Regels voor autostoeltjes in 2020

Sinds een paar jaar (2016). Is er een nieuwe regelgeving gekomen voor het keuren van autostoelen. Zo wordt er niet meer naar gewicht gekeken maar meer naar leeftijd en lengte van het kind. Voor veel ouders is daarna de vraag ontstaan of de autostoeltjes die gekeurd zijn voor 2016 nog wel gebruikt mogen worden of dat iedereen nieuwe stoeltjes voor hun kinderen moet gaan aanschaffen. Hoewel er geen stoeltjes meer worden gemaakt via de oude regelgeving mogen deze nog wel verkocht en gebruikt worden. Deze stoelen zullen vanzelf uit de winkels verdwijnen en dus moeten de ouders over gaan op de "nieuw" gekeurde autostoelen.

Inhoudsopgave

• Regels voor de autostoeltjes in 2020
• Reizen met het Openbaar vervoer
• Wanneer moet welk autostoeltje gebruikt worden?
• Regels van het vervoeren van kinderen in het buitenland

Regels voor de autostoeltjes in 2020

Begin 2017 heeft er een verandering plaatsgevonden in de regels van autostoeltjes. Kinderen die voorheen in groep 2 qua lengte en gewicht vallen mogen niet langer op alleen de verhoger plaatsnemen in de auto. Deze groep kinderen moet verplicht in een autostoel met rugleuning vervoerd worden. Pas als een kind meer dan 22 kilo weegt en ook nog eens groter is dan 125 centimeter mag deze op alleen een verhoger vervoerd worden. Veel ouders hebben nog oude stoeltjes die wel zijn goedgekeurd om te gebruiken in het verkeer. Deze stoeltjes mogen nog wel steeds gebruikt worden maar mogen niet meer gemaakt worden.

Eisen

De eisen voor de fabrikanten zijn strenger geworden. Tot eind 2016 mochten de stoelen voldoen aan de zogenoemde R44-norm (Europese richtlijn). In fases worden de stoelen aangepast naar een R129-norm. Voor maxicosi's is deze regel al ingegaan in 2013. Kinderen tot 15 maanden moeten verplicht achterwaarts in de auto plaats gaan nemen (i-size-regelgeving). Deze stoeltjes zijn ook nog eens een stuk groter en duurder dan de stoelen onder de R44-norm en hebben vaak ook een andere bevestiging in de auto. Vanaf 2013 worden ook auto's hierop aangepast. In merendeel van de auto's zijn speciale i-size-readyplaatsen gemaakt. Vanaf 2019 worden er geen stoeltjes meer gemaakt volgens de R44-norm. Deze stoelen zullen daardoor ook langzaam gaan verdwijnen uit de winkels. Ouders met stoeltjes, die aan de hand van de R44-norm zijn gemaakt, mogen deze stoeltjes wel nog gewoon gebruiken. Het advies is echter wel om stoeltjes aan te schaffen volgens de R129/i-Size norm.

Vanaf eind 2016 waren de autostoelen in groep 2 aan de beurt om veiliger te worden. De fabrikanten worden door de R129-norm verplicht om de autostoelen in groep 2 met rugleuningen te maken en te verkopen. Daarom worden er vanaf de zomer van 2017 geen autostoeltjes in groep 2 meer gemaakt zonder deze rugleuning. In de winkels zullen de oude stoelen die onder de R44-norm waren goedgekeurd wel verkocht blijven worden omdat de regelgeving nog geen wet voor de consument is. De ouders kunnen zelf bepalen welk van de twee stoelen ze willen aanschaffen voor hun kind. De oude R44-normstoeltjes zullen alleen niet meer worden geproduceerd dus uiteindelijk ook van de markt gaan verdwijnen. Dit alles om de veiligheid van kinderen in de auto te verhogen.

Verschil R-44 stoel en I-Size

Groep 0 (achteruit) R44: tot 13 kilo
Groep 0 (achteruit) I-Size: tot 83 centimeter en tot minimaal 15 maanden
Groep 1 (vooruit) R44: 9 tot 18 kilo
Groep 1 (vooruit) I-Size: 60 tot 105 centimeter en vanaf 15 maanden
Groep 2/3 (vooruit) R44: 15 tot 36 kilo (alleen stoelverhoger mag ook)
Groep 2/3 (vooruit) I-Size: 105 centimeter tot 135 centimeter (stoel met rugleuning)

Uitzonderingen voor autostoeltjes

• In auto's zonder gordel achterin mogen kinderen tot 3 jaar niet vervoerd worden. Kinderen vanaf 3 jaar mogen los op de achterbank zitten.
• In auto's zonder gordels voor- en achterin mogen kinderen tot 3 jaar niet vervoerd worden. Vanaf 3 jaar tot een lengte van 135 centimeter mogen kinderen alleen achterin zonder gordel vervoerd worden.
• Als er in een auto al twee autostoeltjes zitten en een derde past er niet tussen dan mogen kinderen vanaf 3 jaar zonder autostoeltje op de achterbank vervoerd worden mits ze wel de autogordel om hebben.
• Bij fysieke problemen kan er voor kinderen onder de 135 centimeter bij het CBR (centraal bureau rijvaardigheden) een vrijstelling worden aangevraagd. Zonder deze vrijstelling moeten de ouders de regelgeving voor hun kinderen volgen.
• Zit het kind in een rolstoel dan mag het kind in de rolstoel in de auto vervoerd worden.
• In stationwagens waar achter de achterbank nog een speciaal kinderbankje is gemaakt (door de garage) hoeven kinderen niet op een autostoeltje te zitten. Deze bank is speciaal voor kinderen gemaakt.

