Bravok: Wat je moet weten over je motor
Misschien moet je het rijbewijs nog halen, of ben je je al aan het oriënteren om jouw eerste motor uit te zoeken. Misschien ben je al een gevorderde motorrijder die na een (winter)pauze weer wil gaan rijden en zoek je even een geheugensteuntje, of misschien heb je altijd al je motor weggebracht naar een werkplaats of die handige vriend, en wil je nu zelf wel eens aan de gang om je eigen motor onder handen te nemen. In welk stadium je ook zit, zodra je de weg op gaat is enige technische kennis over de motor is voor iedereen van belang.
Vlak voordat je aan het examen verkeersdeelneming mag beginnen zal de examinator het vragen: "Wat kun je over de motor vertellen?". Natuurlijk zul je weten waar de rem zit, en hopelijk ook waar de noodstop schakelaar zit. Maar als (aankomend) motorrijder word je ook geacht het één en ander over de technische staat van de motor te weten. Vragen over de banden, vloeistof niveau's, remdruk... al deze onderwerpen word je geacht te kunnen dromen. Misschien vind je het onzin, maar om veilig aan het verkeer te kunnen deelnemen moet je in principe vóór elke rit al deze punten controleren. Doe je dat niet, dan heb je zo maar eens de kans dat je midden in het verkeer stil komt te staan. Of erger...
Motorcontrole "Bravok"
Natuurlijk is het niet eenvoudig om alle technische informatie over de motor uit je hoofd te leren. Gelukkig is er een heel handig ezelsbruggetje bedacht, genaamd
BRAVOK. Helaas kennen nog steeds veel cursisten die het examen verkeersdeelneming gaan proberen dit handige geheugensteuntje niet, terwijl het een zeer goede manier is om gelijk een goede indruk te maken op de examinator. Overigens is dit geheugensteuntje ook bij veel ervaren motorrijders niet bekend, dus zorg er daarom voor dat je het onthoudt en deel het met je collega-motorrijders, het is tenslotte voor je eigen veiligheid.
Bravok staat voor Banden, Remmen, Accu/Aandrijving, Verlichting/Vering, Olie en Koeling. Soms hoor je ook andere variaties, maar deze combinatie is doorgaans voor een technische inspectie van de motor voldoende.
Banden
Remmen
Accu / Aandrijving
Verlichting / Vering
Olie
Koeling
Banden
Banden spanning
De banden zijn het enige contact tussen de motor en het wegdek, en het is daarom zeer belangrijk dat deze optimaal kunnen werken. Een te lage spanning zorgt voor een hoger benzine verbruik, meer slijtage en dus een kortere levensduur van de band, maar ook voor een langere remafstand en een verminderde stuurprecisie in bochten. In de handleiding van de motor staat aangegeven wat de correcte bandenspanning is. Soms wordt er een andere bandenspanning aangeraden voor specifieke situaties, bijvoorbeeld bij langdurig op hoge snelheid rijden of wanneer je een passagier achterop meeneemt.
Ventieldopje
Het klinkt misschien flauw, maar zonder ventieldopjes kun je beter niet gaan rijden. Het kleine dopje zorgt er namelijk voor dat er geen vuil in het ventiel komt dat naar binnen geblazen kan worden wanneer je de banden oppompt. Vuil in de band kan bij hoge snelheid van binnen tegen het ventiel aandrukken waardoor de band tijdens het rijden leeg kan lopen. Ook zorgt het dopje dat de kans op beschadiging en roest kleiner is. Gebruik bij voorkeur metalen of aluminium ventieldopjes.
Profiel
Wettelijk is een profieldiepte van meer dan 1 millimeter verplicht. Maar de meeste motorrijders vervangen hun banden bij een profiel van minder van 2 millimeter. Het profiel zorgt namelijk voor de afvoer van water en vuil dat zich tussen de band en het wegdek bevindt waardoor de motor een betere grip op de weg houdt.
