Gevaarherkenning - Verkeersborden en verkeersinzicht

Gevaarherkenning - Verkeersborden en verkeersinzichtVerkeersinzicht en gevaarherkenning bij benadering van de verkeersborden. Verkeersborden geven naast de betekenis die je moet kennen voor het theorie-examen of binnen de dagelijkse praktijk op de weg meer informatie. Door de vorm en de kleur van een verkeersbord is veelal op afstand al in te schatten om welk soort verkeersbord het gaat en waarom een bepaald bord geplaatst zou kunnen zijn. Verkeersborden die de voorrang regelen hebben een unieke vorm en zijn zelfs besneeuwd als zodanig te herkennen. Aandacht voor én kennis van de verschillende vormen van de verkeersborden en de verkeersinzichtelijke betekenis hiervan, verhogen de veiligheid op de weg voor anderen en voor jezelf.

Warning: Undefined array key 10 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 360

Warning: Undefined array key 11 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 360

Gevaarherkenning en verkeersinzicht

Wat is gevaarherkenning
Gevaarherkenning is in een onderzoek van het SWOV als volgt omschreven:
"Er zijn vele definities van gevaarherkenning in omloop, maar er bestaat geen definitie die door alle experts als de enige juiste wordt gezien. In grote lijnen omvat gevaarherkenning het proces van het tijdig opmerken, herkennen en voorspellen van potentieel gevaarlijke situaties en de keuze van de juiste handelingen om het gevaar af te wenden. Men spreekt van een potentieel gevaarlijke situatie als er een grote kans is dat er een ongeval gebeurt wanneer het gedrag niet wordt aangepast".

Wat is verkeersinzicht
Verkeersinzicht omvat het vermogen of inzicht te handelen in niet geregelde situaties.

Welke vaardigheden spelen bij gevaarherkenning een rol

Vaak wordt gevaarherkenning alleen omschreven als het herkennen van opdoemend gevaar. Maar volgens Groeger (2000) spelen er bij gevaarherkenning vier verschillende vaardigheden een rol:
  • Het vroegtijdig zien van het opdoemende gevaar.
  • De inschatting van de omvang van het gevaar.
  • De keuze van de handelingen om het gevaar af te wenden.
  • De uitvoering van de gekozen handelingen.

Verkeersborden - vorm en informatie


Hoofdvormen - vormgeving van de verkeersborden

Door de unieke vorm van een aantal verkeersborden, krijg je op afstand al informatie over bijvoorbeeld een voorrangssituatie, of een aankomende verkeerssituatie die op gevaar kan duiden. Wat het gevaar precies inhoudt zal misschien nog niet direct duidelijk zijn, maar het maakt je wel al attent op enig aankomend gevaar. Het herkennen van de vorm kan zeker van nut zijn bij slecht weer, hevige sneeuwval en bij zien van de rugzijde van het bord. Tijdig signaleren betekent tijdig inspelen op een aankomende situatie, waardoor je ook beter in staat bent eventuele fouten van andere weggebruikers op te vangen.


  • Driehoek - wit met rode rand - waarschuwing
  • Rond - wit met rode rand - verbod
  • Rond - blauw met wit - gebod
  • Rechthoek - blauw met wit - éénrichting
  • Rechthoek - blauw met wit - aanduiding
  • Afwijkende vorm - voornamelijk voorrang



Verkeersinzicht bij de diverse verkeersborden

Binnen elke serie vind je minimaal 5 voorbeelden van verkeersborden uit de bewuste serie. Daaronder staan verkeersinzichtelijke aandachtspunten van een aantal verkeersborden vermeld. Dit om de manier van denken bij de beoordeling van de verkeersborden aan te geven. Deze kan je uiteraard zelf nog met voorbeelden aanvullen of raadplegen bij: Verkeersborden in Nederland plus gevaarherkenning


