Controleer maandelijks uw bandenspanning
Banden zijn het enige contact van de auto met het wegdek. Afgesleten of versleten banden zijn levensgevaarlijk. Met afgesleten banden verliest de wagen sneller zijn grip op het wegdek en wordt de remafstand groter. Een juiste bandenspanning komt uw veiligheid en die van anderen ten goede. Door regelmatige controle van uw banden en het op spanning houden van uw banden bespaart u al snel één tot twee volle tanks per jaar. Maar er zijn nog meer redenen voor een juiste bandenspanning.
Bandenslijtage
Een te lage bandenspanning zorgt ervoor dat de banden sneller slijten. De banden kunnen zelfs oververhit raken als de bandenspanning te laag is waardoor er onveilige situaties kunnen ontstaan. Als dit gebeurt dan raken de banden meestal onherstelbaar beschadigd. Een lage bandenspanning zorgt tevens voor een hoger brandstofverbruik. Controleer daarom regelmatig de profieldiepte van de banden. Dat kan eenvoudig en snel aan de hand van slijtindicatoren. Dat zijn blokvormige uitstulpingen in de hoofdgroeven van de band. Ze zijn duidelijk zichtbaar wanneer het loopvlak tot 1,6 mm – het wettelijke diepteprofiel – versleten is. Aangeraden is om je banden dan zo snel mogelijk te vervangen. Bij twijfel, of indien je een onregelmatigheid ontdekt, raadpleeg onmiddellijk een bandenspecialist.
N.B.: Als uw banden 20% te zacht zijn, verkort u de levensduur met een kwart. In plaats van 80.000 kilometer rijdt u dan nog maar 60.000 kilometer met een setje banden.
Een te hoge bandenspanning is ook weer niet goed, omdat het contact tussen de banden en het wegdek zo minder wordt. Dit kan levensgevaarlijk zijn, met name bij glad weer. Ook slijten uw banden sneller als deze te hard zijn.
Meer rijcomfort
Een correcte bandenspanning is belangrijk voor de stabiliteit van de wagen bij het remmen en helpt de controle over het voertuig beter te behouden. Bovendien helpt het bandenpech voorkomen en verbruik je minder brandstof.
De aanbevolen bandenspanning verschilt per type en merk. De correcte spanning vind je terug in het instructieboekje van de auto of aan de binnenkant van de tankdop.
Meer veiligheid
Zachte banden hebben tot gevolg dat uw auto minder grip heeft op het asfalt. Dit betekent een langere remweg en een hogere slipkans. Banden met voldoende druk zorgen voor een beter wegligging en een kortere remweg.
Controleer de bandenspanning ook voordat u op vakantie gaat. Als u met een (vol)beladen auto op pad gaat is het in de meeste gevallen noodzakelijk om de bandenspanning aan te passen.
Hoe moet je de bandenspanning controleren
- Regelmatige controle van de spanning: Elke van band verlies geleidelijk lucht. Om zeker te zijn dat je met de juiste bandenspanning rijdt, kun je het beste elke maand even de spanning controleren.
- Controleer de banden in koude toestand: Omdat de spanning tijdens het rijden oploopt, kun je het beste meten bij koude banden (minder dan drie kilometer gereden). Bij warme banden moet je de aanbevolen waarde met 0,3 bar verhogen.
- Volg de voorgeschreven spanning: De aanbevolen bandenspanning verschilt per type en merk. Er is een adviesspanning voor het gebruik op de autosnelweg en een hogere adviesspanning voor beladen toestand. Voor brandstofbesparing biedt deze hogere adviesspanning het meest effect.
- Let bij voelbare of zichtbare afwijkingen op beschadigingen: Vaak merkt u vanzelf dat er iets mis is. U voelt dan afwijkend weggedrag. Er kan bijvoorbeeld een scheurtje of een spijker in de band zitten. In géén geval dient deze band bijgepompt te worden, maar direct te worden vervangen door de reserveband en dan naar een bandenspecialist of garage voor reparatie.
- Controleer ook regelmatig de reserveband: Breng deze op de hoogste adviesspanning. Mocht je onverhoopt een lekke band krijgen, dan is de reserveband direct te monteren.
- Zorg voor een ventiel – of stofdopje: Dit houdt vuil en stof buiten en lucht in de band.
Tegenwoordig kun je de bandenspanning ook elektronisch in de gaten houden. Zo zijn er diverse elektronische bandenspanningmeters op de markt verkrijgbaar. In de toekomst zullen nieuwe sensoren de banden gaan bewaken en de bestuurder op tijd waarschuwen bij een te lage spanning.
Consequenties te lage bandenspanning:
- Een bandenspanning die 0,2 bar te laag is, geeft 1% meer brandstofverbruik en verkort de levensduur met 10%.
- Een bandenspanning die 0,4 bar te laag is, geeft 2% meer brandstofverbruik en verkort de levensduur met 25%.
- Een bandenspanning die 0,6 bar te laag is, resulteert in een 4% hoger brandstofverbruik, terwijl de levensduur van de band afneemt met 45%.
Conclusie
Een juiste bandenspanning levert niet alleen brandstofbesparing op, maar zorgt er ook voor dat de banden langer meegaan en dat je comfortabeler en veiliger rijdt.