Verkeersborden 1950 - Wegenverkeersreglement
De onderstaande verkeersborden zijn opgenomen in het "Wegenverkeersreglement" uit 1950. Het wegenverkeersreglement valt onder het verkeersrecht en is de voorloper van het huidige RVV 1990 waarin de verkeersborden en de verkeersregels zijn opgenomen, die we heden volgen. Vanuit nostalgische overwegingen vindt u onderstaand een overzicht van de Nederlandse verkeersborden -geïntroduceerd in 1951- plus de toen gehanteerde omschrijving van (verkeers) bord model 1 tot en met (verkeers) bord model 127.
Van Motor- en Rijwielwet 1905 tot Wegenverkeerswet - RVV 1990
Motor- en Rijwielwet 1905
De eerste Motor- en Rijwielwet dateert uit 1905. Alhoewel er reeds eerder voorschriften bestonden op het gebied van vervoer en verkeer, kwam er rond de eeuwwisseling meer behoefte aan eenduidige regelgeving. Het toenemende rijwielverkeer en de ontwikkeling van de automobiel/motorrijtuigen maakte dit noodzakelijk.
Wegenverkeerswet 1935
Lang voor de tweede wereldoorlog stond vast dat de verkeerswetgeving grondig moest worden herzien. Na een jarenlange voorbereiding kwam de Wegenverkeerswet 1935 tot stand, waarna het Wegenverkeersreglement (1938) en een Wegenverkeersbeschikking (1939) volgden. Door de bezetting in 1940 is de nieuwe verkeerswetgeving niet in werking getreden en werd vooral de Motor- en Rijwielwet uit 1905 gevolgd.
Wegenverkeerswet 1950
De Wegenverkeerswet en het Wegenverkeersreglement trad op 1 januari 1951 in werking. Na de tweede wereldoorlog werd een commissie aangesteld die de nieuwe reglementen ontwierp. Men baseerde zich hierbij op de “oude” regelgeving uit 1935, aangepast aan de verkeersontwikkeling voor 1950 en later.
(onderstaande verkeersborden en beschrijvingen vinden hun oorsprong in het Wegenverkeersreglement 1950)
Wegenverkeerswet - RVV 1966
Een verdergaande vernieuwing/actualisering van de verkeerswetgeving.
Het hoofdstuk verkeersregels uit het Wegenverkeersreglement uit 1950 wordt een afzonderlijk
Reglement Verkeersregels en
Verkeerstekens (RVV).
Wegenverkeerswet – RVV 1990
Het nieuwe
Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV 1990) treedt in werking op 1 november 1991. Het huidige RVV 1990 is heden ten dage -met de nodige aanpassingen in de loop der jaren- nog steeds van kracht.
Verkeersborden Nederland 1950 - Wegenverkeersreglement
Model 1
Het opschrift dient als voorbeeld. Ten aanzien van het einde inhaal- en wachtverbod wordt dit vervangen door "Einde inhaalverbod" of "Einde wachtverbod".
Model 2
Het opschrift dient als voorbeeld. Ten aanzien van het wachtverbod wordt dit vervangen door "Einde wachtverbod overzijde".
Model 3
Bord bebouwde kom, tevens plaatsnaambord.
De plaatsnaam dient als voorbeeld. Vermeldt het bord als plaatsnaam een onderdeel van een gemeente, dan wordt de naam van de gemeente onder de plaatsnaam vermeld, een en ander als in model 4.
Model 4
Bord bebouwde kom, tevens plaatsnaambord.
Aan de achterzijde van de modellen 3 en 4 bedoelde bord mag in witte letters op een lichtgrijze achtergrond de eerstvolgende belangrijke plaats, aan de weg gelegen, worden vermeld met een afstandsaanduiding, een en ander overeenkomstig onderstaand model.
Model 5
Achterzijde van het in de modellen 3 en 4 bedoelde bord.
Plaatsnaam en aantal kilometers dienen als voorbeeld
Model 6
Onderbord
Model 7
Bord snelheidsbeperking motorrijtuigen ten aanzien van bepaalde, binnen bebouwde kommen van gemeenten gelegen wegen, waarop in het algemeen een zeer grote verkeersdrukte heerst
Model 8
Bord snelheidsbeperking motorrijtuigen op bruggen en viaducten.