A - verkeersborden die betrekking hebben op de snelheid

A1
A2
A3
A4
A5
Verkeersborden A1 tot en met A5
De verkeersborden A1 tot en met A5 hebben te maken met de snelheid. Let hierbij vooral op plotseling snelheid verminderen van andere bestuurders, of bestuurders die hun snelheid laat (of niet) aanpassen. Let zelf goed op het gedrag van anderen bestuurders en wees duidelijk in wat je zelf gaat doen.
Verkeersborden A2 en A5
Bij verkeersborden die het einde van een maximumsnelheid aangeven moet je rekening houden met wisselende snelheden en bestuurders die (vroegtijdig) inhalen.
Verkeersbord A3
Meestal geplaatst boven rijstroken op de autosnelweg, al dan niet in combinatie met gele knipperlichten. Houd rekening met variabele snelheden; niet iedereen past de snelheid gelijk aan. Ook kan de snelheidsbeleving van een voertuig verschillen. (in een sportwagen zal de snelheidsbeleving anders zijn dan in een stadsauto)
Verkeersbord A4
Geeft een adviessnelheid, waarbij de adviessnelheid tijdelijk minimaal 20 kilometer lager zal zijn dan de op het traject geldende snelheid. Dit verkeersbord wordt onder andere geplaatst voor bochten, waar het rijzicht niet voldoet aan de ontwerpsnelheid van die weg. Het verkeersbord geeft echter niet aan hoe scherp de bocht is of hoe het wegverloop zal zijn.
Bestuurders van vrachtauto's zullen hier met een andere snelheid rijden dan bestuurders van personenauto's of motorfietsen. Ook zullen bestuurders die ter plekke bekend zijn met de situatie geneigd zijn de bocht met een hogere snelheid te rijden. Wees dus bedacht op snelheidsverschillen.


B - verkeersborden die betrekking hebben op de voorrang

B1
B3
B5
B6
B7
Verkeersborden B1 tot en met B7
De verkeersborden B1 tot en met B7 hebben betrekking op de voorrang.
Verkeersborden B1, B2, B6 en B7
Deze verkeersborden hebben een unieke vormgeving en zijn daardoor goed herkenbaar; ook als ze zijn bedekt met modder of sneeuw, of als je alleen de achterzijde ziet.
Verkeersbord B1
Dit verkeersbord is binnen de bebouwde kom geplaatst voor elke verharde zijweg / kruispunt en buiten de bebouwde kom na elke verharde zijweg / kruispunt.
Verkeersbord B6
Te herkennen door de driehoekige unieke vorm; wijzend met de punt naar beneden.
Verkeersbord B7
Te herkennen door de achthoekige unieke vorm.


C - verkeersborden die betrekking hebben op een geslotenverklaring

C2
C8
C16
C17
C19
Verkeersborden C1 tot en met C23-03
De verkeersborden C1 tot en met C23-03 hebben betrekking op een geslotenverklaring voor (bepaalde) weggebruikers. Op een onderbord kan aanvullende informatie staan.
Verkeersbord C2
Houd rekening met bestuurders die links voor kunnen sorteren als ze uit deze weg komen. Bij inrijden van deze weg is voor hen bord C3 of C4 geplaatst.
Verkeersbord C3 + C4
Éénrichtingsverkeer. Op veel wegen mogen (brom)fietsers op wegen met éénrichtingsverkeer in beide richting rijden
Verkeersbord C6
Motorfietsen kan je op deze wegen wel verwachten. Motorfietsen met zijspan niet.
Verkeersbord C8
Dit verkeersbord komt het meest voor in landbouwgebieden. Houd rekening met snelheidsverschillen omdat de voertuigen 25km. voertuigen kunnen zijn. Bij slecht weer kan modder op de weg voor gladheid zorgen. Verder aandacht voor de lading van deze voertuigen.
Verkeersbord C9
Langzaam rijdend verkeer hoef je op deze wegen niet direct te verwachten. Let wel goed op kruisend verkeer op deze wegen.
Verkeersborden C13 t/m C15
De weg is gesloten voor (brom)fietsers. Toch kan je deze weggebruikers wel verwachten -bij vooral afslaan- op een naast de weg gelegen fietspad of fiets-/bromfietspad.
Verkeersbord C16
In principe verwacht men op deze wegen géén voetgangers. Extra oplettendheid als je op deze wegen met pech komt te staan.
Verkeersborden C17 t/m C22
Vaak moet je op deze wegen rekening houden met smalle, bochtige wegen. Vrachtauto's en autobussen die op deze wegen (mogen) rijden hebben doorgaans weinig ruimte om te manoeuvreren. Ook extra aandacht voor de sleeplijn op kruispunten bij afslaan van deze voertuigen.
Verkeersbord C19
De onderdoorgang van de viaducten bij wegen of het spoor is beperkt. Bij niet opmerken van bestuurders kan dit tot een blokkade van de weg leiden. Vakantieverkeer kan b.v fietsen op de dakdrager verkeerd ingeschat hebben.
Verkeersborden C23-01 t/m C23-03
De (extra) spitsstroken zijn vaak alleen te gebruiken bij drukte op de autosnelweg. Let op snelheidsverschillen en rijstrookwisselingen van andere bestuurders, mede omdat de overgang in de belijning op het wegdek soms als verwarrend ervaren kan worden.


