Zuinig rijden: het nieuwe rijden in een oude auto
Door het nieuwe rijden verbruik je minder brandstof. Dat is zuiniger en dus beter voor het milieu en voor de portemonnee. Zuinig rijden voor oldtimers en oude auto's werkt echter net iets anders dan voor nieuwe auto's. Wanneer je een handmatige choke hebt, moet je hier heel bewust mee omgaan. Choken is noodzakelijk, maar kost wel extra brandstof. Bij het uitrollen van de auto doe je dit bij nieuwe auto's in de versnelling; bij oldtimers (zonder injectiemotor) moet je juist stationair uitrollen.
Op internet staan heel veel tips over hoe je zuiniger kunt rijden. Hier is zelfs een tijdlang reclame voor gemaakt op televisie en radio onder de titel: het
nieuwe rijden. De tips die gegeven worden zijn echter geënt op nieuwere auto's; niet alles gaat ook automatisch op voor
oldtimers en
oude auto's.
Overeenkomsten tussen zuinig rijden met een oude auto en een nieuwe auto
Veel van de tips die voor nieuwere auto's opgaan als het om
zuinig rijden gaat, gelden ook gewoon voor oudere auto's. Zo is het belangrijk dat je je banden goed op spanning houdt en dat je snel doorschakelt naar een hoge versnelling (daarbij is het toegestaan om een versnelling over te slaan). Ook geldt voor zowel oude als nieuwe auto's dat je minder zuinig rijdt wanneer je je raampjes geopend hebt of wanneer je obstakels aan je auto bevestigt, bijvoorbeeld een dakkoffer of een fietsdrager.
Ook rustig optrekken is bij oude auto's net zo belangrijk als bij nieuwe auto's; misschien zelfs nog wel belangrijker, omdat oude auto's vaak van zichzelf een stuk kwistiger zijn met brandstof. Er valt met een oude auto dan nog meer te
besparen dan met een nieuwere auto door rustig weg te rijden en als je op snelheid bent te proberen deze snelheid zo constant mogelijk te houden.
Het gebruik van de choke
Echte oude auto's hebben een handmatige
choke. Wanneer je de choke aanzet komt er meer brandstof in de motor, waardoor het aantal toeren per minuut omhoog gaat, en ook wijkt de samenstelling van de brandstof iets af van wat gebruikelijk is. Dit is nodig om de motor warm te laten worden. Zeker als het koud is, willen veel oldtimers niet starten wanneer je geen gebruik maakt van de choke.
Een nadeel van de choke is dat je brandstofverbruik per kilometer (en ook bij een stationair draaiende motor) behoorlijk omhoog gaat. Wanneer je de choke echter te vroeg weer buiten werking stelt, loop je het risico dat je motor weer afslaat. Om hier een beetje grip op te krijgen kun je het beste een beetje experimenteren met het
choken. Korter choken kan je behoorlijk wat
brandstof schelen. Houd er wel rekening mee dat je de choke bij koud weer langer aan zult moeten laten staan dan bij warmer weer.
Het belangrijkste is dat je de choke niet vergeet uit te zetten. Wanneer je de choke een lange rit lang aan laat staan, kun je verder nog zo
zuinig rijden, maar je brandstofverbruik zal behoorlijk hoog zijn.
Een auto zonder injectiemotor stationair uit laten rollen
Volgens het principe van het nieuwe rijden moet je, wanneer je bijvoorbeeld een rood stoplicht nadert, de auto uit laten rollen in de versnelling. Door ver vooruit te kijken in het verkeer kun je je gas al vroegtijdig loslaten en de auto eerst een stukje laten rollen, voordat je start met remmen. Wanneer je de auto in de versnelling laat rijden zonder gas te geven, kost dit niet of nauwelijks brandstof (in ieder geval minder dan wanneer je de auto stationair laat draaien).
Bij oude auto's kun je hetzelfde principe toepassen, alleen gebruik je dan veel meer brandstof dan dat bij een nieuwere auto het geval zou zijn. Tot begin jaren '90 hadden veel auto's namelijk geen
injectiemotor: een motor die mee kan draaien op de wielen. Wanneer de motor van zo'n auto zich draaiende moet houden, doet hij dit altijd door middel van brandstof. Een auto met een injectiemotor maakt veel beter gebruik van de beweging die er al is, zodat er geen of heel weinig brandstof nodig is (er zijn overigens wel auto's die vóór 1990 gebouwd zijn en die een injectiemotor hebben).
Dit betekent dat je een auto zonder injectiemotor beter niet in de versnelling uit kunt laten rollen. In plaats daarvan kun je auto beter in zijn vrij zetten, zodat de motor
stationair kan draaien. Dit geldt zowel wanneer je vaart wilt minderen (bijvoorbeeld voor een rood verkeerslicht) als wanneer je van een berg afrolt. In dit laatste geval moet je wel weer op de veiligheid letten: door de auto in zijn vrij van de berg af te laten rollen, kun je ook te veel vaart krijgen. In dit geval moet je remmen, maar als je te veel remt worden je remschijven steeds heter, waardoor je steeds minder goed kunt remmen. Bij lange en/of steile afdalingen is het daarom verstandig om in ieder geval een deel van de rit de auto wel in de versnelling te zetten en op de motor af te remmen. Zuinig rijden is een groot goed, maar veiligheid is nog altijd belangrijker.
Lees verder