6 tips om veilig met je auto in de sneeuw te rijden

In de winterperiode ben je maar beter goed voorbereid tijdens een stevige winterprik. Voor de echte winterfans is de sneeuwpret een heel fijne tijd. Toch is voor vele automobilisten - met de auto in de sneeuw rijden - een ware nachtmerrie, met meestal heel wat verkeersellende als gevolg. Het is immers niet evident om te gaan autorijden in de sneeuw. Zorg ervoor dat je heel goed voorbereid bent als je de baan opgaat en pas je rijstijl aan in functie van de mogelijk spekgladde autowegen. Een ongeluk is immers heel snel gebeurd en kan je uiteraard best vermijden. Met sneeuw krijgen we in België en Nederland niet zo vaak te maken. Een reden te meer om attent en waakzaam te zijn op de openbare weg. Enkele tips kunnen er alvast voor zorgen dat je zo veilig mogelijk de sneeuw met je auto kan trotseren.

Bereid jezelf, en je auto in de sneeuw, zo goed mogelijk voor

Alvorens je vertrekt is het heel belangrijk om je auto sneeuw- en ijsvrij te gaan maken. Op deze manier voorkom je verrassingen op de weg en heb je een perfect zicht op de baan. Er bestaan biologisch afbreekbare producten om op je ruiten te sproeien, waardoor je spiegels en ruiten gaan ontdooien en niet meer zo snel gaan herbevriezen. Je kan ook een stuk karton of een deken voor je voor-en achterruit aanbrengen zodat deze niet kunnen bevriezen. Tracht ook net voor je vertrekt even de verwarming op te zetten en laat de verwarming blazen richting de voor- en achterruit. De bestuurder zelf kan ook enkele maatregelen nemen. Een zonnebril kan je helpen om het zicht optimaal te houden bij een laagstaande zon. Zet je wekker ook wat vroeger. Op deze manier heb je wat ruimte in je tijdsschema om onverwachte zaken op te vangen. Als je relaxed aan je sneeuwtraject kan beginnen, verminder je de stress en bijgevolg ook het risico op ongevallen.

Start je wagen heel langzaam

Uiteraard wil je ook bij sneeuwval heel snel op je werk of je bestemming geraken. Toch doe je er goed aan om heel langzaam te vertrekken als je met je auto in de sneeuw rijdt. Je geeft best niet teveel gas en je dient de koppeling heel langzaam los te laten. Als je dan vertrokken bent, kan je je rijsnelheid aanpassen aan de staat van het wegdek. Je doet er best aan om in de tweede versnelling te vertrekken. Op deze manier zullen de wielen niet onmiddellijk snel gaan draaien en kan je dus bij gevolg niet gaan wegslippen.

Laat voldoende afstand tussen jou en je voorligger

Niets zo vervelend als een auto die heel kort achter jou rijdt bij winterse omstandigheden. Door de sneeuwval is het glijrisico immers heel groot, waardoor de afstand om veilig te kunnen remmen groter wordt dan bij een droog wegdek. Het is hierdoor aangeraden om een grotere afstand te houden met je voorligger om ongevallen te vermijden. Heel wat autobestuurders worden nerveus als ze een “autobumperklever” achter hen rijden hebben. Op deze manier zijn deze bestuurders bezig met de wagen achter hen, en verliezen ze alle aandacht voor de wagen voor hen. Uiteraard met een aanrijding in de rug van de voorligger als mogelijk gevolg. Voldoende afstand tussen jou en je voorligger is dus meer dan aangewezen.

Rij zoveel mogelijk op de rechterrijstrook op autosnelwegen

De rechterrijstrook is de meest aangewezen rijstrook bij sneeuw. Uiteraard wordt op deze rijstrook het minst snel gereden, maar er is nog een ander voordeel. Op deze rijstrook kan je immers nog op de “pechstrook” uitwijken indien je door het slippen geen andere uitweg meer ziet. Indien de strooidiensten moeten uitrijden, zullen zij vaak de rechterrijstrook en de middelste rijstrook vrij houden van sneeuw. De linkerrijstrook zal in vele gevallen niet volledig sneeuwvrij of ijsvrij zijn.

Winterbanden zijn een heel goed idee

Winterbanden laten autobestuurders toe om toch veiliger in het verkeer te rijden dan bij de standaard zomerbanden. Winterbanden zijn immers uitgerust met een aangepast profiel en een andere rubbersamenstelling. Zij zorgen ook voor een betere grip op de weg bij winterse omstandigheden. De afstand om te remmen zal gevoelig verkort worden, de bochten zullen veel vlotter aangesneden kunnen worden en er bestaat een verminderde kans op aquaplaning. Uiteraard kan je met winterbanden niet alle onheil voorkomen. Ze kunnen een zeer goed hulpmiddel zijn, maar de autobestuurder dient nog steeds zeer alert te blijven bij winterse omstandigheden. Van zodra de gemiddelde temperatuur onder de 7 °C zakt, rij je in principe al veiliger met winterbanden. Winterbanden zijn aan te raden van in oktober tot de maand april. Zij hebben een iets duurdere prijs dan de zomerband, maar zijn een investering meer dan waard (ongeveer 100 EUR per winterband). Je kan ze elk jaar opnieuw monteren en zo vermijd je de slijtage van je zomerbanden tijdens de wintermaanden.

Wat indien je toch begint te slippen?

De grootste fout die autobestuurders maken als ze gaan slippen, is heel bruusk beginnen te remmen. Tracht in ieder geval je koppeling in te duwen en te blijven sturen in de richting die je van plan was om uit te gaan. Tracht je blik af te wenden naar waar je zou kunnen tegenbotsen, maar blijf steeds kijken naar waar je ging naartoe rijden. Indien je beschikt over een ABS-remsysteem, dan kan je wel het rempedaal volledig induwen. Je zal dan een kloppend geluid horen maar dat is heel normaal. Indien je over geen ABS-systeem beschikt, dan is het aan te raden om pompend te gaan remmen om de volledige grip op de weg terug te krijgen.