunst op zich en brengt risico's met zich mee. Na zware regenval komt het wel eens voor dat lagere gedeelten van het wegdek overstromen. Dat geldt ook voor de snelweg. Bij aquaplaning kunnen de banden het regenwater niet meer verwerken, waardoor de auto gaat glijden en slippen met alle gevolgen van dien. Het kan echter zo hard plenzen dat straten en tunnels tijdelijk blank komen te staan. Dan moet men afwegen wat het verstandigst is: door de waterplas rijden of rechtsomkeert maken, als dat al mogelijk is. Wie haast heeft, en bijvoorbeeld een afspraak niet wil missen, neemt in dat soort gevallen vaak de verkeerde beslissing. Bij een niet te diepe waterplas is rustig doorrijden het devies. Voorkom een boeggolf en raak niet in paniek.
Inhoud
Overstroomde weg
Het is beter om geen risico's te nemen wanneer u op de weg een diepe
waterplas nadert. Maak rechtsomkeert. Overstromingen en grote waterplassen vormen zich vaak nabij vennetjes, beken of op andere lagergelegen weggedeelten waar het grondwaterpeil hoog of de riolering inadequaat is. Het probleem doet zich met name voor tijdens
noodweer. Ook onder sommige bruggen, viaducten en
tunnels is de wateroverlast meteen merkbaar bij hevige regenval.
Diepe waterplas
Op het platteland staan vaak peiltekens naast weggedeelten die regelmatig onderlopen en waar de
drainage (nog) niet is opgelost door gemeentewerken of andere instanties. Het geeft weggebruikers een indicatie hoe diep het ondergelopen wegdek is. Wanneer u door een te diepe waterplas rijdt, kan de
motor water aanzuigen. Water dat vervolgens in de cilinders komt, wat funest is.
Putdeksels
Moderne auto's hebben veel elektronica aan boord. Dat vormt een slechte combinatie met water. Als u niet goed kunt inschatten hoe diep een waterplas is, rijd er dan niet doorheen. Water dat in een draaiende motor komt, veroorzaakt meestal veel schade. Ook moet u op een ondergelopen weg altijd rekening houden met
putdeksels die omhoog kunnen komen zodra de
riolering grote hoeveelheden water tijdelijk niet kan verwerken. Met een wiel in een (onzichtbare) put terechtkomen, gebeurt meestal onverwacht. Let in dat opzicht op kolkend water in de waterplas.
Geparkeerde auto gedeeltelijk onder water
Het zal u maar overkomen. U hebt uw auto
geparkeerd en bij terugkomst na een noodweer is het regenwater op de ondergelopen parkeerplaats tot boven de banden gestegen. Dat er mogelijk water in de uitlaat is gekomen, hoeft in dit geval geen groot probleem te zijn. Tijdens het starten spettert het er wel uit.
Wacht met starten
Indien het water hoger staat dan de uitlaat, kan de elektronica (boordcomputer) en de
bedrading nat zijn geworden. Wacht in alle gevallen tot het waterpeil gezakt is en start de auto daarna pas. Als u dat geduld niet kunt opbrengen, en u start de auto toch, kan de motor water aanzuigen in plaats van lucht, afhankelijk van de plaats waar de luchtinlaat is gemonteerd. Bij
terreinwagens bevindt die zich meestal hoog. Dit probleem doet zich ook voor bij een boeggolf, die zich vormt zodra u te snel door een waterplas rijdt of als het water sowieso te diep is om erdoor te rijden.
Boeggolf tijdens het rijden
Ook in een ondiepe waterplas kan een boeggolf ontstaan, waarbij de auto het water voor zich uit stuwt. Met grote snelheid door een ondiepe watervlakte rijden, zoals op de snelweg of provinciale weg, kan hetzelfde effect hebben, nog afgezien van het gevaar dat
aquaplaning heet. In een diepe waterplas of overstroomde weg kan deze boeggolf zo hoog worden dat die het zicht belemmert. Ook kan de golf een van de voorwielen blokkeren, waardoor u vrijwel zeker de macht over het stuur verliest.
Schade
Indien de boeggolf in contact komt met bepaalde delen van het
motorcompartiment, zoals het geval is als het water boven de bumper uitkomt, ontstaat er in veel gevallen schade aan de bedrading, waardoor de motor afslaat.
