De historie van Dodge
Het Amerikaanse Dodge begon als bescheiden onderdelen- en fietsenfabrikant maar groeide onder leiding van de broeders Dodge al gauw uit tot één van Amerika's grootste autoconstructeurs. Via Ford en Chrysler groeide Dodge uit tot het sportieve jongetje van de klas. Het maakte furore met indrukwekkende muscle cars maar werd door de oliecrisis gedwongen de zaken anders aan te pakken. Lees hoe het merk haar hoogtijdagen vierde en tegenwoordig zijn best doet om het oude imago in stand te houden.
De samenwerking met Ford
De broers John en Horace Dodge begonnen eind 19e eeuw met het vervaardigen van fietsen en onderdelen voor de auto-industrie. Hun onderneming kwam in een stroomversnelling terecht toen de broers in 1901 een machine-onderdelenwinkel openden in Detroit en begonnen met de productie van transmissies voor Olds Motor Works. Zij sloten al snel een lucratieve deal met Henry Ford: de broeders Dodge gingen motoren maken voor de Ford Motor Company, in ruil voor een aandeel van 10%. Het ging echter zo goed, dat John en Horace Dodge al snel verantwoordelijk waren voor de productie van alle mechanische onderdelen van Ford's modellen. Ford groeide uit tot 's wereld's grootste autoproducent maar de Dodge broeders zagen hun aandeel maar niet stijgen, dit natuurlijk tot hun grote onvrede. Na 12 jaar kwam er een einde aan de samenwerking tussen John en Horace Dodge en Ford.
John en Horace maken Dodge Brothers Inc. groot
Nadat de wegen van de Dodge-broers en Ford waren gescheiden, richtten John en Horace in 1914 hun eigen automerk op: Dodge Brothers Inc. Zij begonnen met een kapitaal van $ 5 miljoen, maar wisten dit al snel uit te bouwen: een jaar later al, verkocht Dodge Brothers Inc. 45,000 auto's, destijds het beste resultaat op de Amerikaanse markt in vijf jaar tijd. Dodge Brothers Inc. was de eerste fabrikant die uit staal gefabriceerde auto's in massaproductie toepaste. In 1920 stond het merk op de tweede plaats van best verkopende merken in Amerika. De opmars van Dodge Brothers Inc. zette zich voort. Begin jaren '20 bleef het merk groeien en begon het ook met de productie van onder andere brandweerauto's, taxi's en vrachtwagens met reclamepanelen. In 1920 stierven beide broers Dodge.
Erfenis wekt interesse van Chrysler
Na het overlijden van Horace en John, was er nieuwe leiding nodig voor Dodge Brothers Inc. Als tussentijdse oplossing, sloot het merk een deal met Graham Brothers, maker van lichte vrachtwagens. Dodge Brothers Inc. verwierf het dealerschap van Graham Brothers en bovendien werd elke Graham Brothers truck voorzien van een Dodge Brothers Inc. motor. De echte ommekeer kwam in 1925 toen een New Yorkse bank de erfenis van de Dodge broers uitkeerde en de weduwen van de heren. De vrouwen ontvingen $ 146 miljoen. Dit zette de bank drie jaar later ertoe aan om Dodge Brothers Inc. de onderhandelingen met Walter Chrysler van de Chrysler Corporation te starten. De onderhandelingen liepen uit op een succes: op 31 juli 1928 lijfde Chrysler Corporation Dodge Brothers Inc. in voor een bedrag van $ 170 miljoen en werd in één klap één van Amerika's grootste automerken.
Groei in de jaren '30
De jaren '30 en '40 verliepen voorspoedig voor het merk. Dodge Brothers Inc. werd omgedoopt in Dodge en onder de vleugels van moederconcern Chrysler begon Dodge met de productie van meerdere modellen, lichte en medium trucks en met name V8 motoren. In 1935 produceerde Dodge haar drie miljoenste model. In deze periode deed ook het kenmerkende logo met de ram zijn intrede.