Slijtage
Een band heeft een zogenaamd "loopvlak", dit is het gedeelte van de band dat contact heeft met het wegdek. In principe moet een loopvlak gelijkmatig afslijten tijdens het rijden. Is de band ongelijkmatig afgesleten, dan kan het zijn dat de band scheef zit, het wiel niet recht is of er andere technische problemen zijn.
Veroudering
Wanneer een band ouder wordt kunnen er in de loop der tijd kleine haarscheurtjes ontstaan. Dit kan ook bijvoorbeeld door uitdroging gebeuren. Door deze haarscheurtjes is de kans op een klapband groter. Als een motor lang stil staat, bestaat daarnaast ook de kans dat een band door het gewicht van de motor zal vervormen.
Balansblokjes
Balansblokjes, ook wel bekend als balansgewichtjes, zijn kleine metalen toevoegingen op het wiel om deze beter te balanceren. Bekijk hoeveel, en waar deze zich bevinden op een wiel en probeer dit te onthouden. Controleer van te voren of er gewichtjes missen en indien dit zo is, is het raadzaam het wiel opnieuw te laten balanceren.
Vreemde objecten
Er kan tijdens het rijden van alles in het profiel achter blijven of blijven plakken aan de band. Kleine steentjes of stukjes glas in het profiel kun je doorgaans prima verwijderen. Zit het echt vast, of zitten er grote schroeven of spijkers in de band, laat deze dan verwijderen door een expert bij een garage. Doe deze inspectie voornamelijk visueel en niet door met je hand over de band heen te gaan. Want als het scherp genoeg is om in een band te snijden, is het doorgaans ook scherp genoeg om jezelf te verwonden.
Nieuwe banden
Wanneer banden recent zijn vervangen moeten deze eerst worden in gereden. Vanuit de fabriek worden banden namelijk voorzien van een waslaagje dat de eerste kilometers van de band moet slijten. Rijd daarom nieuwe banden voorzichtig in, en pas je weggedrag hier op aan. Algemeen wordt aangeraden te rijden zoals je met gladheid en vorst aan de grond moet rijden.
Remmen
Handrem afstand
Probeer de voorrem op je stuur, met je handschoenen aan, volledig in te drukken. Je moet er met alle vingers (behalve de duim) bij kunnen, lukt dit niet dan moet je de handrem iets bijstellen. Bij veel moderne motoren kun je de hendel iets van je afduwen waarna je aan een wieltje links van de hendel kunt draaien. Hiermee kun je de afstand van de rem tot het handvat vergroten of verkleinen. Vaak zit er een groef in het wieltje dat omhoog moet wijzen, hierdoor zet het wieltje zichzelf vast wanneer je de rem weer aantrekt.
Remvloeistof niveau
Controleer of je weerstand voelt wanneer je de voorrem indrukt. Controleer ook de achterrem op druk. Bij de meeste motoren zit rechts op het stuur een remvloeistof reservoir. Hierop staat een minimum en een maximum aangegeven. Te weinig remvloeistof vergroot het risico op luchtbellen in de leiding, waardoor je pompend moet gaan remmen om enige remdruk op te bouwen. En dat kan erg riskant zijn wanneer je onverwacht moet remmen. Controleer of het niveau nog voldoende is, en vul het zo nodig bij. Doe het bijvullen beheerst en voorzichtig, en dek bij voorkeur je motor af. Remvloeistof is zeer agressief en erg schadelijk voor de lak op je motor.
Remblokken
Een kleine daling van het remvloeistof niveau kan wijzen op slijtage van de remblokken. Bekijk de remblokken goed en controleer of ze aan vervanging toe zijn. Tegenwoordig hebben remblokken vaak slijtage indicatoren wat kan helpen om te bepalen of ze vervangen moeten worden.
Rem leidingen
Bekijk de remleidingen en controleer op lekkage. Dit kan druppelvorming zijn, maar ook kleine barstjes of slijtplekken.
Remschijven
Inspecteer de remschijven. De slijtage moet gelijkmatig plaatsvinden. Is dit niet het geval, dan bestaat de kans dat je remschijf niet helemaal meer recht is of er ergens iets aanloopt.