Als model 7, met dien verstande, dat het getal 15 wordt vervangen door het getal 6.
Model 9
Bord voorrangsweg.
Het bord van 20 cm. mag slechts binnen de bebouwde kommen als herhalingsbord achter het bord van 40 cm worden gebezigd.
Model 10
Bord nadering voorrangsweg, op de zijwegen te plaatsen.
Dit bord wordt aangebracht op de zijweg, op een afstand van ten hoogste 50 meter van de voorrangsweg, zodanig, dat de voorzijde van het bord, van de voorrangsweg af, zo min mogelijk gezien kan worden.
Indien de plaatselijk omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan een tweede bord bij wijze van voorwaarschuwingsbord worden aangebracht. Buiten de bebouwde kommen wordt uitsluitend het bord van 90 cm gebruikt. Binnen de bebouwde kommen bedraagt de afmeting 90 of 70 cm.
Model 11
Bord aanduidende, dat ter plaatse gestopt moet worden alvorens de genaderde kruising of splitsing van wegen wordt opgereden of opgegaan en dat voorrang moet worden verleend aan het verkeer, dat zich voortbeweegt langs de weg, welke de weg, waarop het bord is aangebracht, kruist of zich daarvan splitst
Model 12
Eindpunt van een voorrangsweg.
Dit bord wordt, zowel binnen als buiten bebouwde kommen, bij het eindpunt van een voorrangsweg aangebracht.
Model 13
Bord geslotenverklaring voor het verkeer met alle voertuigen, rij- en trekdieren en vee in beide richtingen.
Model 14
Bord geslotenverklaring voor het verkeer met alle voertuigen, rij- en trekdieren en vee in één richting.
Model 15
Bord geslotenverklaring voor het verkeer met alle voertuigen, rij- en trekdieren en vee in een andere richting dan die, welke de pijl aanwijst.
Model 16
Bord, aangevende éénrichtingsweg, aan te brengen aan de zijde, waar inrijden is toegestaan.
Model 17
Bord verbod voor het verkeer met alle voertuigen, rij- en trekdieren en vee de weg in te rijden of te gaan aan de andere zijde van het bord, dan die de pijl aanwijst.
Model 18
Bord geslotenverklaring voor motorrijtuigen op meer dan twee wielen.
Model 19
Bord geslotenverklaring voor motorrijtuigen op twee wielen.
Model 20
Bord geslotenverklaring voor het verkeer met rijwielen.
Model 21
Bord geslotenverklaring voor alle motorrijtuigen.
Model 22
Bord geslotenverklaring voor alle motorrijtuigen en verkeer met rijwielen.
Model 23
Bord geslotenverklaring voor motorrijtuigen op twee wielen en voor verkeer met rijwielen.
Model 24
Bord geslotenverklaring voor motorrijtuigen, waardoor één of meer aanhangwagens worden voortbewogen.
Model 25
Bord geslotenverklaring voor bespannen wagens.
Model 26
Bord geslotenverklaring voor onbespannen wagens.
Model 27
Bord geslotenverklaring voor alle wagens.
Indien de geslotenverklaring slechts een onderdeel van de in de modellen 25, 26 en 27 bedoelde categorieën betreft, wordt zulks aangegeven op een onder het bord bevestigd bord overeenkomstig model 6.
Model 28
Bord geslotenverklaring voor motorrijtuigen op meer dan twee wielen, welke met inbegrip van de lading een bij de geslotenverklaring te bepalen breedte te boven gaan en voor motorrijtuigen, waardoor één of meer aanhangwagens of opleggers worden voortbewogen, indien het samenstel van het motorrijtuig met de aanhangwagen(s) of de oplegger(s), met inbegrip van de lading, die breedte te boven gaat.
Model 29
Bord geslotenverklaring voor motorrijtuigen op meer dan twee wielen, welke met inbegrip van de lading een bij de geslotenverklaring te bepalen lengte te boven gaan, en voor motorrijtuigen, waardoor één of meer aanhangwagens of opleggers worden voortbewogen, indien het samenstel van het motorrijtuig met de aanhangwagen(s) of de oplegger(s), met inbegrip van de lading, die lengte te boven gaat.