Geen personenwagens tijdens de oorlog
Zoals bijna alle andere autofabrikanten werd Dodge in de jaren '40 door de Tweede Wereldoorlog genoodzaakt om haar productie te verleggen naar andere sectoren. Dodge had natuurlijk al know-how voor trucks in huis en dus ging het trucks voor het Amerikaanse leger produceren, alsmede materialen voor oorlogsschepen, tanks en zelfs vliegtuigmotoren.
Een nieuw imago
Dodge wilde zich na de oorlog nadrukkelijker manifesteren. Waar het voor de oorlog gebruik maakte van wat anoniem klinkende modelnamen als “Custom” en “Deluxe”, kwam het merk kort na de oorlog al op de proppen met aansprekend klinkende namen als “Meadowbrook”, “Coronet” en “Wayfarer”. Ook introduceerde Dodge een principe dat zij tot op de dag van vandaag nog steeds gebruiken: de V8 motor met hemisferische verbrandingskamers, “HEMI” gedoopt. Dodge stapte in de autosport en boekte successen in de NASCAR-series.
Design op de schop. Dodge speelt in op vraag uit de markt
Midden jaren '50 moet het design van Dodge op de schop. Het merk wil zich stoer profileren met sportieve duotone lakkleuren en dikke V8 motoren. Het uiterlijk van de modellen sluit nog niet altijd aan bij de ambities en dus gaat het design van de Dodges van de ene op de andere dag op de schop. De nieuwe modellen worden langer, lager en breder. Zo kwam het dat Dodge uitgroeide tot de sportieve en brutale tak van de Chrysler Groep. In 1955 produceerde Dodge 273,000 auto's waarvan er 237,000 waren voorzien van een V8 motor. Het paradepaardje van de Dodge-stal was de 295 pk sterke D-500 HEMI V8. In 1956 won Dodge 11 races in de NASCAR-series, een record dat bijna een decennium zou blijven staan. Ook begon Dodge in te spelen op de groeiende vraag naar auto's onder vrouwen: ze bouwden de LaFemme; een vrouwelijke, in roze uitgevoerde auto die kwam met allerlei accessoires zoals een paraplu en een make-up tasje. Onder de kap lag dan wel weer een dikke HEMI V8. Eind jaren '50 signaleerden autofabrikanten de opkomst van de “tailfin”, de beroemde staart aan de achterkant van Amerikaanse wagens. Chrysler en Dodge waren één van de eersten die hierop inspeelden.
Komst van compacte modellen en nieuwe krachtpatsers.
De jaren '60 stonden in het teken van veranderingen. De Amerikaanse markt werd overspoeld met dikke muscle cars, maar sommige Amerikanen hadden behoefte aan kleinere, zuinigere modellen en dus kwam Dodge in 1961 met de Lancer, een compacte auto die grofweg een halve meter korter en 300 kilogram lichter was dan de doorsnee Dodge.
Chrysler maakte overigens dankbaar gebruik van het platform van de Lancer: zij kwamen met een serie compacte modellen waarmee ze uiteindelijk begin jaren '70 meer dan 40% van de Amerikaanse markt veroverden. Dodge op hun beurt, kon weer gemakkelijk modellen hiervan afleiden zodat het zijn aanbod compacte modellen kon vergroten. In 1965 bood Dodge in totaal 13 modellen en 10 verschillende motoren aan. Dodge wilde het “powercar” imago echter absoluut niet kwijt en dus kwam het merk met echte krachtpatsers als de Charger, voorzien van een nieuwe motor die maarliefst 425 pk leverde. De Charger werd een doorslaand succes: een jaar later was het al Dodge's best verkopende model met drie keer zoveel verkochte modellen als de Coronet, zijn voorganger. Om echt te laten zien wat het merk in huis had, rustte Dodge een dragster uit met een Ramcharger motor, afgeleid uit die van de Charger, en zette het een snelheidsrecord van 304,4 km/u neer.