D - verkeersborden die betrekking hebben op de rijrichting

D1
D3
D4
D6
D7
De verkeersborden D1 t/m D7
De verkeersborden D1 tot en met D7 regelen de verplichte rijrichting.
Verkeersbord D1
Bepaalt de rijrichting op rotonde's. Houd rekening met de rijlijn van anderen, vooral als er meerdere rijstroken zijn. Het aangeven van richting wordt niet altijd goed uitgevoerd. Zoekend gedrag zorgt nogal eens voor twijfel en verwarring.
Verkeersbord D4 t/m D7
Verkeersborden zijn niet bij iedere bestuurder bekend en veelal geplaatst op kruispunten waar de doorstroming en de verkeersafhandeling hierdoor vlotter verlopen. Attentie voor bestuurders die het verkeersbord pas laat opmerken en plotseling van koers veranderen. Tegemoetkomende bestuurders (tegenliggers) kunnen wel de mogelijkheid tot afslaan hebben.


E - verkeersborden die betrekking hebben op parkeren en stilstaan

E1
E2
E5
E7
E10
De verkeersborden E1 t/m E13
De verkeersborden E1 tot en met E13 regelen het parkeren en het stilstaan. In- en uitstappende personen moeten hierbij vooral de aandacht hebben. Wees bedacht op plotseling openzwaaiende deuren, of plotseling op de weg sturende, wegrijdende automobilisten. Kijk ook door de ruiten van de geparkeerde voertuigen (trottoir, fietspad) om belangrijke informatie op te doen.
Nader parkeerplaatsen in het algemeen met gepaste snelheid, vooral bij inrijden en verlaten. De voorrangssituatie is niet altijd voor iedereen duidelijk. Bestrating van asfalt, aansluitend op straatklinkers zegt in principe niets over de voorrangs-regeling. Neem bij twijfel een afwachtende houding aan en zoek oogcontact met de ander om duidelijkheid te verkrijgen.
Verkeersbord E1
Laden en lossen is bij plaatsing van dit verkeersbord wel toegestaan. Extra aandacht voor personen rondom het voertuig, die hun aandacht niet bij het verkeer hebben. Let op personen die zich achter een voertuig bevinden en aan jouw zicht onttrokken worden (vrachtauto, busjes e.d.)
Verkeersbord E2
Dit verkeersbord staat meestal op wegen waar gevaarlijke situaties kunnen ontstaan bij parkeren.
Als verkeersbord E1 of E2 aan de rechterzijde van de weg is geplaatst, wordt er vaak aan de linkerzijde geparkeerd of stilgestaan. Let op bestuurders die vanaf de linker weghelft hun weg vervolgen en mogelijk meer aandacht hebben voor tegemoetkomende, dan achteropkomende bestuurders.
Verkeersbord E5
Bij verkeersborden die een speciale parkeerplaats aangeven moet je rekening houden met mogelijk ander gedrag dan bij normaal parkeren. Houd b.v. bij een taxistandplaats rekening met mensen die meer aandacht hebben voor het vinden van een taxi dan voor het overige verkeer.
Verkeersbord E7
Houd hierbij rekening met laden en lossen van voertuigen. Geef personen die druk zijn met de lading extra ruimte.