Model 30
Bord geslotenverklaring voor motorrijtuigen op meer dan twee wielen, welke met inbegrip van de lading een bij de geslotenverklaring te bepalen breedte en lengte dan wel één daarvan te boven gaan, en voor motorrijtuigen waardoor één of meer aanhangwagens of opleggers worden voortbewogen, indien het samenstel van het motorrijtuig met de aanhangwagen(s) of de oplegger(s), met inbegrip van de lading, die breedte en lengte dan wel één daarvan te boven gaat.
Model 31
Bord geslotenverklaring voor voertuigen, welke met inbegrip van de lading een bij de geslotenverklaring te bepalen breedte te bovengaan.
Model 32
Bord geslotenverklaring voor voertuigen, welke met inbegrip van de lading een bij de geslotenverklaring te bepalen lengte te boven gaan, het trekdier, de disselboom of het lamoen niet meegerekend.
Model 33
Bord geslotenverklaring voor voertuigen, welke met inbegrip van de lading een bij de geslotenverklaring te bepalen breedte en lengte, voor het laatste het trekdier, de disselboom of het lamoen niet meegerekend, dan wel één daarvan te boven gaat.
Model 34
Bord geslotenverklaring voor voertuigen, welke met inbegrip van de lading een bij de geslotenverklaring te bepalen hoogte te boven gaat.
Model 35
Bord geslotenverklaring voor rij- en trekdieren en vee.
Model 36
Bord geslotenverklaring voor alle wagens en voor rij- en trekdieren en vee.
Model 37
Bord geslotenverklaring voor voetgangers.
Model 38
Bord geslotenverklaring voor alle wagens, rij- trekdieren en vee en voetgangers.
Model 39
Bord geslotenverklaring voor alle verkeer in beide richtingen, behalve voor motorrijtuigen, welke sneller mogen rijden dan 16 km per uur (autoweg), tevens aangevende verbod om stil te staan en te keren.
Model 40
Bord rijwielpad, tevens aanduidende, dat op dit pad verkeer met andere voertuigen dan rijwielen en met rij- en trekdieren en vee verboden is.
Dit bord geeft bestuurders van rijwielen, tenzij zij een ander dier dan een hond geleiden, tevens aan, dat het hun verboden is de rijbaan te volgen, indien het bord naar hun richting is gekeerd. Bovendien geeft dit bord aan, dat het bestuurders van motorrijtuigen als bedoeld in het eerste lid van artikel 63, verboden is met ingeschakelde hulpmotor over het rijwielpad te rijden met een grotere snelheid dan 20 km per uur.
Model 41
Bord rijwielpad, tevens aanduidende, dat op dit pad verkeer met andere voertuigen dan rijwielen en met rij- en trekdieren en vee verboden is.
Dit bord geeft tevens aan, dat bestuurders van motorrijtuigen, als bedoeld in het eerste lid van artikel 63 het rijwielpad niet mogen volgen, tenzij de hulpmotor is uitgeschakeld.
Model 42
Bord voerpad, tevens aanduidende, dat op dit pad verkeer met voertuigen, rij- en trekdieren en vee verboden is.
Model 43
Bord aanduidende, dat op de rijbaan verkeer in beide richtingen geoorloofd is.
Model 44
Bord verbod met een voertuig, een rij- of trekdier of vee links af te slaan.
Model 45
Bord verbod met een voertuig, een rij- of trekdier of vee rechts af te slaan.
Model 46
Bord verbod inhalen van motorrijtuigen op meer dan twee wielen onderling.
Model 47
Bod verbod doorgaan bij nadering van verkeer uit de tegengestelde richting.
Model 48
Bord verbod doorgaan voor verkeer uit de tegengestelde richting.
Model 49
Bord stopverbod.
Model 50
Bord stopverbod voor de linkerzijde van de weg.
Model 51
Bord stopverbod voor de rechterzijde van de weg.
Model 52
Bord stopverbod gedurende een bepaalde tijd.
Model 53
Bord stopverbod gedurende een bepaalde tijd voor de linkerzijde van de weg.
Model 54
Bord stopverbod gedurende een bepaalde tijd voor de rechterzijde van de weg.
Model 55
Bord wachtverbod.
Model 56
Bord wachtverbod voor de linkerzijde van de weg.