Afslaande motor
Bij een boeggolf kan er water in de
luchtinlaat komen. De motor zuigt dan water aan in plaats van lucht, die nodig is voor de verbranding in de cilinders. Bij een afslaande motor is het belangrijk dat u de auto niet opnieuw start. Ook kan bij een afslaande motor in een zeer diepe plas via het uitlaatsysteem water in de cilinders komen, waardoor er schade ontstaat aan de zuigers, drijfstangen en krukas. Schade die soms pas aan het licht komt als er na het incident weer een tijdje met de auto is gereden. Ook de
ventilator kan water over de motor verspreiden en in het ergste geval ruïneren.
Verrast door een overstroomde weg
Raak niet in paniek bij het zien van een
watervlakte waar u doorheen moet. Voorkom dat u te haastig door een diepe waterplas rijdt om het maar achter de rug te hebben. Hoe sneller u rijdt, hoe hoger de boeggolf en hoe groter het
risico dat de motor water aanzuigt en/of simpelweg afslaat. Zoek een parkeerplekje als er noodweer dreigt of als u er middenin zit. Wacht tot de hoosbuien of het zware
onweer voorbij is.
Verkeersstress
Zoek de verkeersstress niet op als gevolg van bijvoorbeeld
slecht zicht als u doorrijdt bij wateroverlast. Zijn bepaalde straten of wegen toch ondergelopen? Schat in hoe diep een waterplas is waarmee u geconfronteerd wordt. Bijvoorbeeld door het tegemoetkomende
verkeer te observeren. Hieronder volgen enkele regels om met droge voeten thuis te komen als er zich op uw route een waterplas op het wegdek heeft gevormd.
Tips en rijgedrag als u door een waterplas moet
Minder in elk geval snelheid en stop zodra u twijfelt over de
diepte van de waterplas. Een goede graadmeter is het observeren van het tegemoetkomende verkeer. Als andere auto's moeiteloos door de waterplas rijden, zal het u wellicht ook lukken en kunt u bijna met een gerust hart een poging wagen. Het is natuurlijk altijd beter om bij twijfel, of als u zich erg onzeker voelt, simpelweg
rechtsomkeert te maken, als dat mogelijk en veilig is, en een andere route te kiezen.
Wat te doen
- Bij oudere auto's zit de ventilator op 25-30 centimeter boven de grond, ongeveer halverwege de hoogte van de banden. Neem ook dan geen enkel risico en rijd niet door de waterplas.
- Kijk of er peilstokken zijn aangebracht naast een weg die vaak overstroomt en die nog niet door gemeentewerken of andere instanties onder handen is genomen. Doorgaans wordt die weg – meestal betreft het achterafweggetjes op het platteland – afgesloten tot de drainage weer in orde is gemaakt.
- Doorkruis de waterplas bij het hoogste punt, vaak is dat het midden van de overstroomde weg. Daar is het water immers het ondiepst.
Voorkom een hoge boeggolf
- Rijd niet zo snel mogelijk door de waterplas om er maar vanaf te zijn, ook al is deze reactie bijna intuïtief te noemen. Rijd langzaam in de eerste of tweede versnelling door het water, ook al voelt u zich opgejaagd en wilt u er snel doorheen rijden. Zet bij een automaat de transmissie in de L (1ste versnelling). Het is zaak dat de boeggolf zo laag mogelijk blijft en dat de motor niet afslaat als gevolg van water dat via de luchtinlaat in de motor komt..
- Schakel niet terwijl u door de waterplas rijdt. Daarmee voorkomt u dat water via de uitlaatpijp in de cilinders kan stromen.
- Hoge toerentallen bij een lage snelheid en een lage versnelling is het devies. Nogmaals, niet schakelen!
- Geef continu gas en laat de koppeling zo nodig slippen om het toerental zo hoog mogelijk te houden.
- Neem geen risico. Water dat hoger komt dan de bumper, of als gevolg van de boeggolf, voorspelt doorgaans weinig goeds.
- Rijd nooit hard over een overstroomde, ondergelopen weg, ook niet op de snelweg. Naast aquaplaning kan het bovengenoemde luchtinlaatprobleem zich eveneens voordoen als u met hoge snelheid over een ondergelopen gedeelte van de snelweg rijdt, dus ook als het water niet diep is.
Lees verder