F - verkeersborden die betrekking hebben op overige geboden en verboden

F1
F5
F6
F7
F8
De verkeersborden F1 tot en met F10
Verkeersborden F1 en F3
Als door een verkeersbord een inhaalverbod van kracht is, betekent dit meestal dat de weg zodanig verandert dat inhalen niet meer verantwoord is, of de doorstroming te zeer belemmerd wordt (vrachtauto's). Binnen de bebouwde kom kunnen gevaarlijk situaties ontstaan voor fietsers en bromfietsers.
Verkeersborden F5 en F6
Nader de wegversmalling -waar deze borden geplaatst zijn- met gepaste, geringe snelheid. Kijk ver vooruit om tijdig verkeer uit de tegenovergestelde richting op te merken.
Verkeersbord F7
Staat op plaatsen waar het te gevaarlijk is om te keren. Veelal op kruispunten waar met hoge snelheden gereden wordt, of waar verschillende verkeersstromen gelijktijdig een groen verkeerslicht hebben. Houd rekening met bestuurders die het verbod negeren.
Verkeersbord F8
Opheffing van alle eerder op verkeersborden aangegeven geboden of verboden. Houd rekening met weggebruikers die hun gedrag al ruim voor de passage van het verkeersbord veranderen en wisselende snelheden tussen bestuurders onderling.


G - verkeersborden die betrekking hebben op verkeersregels

G3
G5
G9
G12a
G13
De verkeersborden G1 tot en met G14
Deze verkeersborden geven het begin of het einde aan van bepaalde wegen of gebieden. Binnen deze gebieden gelden specifieke verkeersregels.
Verkeersbord G3
In tegenstelling tot de autosnelweg, kun je op autowegen wel kruisend (langzaam) verkeer en/of verkeerslichten verwachten.
Verkeersbord G5
Wonen, leven en spelen staan in erven centraal. Omdat er in erven géén voetgangersvoorzieningen zijn (trottoir, voetpad) en de weg over de gehele breedte gebruikt mag worden, extra aandacht voor zwakkere verkeersdeelnemers. (spelende kinderen, fietsers).
Verkeersbord G9
Paarden kunnen schrikreacties vertonen bij onverwacht geluid of handelen. Daarnaast blijft het een dier waarbij het gedrag niet altijd te voorspellen is. Denk aan overstekende ruiters of ruiters op de rijbaan bij veranderen of eindigen van het ruiterpad.
Verkeersbord G12a
Voor bromfietsers geldt veelal dat deze op enig moment hun weg op de rijbaan moeten vervolgen. Extra aandacht voor bromfietser die op de rijbaan rijden.
Verkeersbord G13
Gemotoriseerd verkeer hoef je hier niet te verwachten, met uitzondering van gehandicaptenvoertuigen. Wel extra aandacht voor voetgangers die het onverplichte fietspad volgen.