ABS
Wanneer de motor is uitgerust met ABS (Anti Blokkeer Systeem) moet bij het starten het ABS lampje op het dashboard branden. Vanaf een snelheid van 5 tot 10 kilometer per uur moet dit lampje vanzelf uit gaan.
Accu
Vloeistof niveau
Wanneer een motor geen onderhoudsvrije (vaste) accu heeft, maar een vloeistof accu, moet je controleren of de accu moet worden bijgevuld. Wanneer dit nodig is moet je deze aanvullen met gedestilleerd water.
Accu polen
Controleer of de klemmen stevig op de polen van de accu stevig vast zitten om te voorkomen dat deze tijdens het rijden kunnen losschieten. Bekijk of de polen tekenen van roest of oxidatie vertonen. Bescherm de polen hiertegen door er zo nu en dan een beetje zuurvrije vaseline op te smeren.
Bevestiging
Controleer of de accu stevig vast zit. Zit deze vast met een elastisch rubber, controleer dan of het rubber niet is uitgedroogd of barsten in het materiaal vertoond. Zitten er barsten of scheuren in, dan kan deze beter zo snel mogelijk vervangen worden.
Aandrijving
Cardan
Als de motor is uitgerust met een onderhoudsvrije cardan aandrijving valt er hier weinig te controleren. Wat je wel kunt doen is de speling van het wiel bekijken. Plaats beide handen aan weerszijde van het wiel, en probeer één kant naar je toe te trekken en de andere kant van je af te duwen. Zit hier erg veel beweging in kun je het beter even na laten kijken bij de garage.
Ketting
Controleer de staat van de ketting en zoek naar tekenen van slijtage. Vergeet niet regelmatig de ketting te smeren. Algemeen wordt aangeraden dit minimaal elke 500 kilometer te doen, maar bij lange ritten of slecht weer met veel regen kan het beter zijn dit vaker te doen. Smeer de ketting in wanneer deze warm is, dus bij voorkeur vlak na een rit.
Ketting speling
In het midden tussen de tandwielen dient de ketting maximaal 1,5 centimeter speling naar boven te hebben, en 1,5 centimeter naar beneden. In totaal mag de speling doorgaans niet meer dan 3 centimeter bedragen. Het kan zijn dat de speling kleiner moet zijn, kijk voor de juiste waarden in de handleiding van je motor.
Ketting tandwielen
Voel voorzichtig aan de randen van de tandwielen. Wanneer deze erg scherp zijn is het tijd om deze te vervangen. Zowel het tandwiel voor, als achter, én de ketting moeten altijd tegelijk vervangen worden.
Verlichting
Koplamp
Controleer of alle functies werken, denk hierbij aan stadslicht, dimlicht en groot licht. Controleer ook of de knop voor het lichtsignaal naar behoren werkt. Dit alles kun je eenvoudig controleren door bijvoorbeeld voor een raam of muur te gaan staan.
Controleer tenslotte de afstelling van de koplamp en stel deze indien nodig bij. Hoe dit moet is terug te vinden in de handleiding van de motor.
Richtingaanwijzers
Moderne motoren hebben zowel voor als achter richtingaanwijzers. Controleer goed of alle richtingaanwijzers branden, en ook daadwerkelijk knipperen. Branden ze continu, dan bestaat de kans dat de accu een te lage spanning heeft, of is er mogelijk iets mis met het elektrische systeem.
Achterlicht
Een goed werkend achterlicht is voor de motorrijder net zo belangrijk als de koplamp. Zorg dat deze voldoende licht uitstraalt en voldoende opvalt in het donker.
Remlicht
Controleer of het remlicht aan gaat wanneer je de handrem gebruikt. Daarnaast moet het remlicht ook gaan branden wanneer je de voetrem indrukt.
Dashboard lichtjes
Niet geheel onbelangrijk zijn de lampjes op het dashboard. Denk aan de lampjes voor de verlichting en de knipperlichten. Wanneer de motor in de neutrale versnelling staat hoort er een groen lampje op het dashboard te branden.
