Het ontstaan en de voordelen van de elektrische auto
De elektrische auto is niks nieuws; hoewel de ontwikkeling en populariteit van de elektrische auto een aantal jaren heeft stilgestaan, was elektrisch rijden in de 19e eeuw populairder dan het rijden met een benzinemotor. Uiteindelijk heeft de benzinemotor de strijd gewonnen door een snellere ontwikkeling; de elektrische auto kon niet op tijd meekomen met de ontwikkelingen in bereik en snelheid. Deze laatste gebreken van de elektrische auto zijn nu echter bijna opgelost en de elektrische auto is dan ook aan een opmars bezig.
De ontwikkeling van de elektrische auto
De eerste elektrische auto
Hoewel het niet met zekerheid te zeggen is, vermoedt men toch dat de eerste elektrische auto ontwikkeld is door een Nederlander, Sibrandus Stratingh. Sibrandus was ook de eerste Nederlander die een auto bestuurde; in 1834 maakte hij zijn eerste rit in een door stoom aangedreven voertuig. De elektrische auto die hij later ontwikkelde was niet meer dan een model, echter is dit model wel nog bewaard gebleven.
De elektrische auto versus de stoomauto en de benzineauto
Vanaf de jaren vijftig in de 19e eeuw begon de ontwikkeling van de elektrische auto aan momentum te winnen. Er kwamen steeds meer fabrikanten op die zich op de automarkt begaven. Vooral in de Verenigde Staten ging de ontwikkeling van de auto snel, hoewel ook Duitse en Franse fabrikanten in Europa flink aan de weg timmerden. Naast de elektrische auto waren er nog twee andere soorten auto populair; de benzine-auto en de stoomauto. In de negentiende eeuw bleef het lang onduidelijk welke auto nu de nieuwe standaard zou worden; iedere auto had weer verschillende voor- en nadelen. De benzine-auto bijvoorbeeld, die tegenwoordig de standaard is, werd beschouwd als een vieze, stinkende, onbetrouwbare en zwaar te besturen auto. De stoomauto werd al als een beter alternatief beschouwd, echter was deze ingewikkeld te besturen. De elektrische auto had weer als nadeel dat het bereik minder was en de accu's nog gevoelig waren. In 1900 leek de strijd te worden beslist in het voordeel van de stoom- en elektrische auto: 40% van de auto's reed op stoom, tegen 38% elektrisch en slechts 22% op benzine.
De keuze voor de benzineauto
Voordeel elektrisch rijden
Waarom koos men dan niet voor benzineauto's? In de late 19e eeuw werd de auto nog vooral beschouwd als een pleziervoertuig. Vaak werd een dergelijk voertuig bijvoorbeeld ook door vrouwen gebruikt om te gaan picknicken. Hoewel de elektrische auto een beperkt bereik had, had de elektrische auto wel als groot voordeel dat deze eenvoudiger te besturen was en in het begin zelfs sneller was dan een benzinemotor. De eerste auto die de snelheidsbarrière van 100 km/h overschreed was dan ook een elektrische auto; de auto van Camille Jenatzy op 29 april 1899.
Nadelen benzineauto
De benzineauto had indertijd een groot aantal nadelen. Zo stonk de auto naar uitlaatgassen, moest er gewerkt worden met "smerige" vloeistoffen als benzine en veel olie. Daarnaast kon de benzineauto niet zomaar gestart worden; de auto moest eerst aangeslingerd worden. Als de auto dan eenmaal gestart was, moest er tijdens het rijden nog geschakeld worden. Dit ging toentertijd niet zo soepel als bij moderne auto's; het schakelen was fysiek zwaar werk en ging dan ook niet zonder slag of stoot. Men trachtte wel auto's te ontwikkelen die de voordelen van elektrisch rijden en benzine verenigden, maar deze werden geen succes. Deze eerste hybride auto's hadden een elektrische aandrijving met accu's en daarbij nog eens een benzinemotor voor als het bereik niet voldoende was. Dergelijke constructies waren echter zeer duur en bleken constructief dusdanig ingewikkeld dat ze vaak kapot gingen.