Model 57
Bord wachtverbod voor de rechterzijde van de weg.
Model 58
Bord wachtverbod gedurende een bepaalde tijd.
Model 59
Bord wachtverbod gedurende een bepaalde tijd voor de linkerzijde van de weg
Model 60
Bord wachtverbod gedurende een bepaalde tijd voor de rechterzijde van de weg.
Model 61
Bord wachtverbod langer dan een bepaalde tijd.
Model 62
Bord wachtbord langer dan een bepaalde tijd voor de linkerzijde van de weg.
Model 63
Bord wachtverbod langer dan een bepaalde tijd voor de rechterzijde van de weg
Model 64
Bord stopverbod (wachtverbod), dat op sommige tijdvakken voor de ene, opandere tijdvakken voor de andere zijde van de weg geldt.
Model 65
Verbod plaatsen van tweewielige rijwielen.
Model 66
Bord aangevende, dat motorrijtuigen op meer dan twee wielen en motorrijtuigen op twee wielen, welke voorzien zijn van stadsverlichting, bij ontstoken straatverlichting aan de voorzijde alleen stadslichten mogen gebruiken.
Motorrijtuigen op twee wielen, welke niet voorzien zin van stadsverlichting, mogen in dit geval slechts niet-verblindende verlichting voeren.
Model 67
Bord B-weg.
Model 68
Bord einde B-weg
Bord geslotenverklaring B-weg voor voertuigen, welke een bepaalde breedte of wieldruk te boven gaan.
Als model 67, met wijziging der cijfers overeenkomstig het besluit.
Model 70
Bord geslotenverklaring voor voertuigen, welke een bepaalde asdruk te boven gaan.
Model 71
Bord geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen, welke een bepaald totaal gewicht te boven gaan.
Model 72
Voorzijde verkeerszuil, welke met een voertuig, een rij- trekdier of vee, dat aan die zijde naderrt, slechts aan de rechterzijde voorbijgereden of voorbijgegaan mag worden.
Model 73
Voorzijde verkeerszuil, welke door motorrijtuigen, welke aan die zijde naderen, aan weerszijden voorbijgereden mag worden.
Model 74
Voorzijde verkeerszuil, welke aan de achterzijde van verkeersheuvels mag worden aangebracht.
Model 75
Achterzijde van de zuilen, waarvan de modellen 72, 73 en 74 de voorzijden aangeven.
Model 76
Stopteken voor het verkeer, dat de verkeersregelaar van voren nadert.
Model 77
Stopteken voor het verkeer, dat de verkeersregelaar van achteren nadert.
Model 78
Stopteken zowel voor het verkeer, dat de verkeersregelaar van voren, als voor het verkeer, dat hem van achteren nadert.
Model 79
Teken "Let op" voor het verkeer in de stopgezette richting, teken "Stop" voor het verkeer in de tot dusver vrije richting, teken "Kruising vrijmaken" voor het verkeer, dat zich op een kruispunt bevindt.
Zie de opmerking onder model 76.
Model 80
Rijteken voor het verkeer, dat aan de linkerzijde van de verkeersregelaar is opgesteld.
Model 81
Rijteken voor het verkeer, dat aan de rechterzijde van de verkeersregelaar is opgesteld.
Model 82
Rijteken zowel voor het verkeer, dat aan de linkerzijde, als voor verkeer, dat aan de rechterzijde van de verkeersregelaar is opgesteld.
Model 83
Teken tot snelheid vermeerderen voor het verkeer, dat de verkeersregelaar van links nadert.
Model 84
Teken tot snelheid vermeerderen voor het verkeer, dat de verkeersregelaar van rechts nadert.
Model 85
Teken tot snelheid verminderen voor het verkeer, dat de verkeersregelaar van voren nadert.
Model 86
Teken tot snelheid verminderen voor het verkeer, dat de verkeersregelaar van achteren nadert.
Model87A
Bord stoppen.
Stopteken voor het verkeer op welke richting het bord loodrecht of nagenoeg loodrecht wordt getoond.
Model 87B
Bord doorrijden of doorgaan toegestaan.
Rijteken voor het verkeer op welks richting het bord loodrecht of nagenoeg loodrecht getoond wordt.
