Het ontstaan en de ontwikkeling van de fiets
Nederland is het land waar ze per persoon het meeste voorkomen; fietsen. Iedereen heeft, of had er wel eentje of meerdere. De meeste mensen verslijten er enkele tot tientallen in een leven. Er zijn duizenden verschillende soorten: de racefiets, de elektrische fiets, de mountainbike, de omafiets, de eenwieler en ga zo maar door. De fiets is nu zo'n 200 jaar oud en de ontwikkeling gaat nog steeds door.
Het ontstaan van de fiets
Hieronder worden de verschillende fasen van de ontwikkeling van de fiets besproken.
De loopfiets
De eerste fiets had nog geen trappers. De eerste fiets bestond uit een houten frame, houten wielen, een soort rem op het achterwiel, een ijzeren velg en een primitief zadel en stuur. De fiets was bedacht door Baron Karl von Drais in 1817. Hij noemde de fiets een velocipede. Het was meer een step dan een fiets. De fiets ging naar voren als de berijder zich afzette tegen de grond. In 1830 ontwikkelde Von Drais een handkar voor op het spoor, het heette een draisine. Later werd ook de velocipede een draisine genoemd
Drie- en vierwielers
Een nadeel van de draisne (velocipede) was dat je toch je evenwicht moest bewaren terwijl je je benen op de grond had. Om dat probleem te ontwijken werden driewielers en vierwielers ontwikkeld, ze werden aangedreven met een trapplank en een stangenstelsel.
De eerste tweewieler
In 1865 werd de eerste tweewieler ontwikkeld door de Fransman Pierre Michaux samen met zijn zoon Ernest. De velocipede die ze ontwikkelden had een ijzeren frame en ijzeren wielen. Er zaten trappers aan de voorwielen, daarmee werd het voorwiel aangedreven. Er was nog geen kettingaandrijving.
De hoge bi (biciclette)
Doordat er geen ketting was kon de snelheid van de fiets alleen worden aangepast door het voorwiel groter of kleiner te maken. Hierdoor ontstonden fietsen met hoge voorwielen en kleine achterwielen. Het was heel moeilijk om op deze fietsen te balanceren, ook obstakels in de weg waren erg gevaarlijk. De hoge bi die gezien wordt als het begin van deze fiets was gebouwd door James Starley in 1871 en heette de Ariel. Het was een stalen fiets met spaken zoals we ze nu kennen.
De fiets met ketting
De eerste fiets met kettingaandrijving is gebouwd in 1868. De trappers zaten nu aan het frame in plaats van aan het voorwiel. Eerst werd deze aandrijving alleen bij driewielers gebruikt. In 1885 werd de eerste tweewieler met kettingaandrijving gebouwd door John Kemp Starley. Dit soort fietsen werd de safety genoemd omdat beide wielen even groot waren en het fietsen daardoor veel veiliger werd.
De fietsband
Er was nog een probleem, de fietsbanden waren van massief rubber. Die waren een stuk zwaarder waardoor het fietsen moeilijker ging. In 1845 had Thompson de met lucht gevulde fietsband ontwikkeld, die vervingen de banden van massief rubber. In 1888 ontwikkelde John Dunlop het ventiel. Dit samen is de fietsband die we nu kennen.
De fiets van nu
Sindsdien is er niet veel meer veranderd aan het ontwerp van de fiets. Er worden wel andere materialen gebruikt en andere technieken toegepast. De materialen zijn vaak lichter dan de metalen van vroeger, dit maakt het fietsen een stuk makkelijker.