De ontwikkeling van de benzineauto
Toen in 1912 de elektrische startmotor werd uitgevonden door General Motor werd het echter duidelijk dat de benzinemotor de strijd ging winnen. De elektrische startmotor en verdere ontwikkelingen van schakelmechanismen en de benzinemotor zelf, zorgden ervoor dat de benzinemotor steeds meer voordelen kreeg. Daarnaast werd de auto zelf steeds meer beschouwd als een functioneel voertuig; het werd nog wel gebruikt als pleziervoertuig, maar niet meer op de eerste plaats. Het bereik van de auto werd daardoor van een steeds groter belang.
Het verval van het elektrische rijden
Na de Eerste Wereldoorlog werd de elektrische auto nauwelijks nog geproduceerd of ontwikkeld. De benzinemotor had de strijd gewonnen en was de nieuwe standaard. In de Tweede Wereldoorlog was er echter een tekort aan brandstof en kwam de elektrische auto weer even in de belangstelling. Met het einde van de Tweede Wereldoorlog kwam echter ook het einde van de opleving van de elektrische auto. Een andere tijdelijke bloei ontstond tijdens de energiecrisis van de jaren zeventig. In deze periode waren er een aantal hobbyisten die zelf auto's ombouwden naar elektrische auto's. Ook hier kwam echter weer een einde aan.
De nieuwe opkomst van elektrisch rijden
Het zou uiteindelijk nog tot de jaren negentig duren voordat er een nieuwe opleving kwam. Deze keer werd deze gestart door de auto-industrie zelf, aangewakkerd door de politiek. Het was General Motor die de EV1 op de markt bracht; een elektrische auto die helaas maar een korte levensduur kende. Het zou de Toyota Prius zijn uit 1997 die de echte doorbraak zou verzorgen voor het elektrische rijden. De Prius was dan wel geen volledig elektrisch voertuig, maar de hybride techniek wist op een goede manier de voordelen van elektrisch rijden te verenigen met de voordelen van het rijden op benzine. Het probleem van het beperkte bereik kon hierdoor omzeild worden, waardoor elektrisch rijden een kans kreeg om zich verder te ontwikkelen.
In 2008 kwam daarop als volgende doorbraak de Tesla Roadster op de markt, een elektrische sportauto met uitzonderlijk goede prestaties. De Tesla Model S uit 2012 zou uiteindelijk de doorslag geven; het was mogelijk om een functionele en volledig elektrische gezinsauto te produceren en te verkopen in voldoende aantallen. Anno 2015 zijn er voldoende hybride en elektrische voertuigen op de markt om een definitieve doorbraak te kunnen forceren. Interessant is dat sommige fabrikanten weer terug zijn van weggeweest; hoewel Detroit Electric in de jaren dertig failliet ging, is de naam opgekocht en wordt deze naam weer gebruikt in de ontwikkeling van elektrische voertuigen.
De voordelen van elektrisch rijden
De voordelen van elektrisch rijden zijn legio; enerzijds is elektrisch opladen goedkoper dan het tanken van benzine of diesel, anderzijds kent een elektrisch voertuig interessante belastingvoordelen. Elektrische auto's trekken snel op, zijn eenvoudiger te besturen en maken minder lawaai. Het bereik is inmiddels ook geen echte issue meer; een bereik van 400 km of meer is geen probleem meer. Wat nog wel een probleem is, is het opladen. Er zijn veel meer benzinestations dan er elektrische oplaadpunten zijn en het elektrisch opladen kost meer tijd. Ook heeft niet iedereen de mogelijkheid om de auto op de oprit te parkeren om elektrisch te laden; niet iedereen heeft immers hier de ruimte voor.