Hoogtijdagen voor de oliecrisis
Dodge liet zien dat het merk in staat was om soevereine racemotoren te bouwen. NASCAR-successen bleven komen dankzij motoren met meer dan 500 pk en als klap op de vuurpijl won een Charger de prestigieuze Daytona 500. The sky was the limit voor Dodge en begin jaren '70 werden de motoren sterker en sterker en de modellen sneller en sneller. Dodge introduceerde ook de term “R/C”, die vandaag de dag nog steeds wordt gebruikt. De term staat voor “Road & Track” en werd meegegeven aan de sportiefste modellen van het merk die waren voorzien van diverse technieken uit de racewereld.
En toen kwam de oliecrisis die Dodge hard raakte... het merk moest wel voor een deel van zijn geloof afstappen kwam noodgedwongen met een compact model met voorwielaandrijving, de Omni.
Dodge overleeft de oliecrisis
De oliecrisis hield zoals bekend een tijd aan en voor een merk als Dodge betekende dat een zware klap. Noodgedwongen moest het merk het roer radicaal omgooien om te kunnen overleven. Met de Aries en de Caravan redde Dodge het eigen lijf. Met name de Caravan werd een hit. Het was een voorwielaangedreven minivan die een stuk compacter en zuiniger was dan veel van zijn concurrenten.
Na de oliecrisis kreeg Dodge toch weer de sportieve kriebels. In 1992 keerde het merk terug naar haar roots en kwam met de iconische Viper. Een monsterlijke supersportwagen met een V10 onder de kap.
De jaren daarna fungeerde de Viper met name als imagebuilder voor Dodge, dat een range aan nieuwe modellen introduceerde, met name in de middenklasse. In Amerika bleef Dodge als vanouds een solide speler op de markt maar in de jaren '90 wilde het merk ook Europa veroveren. Het werd geen onverdeeld succes. Dodge's modellen werden afgeleid van die Chrysler die in Europa ook geen voet aan de grond kregen. De middenklasse modellen kwamen over het algemeen tekort op hun Europese rivalen en de succesvolle trucks en vans van het merk waren niet geschikt voor de Europese markt. Kort na het millennium bedacht Dodge een nieuwe strategie voor Europa. De in onze ogen grote, lompe en brandstofzuipende modellen van het merk voldeden simpelweg niet aan de Europese wensen en maatstaven en dus is Dodge enkele jaren geleden begonnen met een Europees offensief. De voor de Europese markt ontwikkelde modellen willen zich onderscheiden door een stoer design en veel value for money. Dodge levert in Europa modellen die kunnen worden voorzien van viercilindermotoren, voorwielaandrijving en zelfs dieselmotoren. Met het gespierde uiterlijk van haar auto's geeft Dodge een knipoog naar haar imago in de States. Maar ook in Europa verloochent Dodge haar sportieve inborst ondanks de beperkte markt niet. De komende jaren zal moeten blijken of ook Europa overstag gaat voor Dodge, het brutale jongetje uit de klas uit Amerika.
© 2009 - 2024 Autorating, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De Dodge ChallengerDe Challenger was het antwoord van Dodge op de ponycar rage die al sinds lancering van de Ford Mustang in de jaren zesti…
De historie van CadillacCadillac is een merk dat tot de verbeelding spreekt, zeker in moederland Amerika. Amerikanen zijn trots op “hun” Caddy.…
Een auto kopen in AmerikaWie kent die grote wagens nou niet waarmee ze in de Verenigde Staten rijden? Veel mensen dromen van een echte Amerikaans…
Informatie over auto-alarmenBijna elke auto in Nederland heeft wel een auto-alarm. Je hebt deze echter in alle soorten en maten. Ook werken ze op ve…
Turbo Diesel chiptuningTurbo Diesel chiptuning, uw auto meer vermogen geven zodat u meer trekkracht krijgt en hogere topsnelheid. Vooral een tu…
Bronnen en referenties
- Autorating.nl - http://www.autorating.nl
Chrysler Media