Uitzonderingen voor vervoer van kinderen in een auto van een ander

Kinderen ouder dan 3 jaar mogen incidenteel in auto's van derden zonder autostoeltje vervoerd worden. Maar deze kinderen moeten dan wel in de autogordel. Hier gelden wel weer aparte regels voor:

• Kinderen mogen alleen achterin de auto vervoerd worden.
• Kinderen mogen alleen een beperkte afstand vervoerd worden (dus niet op vakantietripjes).
• Incidenteel telt alleen bij bijvoorbeeld een uitwedstrijd met het sporten. Wekelijkse lessen of kinderopvang valt in dit geval niet onder incidenteel. De praktijk wijst echter uit dat hier over het algemeen redelijk coulant mee wordt omgegaan door de politie.
• Autostoeltjes die aanwezig zijn in de auto moeten wel worden gebruikt.

Reizen met het Openbaar vervoer

Voor het reizen met Openbaar vervoer gelden geheel andere regels.

Taxivervoer

In een taxi mogen kinderen vanaf 3 jaar achterin de auto zonder stoel zitten, maar ze moeten dan wel in de gordel. Kinderen jonger dan 3 jaar mogen 'los' achter in de auto zitten zonder stoel. Ze zitten dan op schoot bij één van de ouders. Pas vanaf 135 centimeter mogen kinderen in een taxi ook voorin plaatsnemen. Aangezien een taxi als openbaarvervoer gezien wordt telt daarom ook de uitzondering dat autostoeltjes niet verplicht zijn, maar het is natuurlijk wel veiliger om deze te gebruiken indien de ouders zelf een autostoel hebben. Neem dan van te voren contact op met het taxibedrijf om aan te geven dat het kind in een eigen autostoel komt te zitten. Ook hebben verschillende taximaatschappijen zelf autostoeltjes voor kinderen. Deze kun dan bij het reserveren van de taxi aangevraagd worden. Zo kunnen de kinderen toch veilig vervoerd worden.

Busvervoer

In de meeste reisbussen zitten tegenwoordig gordels (niet in bussen van voor 1995). In deze bussen is iedereen dus verplicht een gordel te dragen. Kinderen ouder dan 3 jaar moeten zelf een stoel in de bus hebben en indien een gordel aanwezig is moeten de kinderen ook in de gordel. Kinderen jonger dan drie jaar mogen 'los' in de bus zitten maar dan wel op schoot of zelf op een stoel als er genoeg ruimte is.

Wanneer moet welk autostoeltje gebruikt worden?

In totaal zijn er vier verschillende groepen waarin autostoeltjes kunnen worden verdeeld. Deze groepen zijn ingedeeld in lengte en gewicht van de kinderen.

Groep 0

Groep 0 heeft 2 categorieën. De 0-10 kilo en de 0-13 kilo. In de eerste categorie worden kinderen liggend vervoerd in goedgekeurde reiswiegjes. Deze mogen alleen gebruikt worden als het kind niet in een maxicosi vervoerd mag worden. De tweede categorie is de maxicosi. De meeste maxicosi's worden tegen de rijrichting ingezet op de achterbank en met de driepuntsgordel vastgezet. Er zijn ook maxicosi's die een vast onderstel hebben dat in de auto wordt vastgezet (isofix). De maxicosi hoeft dan alleen op het onderstel vastgezet te worden zonder gebruik te maken van de autogordel. Als er bij de bijrijdersstoel geen airbag is dan mag de maxicosi ook achterwaarts vastgezet worden op de bijrijdersstoel. De maxicosi zorgt voor voldoende steun in de nek en de rug van de baby. Zodra de baby te groot of te zwaar wordt voor de maxicosi dan moet men over op de volgende groep autostoelen.

Groep 1

Groep 1 bestaat uit autostoelen voor kinderen van 9-18 kilo. Deze stoelen worden op de achterbank met de rijrichting mee neergezet. Met de driepuntsgordel wordt de stoel aan de bank vastgezet en in de stoel zit een eigen gordel van twee bandjes die over de schouders gaan en die tussen de benen van het kind worden vastgezet met het derde deel, dat aan de zitting van de kinderstoel vast zit. Er zijn ook autostoeltjes in groep 1 die tegen de rijrichting in, op de bank worden vastgezet.

Groep 2 en groep 3

Als het gaat om de autostoeltjes gaat het bij groep 2 (15 t/m 25 kg) en groep 3 (22 t/m 36 kg) om hetzelfde type zitje; een stoelverhoger met een verwijderbare rugleuning. De gordel die gedragen wordt is de driepuntsgordel van de auto zelf. Met de rugleuning krijgen de kinderen meer steun in de rug en wordt de gordel ook door de gordelhouder opgevangen zodat deze niet in de hals van de kinderen snijdt. Kinderen vanaf 15 kilo mogen in deze autostoeltjes zonder rugleuning zitten (al is dat niet verstandig). Volgens de regels van de autostoeltjes hebben de ouders de keuze of ze hun kinderen op die stoelverhogers met of zonder rugleuning zetten.

Regels van het vervoeren van kinderen in het buitenland

In heel Europa gelden dezelfde regels voor het vervoeren van kinderen in de auto. Nederland heeft echter een uitzondering gemaakt op de lengte van de kinderen. In Nederland mogen kinderen vanaf 135 centimeter zonder autostoeltje reizen. In het buitenland echter is de Europese richtlijn dat alle kinderen onder de 150 centimeter een autostoeltje of verhoger nodig hebben. Houd hier dus rekening mee wanneer u naar het buitenland reist.

Lees verder

• Kinderen vervoeren met de fiets of bakfiets