De geschiedenis van de Dodge Charger
Een van de bekendste muscle cars uit de jaren 60 en 70 is de Dodge Charger. Deze auto, die in meerdere TV-serie’s en films de show steelt, wordt tegenwoordig in een nieuwe versie weer gebouwd. Niet als een retro versie van de klassieker, maar als een nieuwe eigentijdse muscle car.
Het begin
De geschiedenis van de
Dodge Charger hangt sterk samen met de geschiedenis van de
muscle car in zijn algemeenheid. Het waren de late jaren 50 waarin steeds meer de focus werd gelegd op een sterke motor in een betaalbare auto. In de jaren 60 zou dit uitgroeien tot de muscle car rage, die tot halverwege de jaren 70 nog zou bestaan.
Dodge had niet altijd het imago dat het tegenwoordig heeft. In de jaren 60 zat het sterk verlegen om een auto die de jeugd kon aanspreken, overige modellen oogden vrij ouderwets. Een eerste versie van de
Charger werd uitgebracht als een conceptcar in 1964, gebaseerd op de
Dodge Polara, met een 7L
HEMI V8. Dit zou de start zijn voor de eerste generatie Chargers.
Eerste generatie
De eerste Dodge Charger werd in 1966 uitgebracht, echter was dit niet veel meer dan een fastback versie van de
Dodge Coronet. Het was dan ook geen verassing dat het eerste jaar er nog geen 40.000 van verkocht werden, waarvan slechts 500 de beroemde 7L HEMI V8 met 425pk hadden. Overige verkrijgbare motoren waren de standaard 5.2L V8 met 230pk, de 5.9L met 265 en de 7.2L met 365pk. Voor modeljaar 1967 kwam daar ook nog de 440 Magnum motor bij, die een vermogen van 375pk bezat. Ook dit jaar was de Charger geen verkoopsucces, slechts 16.000 werden ervan verkocht, waarvan maar 118 met een HEMI V8.
Tweede generatie
De tweede generatie, vanaf 1968, was uiterlijk een totaal andere auto. Door velen werd, en wordt, het nog steeds gezien als de mooiste muscle car, wat ook terug te zien is in de prijzen die er voor betaald worden. Het chassis en de ophanging waren echter hetzelfde als de eerste Charger. De verkrijgbare motoren waren voor de
Charger R/T de 7.2L V8, of de HEMI V8. De vraag naar het model steeg met het zesvoudige, naar bijna 100.000 stuks. In 1969 kwam Dodge met een wijziging voor wat betreft de grill, deze versie behoort tegenwoordig tot de meest gewilde modellen. Standaard had de ’69 Charger slechts een 3.7L 6cilinder motor, gelukkig trapten slechts 500 kopers hier in en kochten de overigen een van de andere motoren. Er werden echter ook maar 500 auto’s met een HEMI motor verkocht. Veel van de ’69er Chargers zijn helaas verloren gegaan bij het produceren van films en serie’s zoals
The Dukes of Hazzard.
Van deze tweede generatie zijn er ook twee versies gebouwd om de auto te homologeren voor de populaire
NASCAR races. De eerste poging hiervoor was de
Charger 500, waarvan er rond de 500 gebouwd zijn. Deze werd echter geen succes op het circuit, aerodynamisch gezien was hij nog niet optimaal. De tweede poging om successen te behalen bij de NASCAR races was de
Charger Daytona, waarvan er uiteindelijk 503 zijn verkocht. Deze versie bleek stukken succesvoller en zette het model op de kaart. Zowel de 500 als de Daytona konden overigens zo’n 300 km/u, wat uitzonderlijk was voor die tijd.
In 1970 kwam de Charger 500 terug, maar nu was het niet meer als homologatiemodel, maar slechts als een speciale uitvoering van de standaard Charger. De gehele Chargerproductie was in 1970 nog maar 50.000.
Derde generatie
De derde generatie, gebouwd vanaf 1971, was de versie die uiteindelijk de ondergang van het muscle car tijdperk zou meemaken. Sterkere veiligheidseisen en uitstootregels zouden dit model uiteindelijk klein krijgen, de oliecrisis gaf het laatste zetje.
Bij de introductie van het nieuwe model viel vooral het design op. Hoewel het werd gezien als een duidelijke ontwerpstatement, wordt tegenwoordig toch de tweede generatie verkozen boven deze derde generatie. Er waren in 1971 een aantal verschillende versies verkrijgbaar: Het basismodel, de
Charger 500,
Charger SE,
Charger R/T, en de
Super Bee. De basisvariant zou slechts 145pk herbergen, met een optie tot 230pk. Deze laatste motor was ook de standaard in de Charger 500, echter waren er bij dit model nog een aantal V8’s mogelijk. De Super Bee zou een V8 met 275pk krijgen, maar als optie een aantal andere motoren, waaronder de 425pk sterke HEMI V8. De R/T had 370pk, maar kon ook geleverd worden met de nu legendarische HEMI motor. Dit eerste jaar voor deze generatie werden er echter slechts 85 HEMI’s verkocht, op een totaal van bijna 83.000 Chargers in totaal.
Voor het jaar 1972 waren er nog maar een paar modellen verkrijgbaar: de Charger coupe, de SE en de
Rallye (deze verving de Super Bee en de R/T). De basismotor had nu echter nog maar 110pk, dankzij strengere regelgeving. Overige motoren waren ook flink wat pk’s kwijtgeraakt. Het laatste modeljaar voor deze generatie, 1973 zou toch nog een topjaar worden, met zo’n 108.000 verkochte Chargers.
Vierde generatie
De vierde generatie was al niet meer de Charger zoals deze bekend stond. Het was een op de
Chysler Cordoba gebaseerd model, wat tegenwoordig slecht gewaardeerd wordt. Alleen de SE was in het eerste jaar, 1975, verkrijgbaar. Er was de keuze tussen een V8 van 180pk of een 200pk motor. Dit jaar werden er slechts 31.000 van verkocht. 1976 had nu ook de normale Charger weer in het modellengamma staan, echter verkochten er nog steeds maar 53.000 stuks, het derde jaar zouden er nog maar 36.000 verkocht worden.
Vijfde generatie
De vijfde generatie stond nog verder van de beroemde Charger uit ’69 af dan de vierde generatie. De auto zag er uit als een hatchback en had slechts een 1.7L motor met 63pk (of later als optie een 2.2L motor met 84pk) Na het eerste jaar kwam er in 1983 echter een versie bij van
Shelby. Deze
Shelby Charger is de enige versie die tegenwoordig nog gekoesterd wordt door een aantal liefhebbers. Na een aantal facelifts kwam dit model uiteindelijk in 1987 tot zijn eind. De laatste Shelby Charger zou 175pk op de mat leggen.
Zesde generatie
In 2006 kwam Dodge opnieuw met de naam Charger, die nog steeds gebouwd wordt. Ditmaal betrof het wel weer een krachtige muscle car, die ook leverbaar is met een HEMI V8. Initieel werden er alleen een Charger SE en een Charger R/T aangeboden, later in 2006 kwam daar de
SRT-8 bij met 425pk en de Super Bee in 2009. Met deze Charger wordt er wederom meegedaan in de NASCAR races.