De Porsche 944: Geschiedenis, modellen en prijzen

Een van de populairdere “nieuwe” oldtimers of youngtimers is de 944. Dit model is tegenwoordig nog steeds relatief laag geprijsd voor de kwaliteiten die de auto biedt. De groeiende aandacht voor deze, in sommige gevallen al belastingvrije, Porsche zorgt momenteel voor stijgende prijzen wat de status van een echte oldtimer bevestigd.

Introductie

In de jaren zeventig werd door Porsche de 924, in samenwerking met Audi en Volkswagen, op de markt gezet als een goedkoop instapmodel. Deze stap was wel nodig voor Porsche, aangezien de financiën niet meer geheel op orde waren en de 911 in de ogen van het bedrijf zelf niet meer lang mee zou kunnen draaien. De introductie van de 924 werd helaas ontvangen met een hoop kritiek, de auto zou de naam Porsche niet waardig zijn vanwege het lage vermogen van vooral het Amerikaanse basismodel. Hoewel de 924 toch nog zou doorlopen tot 1988, werd er in 1982 al een krachtigere, modernere en betrouwbaardere opvolger op de markt gezet: De 944.

De 944 leek qua uiterlijk (interieur en exterieur) sterk op de 924, echter waren bij dit nieuwe model de wielkasten een stuk breder uitgekopt als meest in het oog springende wijziging. Voor de 944 werd hetzelfde platform gebruikt als bij de 924, maar qua techniek was de 944 een stuk moderner en krachtiger: Er lag ook een echte Porsche motor in, in tegenstelling tot de Audi motor van de 924. Ondanks dit gegeven werd ook de 944 niet gezien als volwaardige Porsche, misschien een resultaat van het sterk op de 924 gelijkende uiterlijk, misschien ook een resultaat van de toch aanwezige samenwerking van Audi bij ook dit model.

944 Type I en Type II

Bij de introductie in 1982 werd de 944 uitgerust met een 2.5L 4cilinder. In feite was deze motor gebaseerd op een halve V8 van de Porsche 928, hoewel de onderdelen nauwelijks uitwisselbaar waren in de praktijk. Het vermogen lag bij het eerste model op 163pk, met een acceleratie van 0-100 in 8.3 seconden. De topsnelheid bedroeg zo’n 220 km/h en het rijgedrag was uitzonderlijk goed te noemen; mede te danken aan de bijna perfecte gewichtsverdeling van 50.7-49.3.
In 1985 kwam Porsche met een vernieuwde 944 op de markt, die tegenwoordig als Type II bekend staat. Deze 944 Type II had naast een vernieuwd interieur en andere velgen ook een aantal interne wijzigingen.

944 Turbo en 944S

1985 was ook het jaar waarin de 944 Turbo gepresenteerd werd. Deze auto kreeg een vermogen mee van 220pk, of 217 voor de Amerikaanse uitvoering door de strengere milieu-eisen. De topsnelheid van deze krachtigere 944 lag op 261km/h. Twee jaar na de omslag naar Type II en de invoering van de Turbo kwam er weer een extra model bij, de 944S. Deze S stond voor Sport en bevatte 190pk, wat de auto een topsnelheid gaf van 230km/h. Weer één jaar later, in 1988, werd er ook een Turbo geleverd in S uitvoering. Deze 944 Turbo S had 27pk meer dan de standaard Turbo, waarmee het totaal op 247pk kwam. Vanaf 1989 werd de standaard Turbo echter niet meer geleverd; alle 944 Turbo’s kregen nu het S pakket en de toevoeging S verdween daarmee van het typeplaatje. In 1989 werd tevens de 2.5L motor ingeruild voor een 2.7L motor. Hieruit werd echter maar 2pk meer gehaald, de topsnelheid bleef 220km/h.

944S2

De 944S2 die hetzelfde jaar gepresenteerd werd had echter meer vermogen, met zo’n 208pk. Dit vermogen werd uit een 3.0L 4cilinder motor geperst, wat deze motor de grootste 4cilinder motor tot dan toe maakte. De maximale snelheid van deze S2 was 240km/h, met een acceleratie van 0 naar 100 in 6.2 seconden. Van deze S2 zou tevens als eerste type een cabrio geleverd gaan worden met 211pk.

Laatste jaren

Vanaf 1990 werd de standaard 944 met de 2.7L motor uit het aanbod geschrapt. De overige modellen bleven wel verkrijgbaar, vanaf 1991 aangevuld met de 250pk sterke 944 Turbo Cabrio. Van deze laatste werden er echter maar 625 gemaakt, hoewel ook lagere productieaantallen genoemd worden. In 1990 werd er ook begonnen met het ontwerp van een nieuwe 944, de S3. Deze werd uiteindelijk echter zowel in uiterlijk als techniek dusdanig anders dan de normale 944, dat hiervoor ook een andere typeaanduiding werd gekozen: De Porsche 968. Deze had een 3.0L motor met 245pk, maar zou niet hetzelfde succes smaken als de 944, waarvan de productie in 1991 stopte. De 968 nam het over vanaf 1992 tot 1995.

Uiteindelijk kan gesteld worden dat de 944 voor Porsche een verkoopsucces is geworden. Er zijn van dit type zelfs meer verkocht dan van de 924, hoewel de looptijd van de laatste veel langer was. De groeiende aandacht voor beide modellen zorgt momenteel voor een stijging in de prijzen, wat het restaureren van deze auto’s ook weer interessant gaat maken.

Productieaantallen

• 944: 113.070 stuks
• 944 S: 12.936 stuks
• 944 S2: minimaal 6500 stuks
• 944 S2 Cabrio: 5640 stuks
• 944 Turbo: 23.482 stuks
• 944 Turbo S: 1000 stuks
• 944 Turbo Cabrio: 625 stuks
• S2 cabrio: 5640

Prijzen

Momenteel ligt het overlevingspercentage van de 944, net als bij de 924, zo rond de 40%. Dit is helaas het resultaat van de toch iets duurdere onderhoudskosten van de 944 in vergelijking tot de 924. Van de duurdere en exclusievere modellen zijn er gelukkig echter meer overgebleven. De prijzen die momenteel betaald worden voor een goede 944 ligt zo rond de 4000 euro. Een Type II doet daarbij nog eens 500 euro bovenop; hetzelfde als de prijs van een 944S. De turbo’s liggen rond de 7000 euro. Hierbij moet worden aangetekend dat cabrio’s meer opbrengen en dat de genoemde prijzen voor auto’s zijn die in een goede staat verkeren. In een bijna perfecte staat kosten de auto’s zo’n 25 tot 50% meer. Er moet echter worden aangetekend dat deze lage prijzen er net als bij de 924 voor gezorgd hebben dat er nog weinig goede 944’s te koop zijn.