J - verkeersborden die waarschuwen voor gevaar

De verkeersborden J1 tot en met J38
Vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid en verkeersinzicht zijn de waarschuwingsborden wel het meest belangrijk. Bij tijdig anticiperen waarschuwen deze verkeersborden voor aankomende gevaarlijke situaties. Door de driehoekige vorm -met de punt naar boven- zijn ze als zodanig goed te herkennen. Voor deze J-serie dan ook verkeersinzichtelijke voorbeelden van alle verkeersborden uit deze serie.
J1
J2
J3
J4
J5
Verkeersbord J1
Vaak wordt dit bord -door de slechte conditie van de weg- geplaatst in combinatie met bord J16. Let op kuilen in het wegdek. Houd rekening met afvallende lading. Bij regenval zullen vooral fietsers en bromfietsers hun koers verleggen en om de plassen/kuilen heen rijden.
Verkeersbord J2
Pas de snelheid aan, let op bochtschilden en bermpaaltjes en kijk de bocht zo snel en goed mogelijk door. Hoe scherp de bocht zal zijn, vermeld het bord niet. Let op tegmoetkomende bestuurders die de bocht niet netjes rijden en mogelijk op de andere weghelft komen.
Verkeersbord J3
Zie verkeersbord J2.
Verkeersbord J4
De afstand waarover gevaarlijke bochten te verwachten zijn staat niet aangegeven; het aantal bochten soms wel. Wanneer het gevaar ten einde is kun je signaleren door de achterzijde van het geplaatste bord aan de andere zijde van de weg. Daar waar voor jou het gevaar eindigt, zal het voor de tegenligger beginnen. Controleer dit in de linkerbuitenspiegel.
Verkeersbord J5
Zie verkeersbord J4
J6
J7
J8
J9
J10
Verkeersbord J6
Indien nodig laat de afdaler (=tegenligger) de klimmer voor gaan. Schakel tijdig terug naar een lagere versnelling om voldoende trekkracht beschikbaar te hebben. Denk aan fietsers die meer ruimte op de weg nodig zullen hebben als ze heftig op de pedalen staan.
Verkeersbord J7
Laat de tegemoetkomende klimmer indien nodig voor gaan. Kies ook bij afdalen de juiste -lagere- versnelling, zodat het voertuig mede op de motor afremt. Doseer het remmen. Rem liever vaker kort en wat krachtig dan langdurig en constant, om fading van de remmen te voorkomen (vervorming).
Verkeersbord J8
Rijd defensief en minder tijdig snelheid. Zoek oogcontact met de andere bestuurder en/of gebaar en wees duidelijk in wat je doet. Rem tijdig als je voorrang moet verlenen; dan is de bedoeling van je gedrag veelal al duidelijk.
Verkeersbord J9
Vooraanduiding, die geplaatst wordt als de rotonde door de weg en omgevingscondities niet tijdig of pas te laat kan worden opgemerkt. Sorteer indien nodig tijdig voor en geef -in ieder geval bij verlaten van de rotonde- richting aan. Let op onzeker gedrag van anderen die ter plekke onbekend zijn.
Verkeersbord J10
Kijk -ondanks de beveiliging- altijd goed of je kunt oversteken. Techniek is tenslotte ook niet altijd feilloos. Laat de overweg vrij als je niet direct volledig kunt oversteken. Houd hierbij rekening met de lengte van je voertuig en de doorstroming op de weg over de spoorweg.
J11
J12
J13
J14
J15
Verkeersbord J11
Kijk -bij een overweg zonder overwegbomen- goed of er geen trein aan komt; stop het voertuig desnoods als het zicht op de aankomnde treinen onvoldoende is. Houd rekening -na passage van een trein- met de mogelijkheid dat er nog een trein aan kan komen.
Verkeersbord J12
Hierbij vind je slechts een enkel spoor, waarbij je overigens niet weet van welke kant je de trein kunt verwachten.
Verkeersbord J13
Overweg met twee of meer sporen, waarbij de treinen uit beide richtingen op de verschillende sporen kunnen rijden.
Verkeersbord J14
De tram vormt een uitzondering op de gebruikelijke verkeersregels. Een trambestuurder kan met de tram niet uitwijken en heeft in verhouding een lange remweg. Extra aandacht voor voertuigen -behalve de tram- die zich op de trambaan kunnen (taxi's) of mogen (voorrangsvoertuigen, onderhoudsvoertuigen of hulpdiensten) begeven.
Verkeersbord J15
Bij opening van de brug wordt dit met verkeerslichten geregeld. Reageer tijdig op deze lichten, vooral als het om een automatische afsluiting gaat. Waarschuw -indien nodig- het achteropkomend verkeer met de alarmknipperlichten.
J16
J17
J18
J19
J20
Verkeersbord J16
Matig de snelheid als er wegwerkzaamheden worden uitgevoerd. Wegwerkers zijn niet direct met het verkeer bezig maar met de werkzaamheden. Denk ook aan invoegend en uitrijdend bouwverkeer, modder of bouwresten op de rijbaan, wegverversmallingen etc. Bij asfalteren kan stoomontwikkeling ontstaan dat het zicht beperkt. Extra aandacht voor fietsers en bromfietsers op de rijbaan.
Verkeersbord J17