Model 88
Stopteken voor gebruik bij dag.
Model 89
Stopteken voor gebruik bij nacht of bij dag.
Model 90
Bord uitholling overdwars.
Model 91
Bord gevaarlijke bocht.
Model 92
Bord gevaarlijk kruispunt.
Model 93
Bord bewaakte spoorwegovergang.
a. binnen de bebouwde kommen op ongeveer 50 meter vóór het gevaarspunt,
b. buiten de bebouwde kommen op ongeveer 150 meter vóór het gevaarspunt.
Buiten bebouwde kommen worden op wegen met belangrijk wegverkeer bovendien bakens geplaatst overeenkomstig model 96, op de bij dat model omschreven wijze, waarbij dit bord aan weerszijden van de weg op de voorste bakens wordt aangebracht.
Model 94
Bord onbewaakte spoorwegovergang.
Het onderschrift onder model 93 is van overeenkomstige toepassing.
Binnen de bebouwde kom behoort het bord, indien het niet verlicht wordt door straatlantaarns, van een eigen verlichting te zijn voorzien.
Model 95
Bord beweegbare brug.
Beweegbare bruggen moeten zijn voorzien van rood en wit geblokte afsluitbomen of -hekken. Deze moeten zijn voorzien van reflectoren of reflecterende materialen.
Indien elektrische verlichting bij de brug aanwezig is, moeten de afsluitbomen of -hekken worden verlicht. Het verdient dan aanbeveling ter rechterzijde vóór de brug bovendien een donkergekleurde ronde bak aan te brengen, tegen het zonlicht afgeschermd, waarin bij geopende brug in rode letters het woord "stop" zichtbaar wordt. Moet het verkeer ter plaatse stoppen, dan moet onder de bak een rood stoplicht verschijnen.
Op de weg, leidende naar de beweegbare brug, kunnen bovendien bakens overeenkomstig model 96, op de bij dat model omschreven wijze, geplaatst worden, in welk geval bovenstaand bord aan weerszijden van de weg op de voorste bakens wordt aangebracht.
Model 96A
Bakens aanduidende, dat een spoorwegovergang of een beweegbare brug genaderd wordt.
De tekens in het bord dienen als voorbeeld en kunnen verschillen naargelang de plaatsing (rechts of links) of functie van het bord (spoorwegovergang of beweegbare brug). Bakens kunnen overeenkomstig model 93, 94 of 95 worden aangebracht.
Baknes worden geplaatst op een afstand tot het gevaarspunt van 240 meter (rechts en links).
Model 96B
Bakens, welke worden geplaatst op een afstand tot het gevaarspunt van 160 meter. (rechts en links)
Model 96C
Bakens, welke worden geplaatst op een afstand tot het gevaarspunt van 80 meter. (rechts en links)
Model 97
Bord gevaarlijke tramwegovergang. Bij het naderen van een tram moeten driehoek, letters en teken door middel van rood knipperend licht zichtbaar worden.
Het bord wordt binnen de bebouwde kom in de onmiddellijke nabijheid van de kruising, buiten de bebouwde kom op een afstand van ten hoogste 25 meter vóór de kruising geplaatst.
Model 98
Bord opgebroken weg.
Model 99
Bord wegversmalling
Model 100
Bord mogelijk slipgevaar
Model 101
Bord nadering school, speelterrein of andere plaats waar kinderen plegen over te steken.
Model 102
Bord oversteekplaats voor voetgangers.
Model 103
Bord overstekend groot wild.
Model 104
Bord kruising voorrangsweg met een weg, welke geen voorrang heeft.
Model 105
Bord aanduidende een ander gevaar dan een der gevaren bedoeld in de opschriften van de modellen 90 - 104.
Op het bord, aangebracht onder het driehoekige bord, wordt in zwarte letters een aanduiding omtrent de aard van het gevaar vermeld, bijvoorbeeld "Let op tegenligger" of "Fabrieksspoor".
Het woord in het onderbord dient als voorbeeld.
Model 106A
Aanduiding onbewaakte spoorwegovergang (Andreaskruis).
Enkel spoor. Maximum hoogte boven de begane grond 2.95 meter.
Model 106B
Twee of meer sporen.
Maximum hoogte boven de begane grond 3.20 meter.