Kentekenplaat verlichting
Het wordt vaak over het hoofd gezien, maar ook dit lampje is erg belangrijk; de kentekenplaat verlichting. Het kenteken achterop moet ook in het donker duidelijk zichtbaar zijn voor andere weggebruikers.
Claxon
Controleer de claxon kort, bij voorkeur buiten de bebouwde kom wanneer er geen ander verkeer in de buurt is. Plotseling toeteren kan voor schrikreacties zorgen bij overige weggebruikers.
Vering
Voorvork
Controleer de oppervlakte van de voorvork grondig, en verwijder al het vuil. Dit is vooral belangrijk wanneer de voorvork niet is voorzien van zogenaamde "sokken", want vuil dat zicht vastzet op de voorvork kan zorgen voor lekkage. Wanneer de voor-dempers lekken is dit te zien aan olie afzetting in de vorm van ringen.
Achtervering
Controleer de achterveren en bekijk of deze naar behoren inveren en volledig terug keren naar de begin positie.
Gasvering
Sommige motoren zijn uitgerust met gasvering in plaats van olievering. Controleer in dit geval de vering goed op barstjes en diepe krassen, want in tegenstelling tot olie lekkage kun je de lekkage van gas nagenoeg niet zien.
Instelling
Zorg dat de vering correct is ingesteld voor de rit. Net als met de bandenspanning kan het voorkomen dat voor verschillende situaties de vering anders ingesteld moet worden. Controleer dit in de handleiding van de motor.
Olie
Olie niveau
Controleer of er voldoende olie aanwezig is. Vaak is de dop gelijk de pijlstok. Zorg dat de motor afgekoeld is, even een paar minuten stil heeft gestaan en goed rechtop staat. Schroef de dop met peilstok los en veeg deze af aan een niet-pluizende doek. Steek de peilstok terug in het gat zonder de dop dicht te schroeven. Haal de peilstok er weer uit en bekijk of er nog voldoende olie aanwezig is (op de peilstok bevind zich een minimum en maximum streepje, of een gearceerd gebied). Als het niveau te laag is moet je de olie bijvullen totdat je aan de peilstok kunt zien dat het voldoende is.
Welke olie je moet hebben verschilt vaak per motor en per seizoen, dus kijk hiervoor in de handleiding van de motor. Gooi geen goedkope supermarkt olie en dure merk olie door elkaar, dit heeft weinig zin en is zonde van de dure olie. Spoel gebruikte olie niet door de gootsteen of in een rioolput, maar lever het - bij voorkeur in de originele verpakking - in bij de milieustraat!
Koeling
Radiator
Een motor koelt alleen goed als het de opgebouwde warmte kwijt kan. Een vieze radiator kan de warmte slecht afstaan aan de omgeving, dus is het belangrijk dat deze goed schoon is. Zorg er voor dat de radiator goed is afgekoeld. Vuil vliegt van voren tegen de radiator aan, dus maak deze met een zachte borstel goed schoon vanaf de achterkant. Een hogedrukreiniger kan schade veroorzaken als je deze op de radiator richt, dus doe dit vooral niet.
Koelvloeistof
Controleer, wanneer de motor is afgekoeld, of er voldoende koelvloeistof aanwezig is. Waar je dit doet en waar het bijgevuld moet worden verschilt per motor, dus zoek dit even op in de handleiding van de motor.
Conclusie
Al met al zijn er voor een motorrijder veel punten om op te letten voordat hij of zij met een veilige motor de weg op kan. Natuurlijk zul je niet alles direct uit je hoofd kunnen opdreunen, maar probeer met behulp van het
BRAVOK systeem in ieder geval zoveel mogelijk te onthouden. Pas de controle consequent toe en laat je niet afschrikken door de hoeveelheid tijd dat dit in beslag neemt. Voor een ervaren motorrijder duurt een dergelijke controle hooguit een paar minuten. Natuurlijk kun je niet alles controleren, en er kan ook tijdens de rit van alles gebeuren. Maar hoe meer je over je motor weet, hoe minder je voor onverwachte verassingen komt te staan.