Pas tijdig de snelheid aan en houd rekening met 'inhalers' en bestuurders die hun koers verleggen om de versmalling te kunnen volgen. Los het voor laten gaan goed op; houd rekening met de andere weggebruikers.
Verkeersbord J18
Zie onder J17.
Verkeersbord J19
Zie onder J17
Verkeersbord J20
Gladheid en slipgevaar bestaat niet alleen bij vorst en sneeuw. Na een lange periode van droogte kan bij regen ook gladheid ontstaan door het oplossen van vuil en olie op het wegdek. Denk ook aan modder op de weg in agrarische gebieden. Houd voldoende afstand en pas de snelheid aan. Het ijdig afremmen op de motor -door een versnelling terugschakelen- kan soms verstandiger zijn dan het gebruik van de voetrem.
J21
J22
J23
J24
J25
Verkeersbord J21
Bord staat op plaatsen waar spelende of overstekende kinderen verwacht kunnen worden (scholen, speelplaatsen). Kijk ook tussen auto's door of door de ruiten van geparkeerde auto's om gedrag van kinderen tijdig in te schatten.
Verkeersbord J22
Kijk ver vooruit om tijdig voetgangers die oversteken of kunnen gaan oversteken op te merken. Laat duidelijk merken dat je hen voor laat gaan; tijdig snelheid minderen en afstand/ruimte geven.
Verkeersbord J23
Let op voetgangers die mogelijk gaan oversteken. Maak (oog)contact om duidelijkheid te krijgen.
Verkeersbord J24
Let op overstekende fietsers, snorfietsers en gehandicaptenvoertuigen. Houd er rekening mee dat deze bestuurders niet altijd goed op de hoogte zijn van de regelgeving op de weg.
Verkeersbord J25
Wordt geplaatst bij onderhoud of asfalteren van de weg. Houd rekening met schrikreacties door wegspringende steentjes. Het gevaar zit in de overgang tussen het oude en nieuwe wegdek, omdat de grip van de banden dan verschilt. Tweewielers zij dan extra kwetsbaar.
J26
J27
J28
J29
J30
Verkeersbord J26
Gebruik de parkeerrem en vergis u niet in de versnelling bij het wegrijden.
Verkeersbord J27
Veelal staan in gebieden waar wild voorkomt ook wildspiegels, zodat dit een extra attentiepunt kan zijn. Waarschuw bij oversteken van wild achteropkomend verkeer. Uitwijken is (helaas) doorgaans niet verstandig omdat er in deze gebieden aan de zijden van de weg meestal bomen staan.
Verkeersbord J28
Vermijd schrikreacties. Vee is lastig te geleiden. Wees geduldig en houd rekening met het vee en de begeleider.
Verkeersbord J29
Vaak geplaatst als twee banen worden teruggebracht tot één, of daar waar een versmalling van de weg is. Denk aan bestuurders die hun rijrichting verleggen en los het voor laten gaan van tegenliggers correct op.
Verkeersbord J30
Houd rekening met overmatig lawaai van de motoren van overvliegende vliegtuigen, vooral zomers bij open autoramen of open autodaken. Let op bestuurders die minder bekend zijn met de vliegtuigen en hun aandacht meer bij de overvliegende vliegtuigen hebben dan bij het verkeer.
J31
J32
J33
J34
J35
Verkeersbord J31
De windzak geeft de windrichting aan en geeft een idee van de kracht van de wind. Houd op bruggen en open velden vooral rekening met zwakke verkeersdeelnemers, welke instabiel zijn. Vrachtauto's, motoren, auto's met aanhangers en caravans kunnen extra moeite hebben hun koers te houden bij sterke wind.
Verkeersbord J32
Bord geplaatst als aankomende verkeerslichten niet tijdig zijn op te merken (bocht, gebouwen). Minder tijdig snelheid, houd achteropkomend verkeer in de gaten en geef -indien nodig- een signaal met de remlichten.
Verkeersbord J33
Bij filerijden blijkt de meest rechtse rijstrook de veiligste. Geef indien nodig bij aansluiten aan de file een signaal met alarmknipperlichten om achteropkomend verkeer te attenderen op de aankomende file. Let op het achteropkomend verkeer tot een ander aansluit en je jezelf afgedekt weet.
Verkeersbord J34
Bied hulp of waarschuw hulpdiensten als dit wenselijk mocht zijn. Rijd in andere gevallen zo vlot mogelijk door en let op het kijkgedrag (ramptoeristen) van anderen.
Verkeersbord J35
Voer de juiste verlichting en pas je rijgedrag en de snelheid aan. Door geregeld naar de nieuwsdiensten en de weers-verwachting te luisteren, kun je jezelf tijdig instellen op een veranderend weertype. Pas je gedrag constant aan, aan de weers- en omgevingscondities.
J36
J37
J38
--
Verkeersbord J36
Ga onder extreme weersomstandigheden de weg niet op als dit niet nodig is. Zie ook onder J35.
Verkeersbord J37
Algemeen gevaarteken, waarbij de aard van het gevaar op het onderbord wordt aangegeven.
Verkeersbord J38
Bedoeld om de snelheid van voertuigen -voornamelijk in woonwijken- te doen verminderen. Rem tijdig en overrijd met geringe snelheid. Het aanhouden van een constante rustige snelheid bevordert de functie van de drempels, het milieu en het behoud van je voertuig.