De andreaskruisen worden alleen gebruikt buiten bebouwde kommen. Zij worden rechts van de weg op geen grotere afstand dan 25 meter van de spoorwegovergang geplaatst.
Bij onbewaakte spoorwegovergangen kan bovendien worden gebruik gemaakt van knipperlichten overeenkomstig model 107.
Model 107
Lichten voor onbewaakte spoorwegovergang (oranje, rood of groen).
Groen knipperlicht in langzaam tempo knipperend betekent: geen trein in aantocht.
Rood knipperlicht, in snel tempo knipperend betekent: stop, er is een trein in aantocht.
Oranje licht betekent: de (sein)inrichting is buiten werking.
Het bord met de lichten wordt vlak onder het Andreaskruis aangebracht en zodanig, dat het rode licht zich aan de zijde van de weg bevindt.
Model 108
Waarschuwingshek, aanduidende, dat een opengebroken weggedeelte, een wegvernauwing, een walkant of dergelijke wordt genaderd.
De modellen 109 - 111 zijn waarschuwingshekken als bedoeld in model 108, tevens met aanduiding van de rijrichting.
Model 109
Waarschuwingshek als omschreven bij model 108
Model 110
Waarschuwingshek als omschreven bij model 108
Model 111
Waarschuwingshek als omschreven bij model 108
Model 112
Bord aanduidende de verplichting tot stilhouden bij een douanekantoor.
Het onderste woord "Douane" kan aan de Duitse grens door "Zoll" worden vervangen.
Dit bord wordt in de nabijheid van het douanekantoor geplaatst. Als waarschuwingsbord kan een tweede bord overeenkomstig dit model worden aangebracht op 150 - 200 meter afstand van het douanekantoor. Die afstand wordt onder het bord op een bord overeenkomstig model 6 aangegeven, bijvoorbeeld "150 m".
Model 113
Bord autobushalte.
Dit bord wordt steeds rechthoekig op de as van de weg geplaatst; de aanduiding wordt aan beide zijden van het bord aangebracht. Onder het woord "bushalte" mogen nadere aanduidingen betreffende de autobusdienst worden opgenomen.
Model 114
Bord taxistandplaats, tevens wachtverbod ter plaatse, behalve voor het op het bord aangegeven aantal taxi's.
Het getal 6 dient als voorbeeld.
Model 115
Bord parkeerplaats.
Dit bord mag slechts worden geplaatst waar wachten zonder tijdsbeperking is toegestaan.
Model 116
Bord oversteekplaats voor wielrijders.
Model 117
Bord hulppost of meldingspost.
Model 118
Bord aanduidende, dat een hospitaal of ziekenhuis wordt genaderd.
Dit bord wordt gebruikt om aan de weggebruikers kenbaar te maken, dat zij rekening moeten houden met de aanwezigheid van een hospitaal of ziekenhuis, in het bijzonder door het zoveel mogelijk achterwege laten van geluidssignalen.
Model 119
Bord reparatiepost.
Model 120
Bord telefoon.
Model 121
Bord benzinepomp.
Dit bord duidt aan, dat op de aangegeven afstand een benzinepomp aanwezig is.
Het getal dient als voorbeeld.
Model 122
Voorwaarschuwingsbord bij tijdelijke afgesloten of slechts gedeeltelijk berijdbare wegen.
Maximum hoogte boven de begane grond 1 meter.
Model 123
Bord richtingsaanduiding.
Dit bord wordt gebruikt om het verkeer in bepaalde richting te leiden, zonder over te gaan tot geslotenverklaring voor het verkeer in een andere richting.
Model 124
Bord verkeersstremming.
Model 125
Aanduiding veevervoer.
Model 126
Aanduiding benzinevervoer.
Onder benzinevervoer wordt verstaan het vervoer van koolwaterstoffen en brandbare vloeistoffen, waarvan het vlampunt, bepaald volgens Abel Pensky, bij 670 mm kwikdruk lager dan 21 graden Celsius is gelegen, met uitzondering van die brandbare vloeistoffen, welke in elke verhouding met water mengbaar zijn.
Model 127
Lengtedriehoek.
Aanduiding geleed motorrijtuig of motorrijtuig met aanhangwagen.
Lees verder