Lees verder

© 2009 - 2025 Jvd, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Vanaf 2021 is InfoNu gestopt met het publiceren van nieuwe artikelen. Het bestaande artikelbestand blijft beschikbaar, maar wordt niet meer geactualiseerd.
Bronnen en referenties
  • Autorij-instructie.nl
  • SWOV
Reacties
Barteling, 04-12-2012
Ik mis het nieuwe bord dat de maximumsnelheid in erven aangeeft. Verder een nuttige site!Reactie infoteur, 04-12-2012
Beste Harm,

Het bord valt -evenals vele andere snelheden- onder A1 (maximumsnelheid).
De verandering van "stapvoets" naar 15 in erven is niet aan me voorbij gegaan, maar is gezien de omvang van de berichtgeging (helaas) niet geschikt voor InfoNu.
Zie: http://www.autorij-instructie.nl/2012/04/erf-van-stapvoets-naar-15-km-per-uur/

Mvg - Sjaak
Bothof, 27-03-2011
Als je als groep met paarden oversteekt op een provinciale weg (60 of 80 Km/h), heb je formeel dan voorrang? Soms ontstaan levensgevaarlijke situaties! Een paard is nl. een kuddedier en als er een oversteekt volgen de andere! Mag een automobilist deze "colonne" doorbreken als bereden paarden, komend van een ruiterpad, de weg oversteken? Graag uw reactie en verwijzing naar links…Reactie infoteur, 27-03-2011
Beste Bothof,

In het algemeen kan je stellen dat bestuurders van rechts voorrang hebben op een kruising van gelijke orde (gelijkwaardig kruispunt). Is dit het geval, dan moeten van links komende bestuurders voorrang verlenen aan de ruiters.
Meestal zal de kruisende weg (60 - 80 km) een voorrangsweg zijn, zodat de ruiters voorrang zullen moeten verlenen. Het wel of niet doorbreken van een 'kolonne' paarden wordt niet beschreven.

Verder de volgende definities:
BESTUURDERS: alle weggebruikers behalve voetgangers.
Specifieker: fietsen, snorfietsen, bestuurders van brommobiel, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, een tram en… RUITERS, geleiders van rij- en trekdieren en vee, bestuurders van bespannen en onbespannen wagens

Bij een groep van paarden is(inderdaad) van een kolonne geen sprake. Ten aanzien van het voorrang verlenen of voor laten gaan, zijn onderstaande definities / omschrijvingen uit de wegenverkeerswet van belang. (bushalte en erf weggelaten)

MILITAIRE KOLONNE: een aantal zich achter elkaar bevindende militaire dan wel bij een onderdeel van de rampenbestrijdingsorganisatie in gebruik zijnde motorvoertuigen, onder één commandant, die de vastgestelde herkenningstekens voeren
GROEPEN VOETGANGERS: groepen voetgangers (bijvoorbeeld kolonnes, optochten en uitvaartstoeten) die de rijbaan gebruiken, volgen de regels die gelden voor de bestuurders van wagens
ROUWSTOET: een rouwstoet mag op een gelijkwaardige kruising niet doorsneden worden.

Binnnen deze omschrijvingen wordt een kolonne van paarden (of andere groepen weggebruikers dan genoemd) niet genoemd.
Een ruiter te paard moet dus gewoon de gangbare regels van bestuurders volgen.
Helaas zijn er geen uitzonderingen. Je zou misschien de gemeente kunnen verzoeken waarschuwingsborden of verkeerslichten te plaatsen op gevaarlijke kruispunten.

Mvg - Sjaak