De historie van Maserati
Maserati is een fabrikant van exclusieve sportwagens met een oorsprong uit de racerij. Hoewel het merk anno 2010 (financieel) zeer gezond is, heeft het aan de rand van de afgrond gestaan. Enkele belangrijke personen hebben Maserati echter levend gehouden en laten uitgroeien tot het merk dat het vandaag de dag is.
De familie Maserati
Rodolfo Maserati en Carolina Losi begonnen in 1881 met het stichten van een gezin. Uiteindelijk zou de familie Maserati een exceptioneel gezin vormen. Rodolfo en Carolina schonken namelijk het leven aan zeven zoons: Carlo (1881), Bindo (1883), Alfieri (1885, overleed toen hij slechts een paar maanden oud was), opnieuw Alfieri (1887), Mario (1890), Ettore (1894) en Ernesto (1898). Alle jongens zouden uiteindelijk opgroeien en carrière maken in de auto-industrie, behalve Mario, die kunstschilder werd. Ook hij leverde echter waarschijnlijk zijn bijdrage aan het latere automerk Maserati: volgens onofficiële bronnen ontwierp hij het logo met de drietand. Carlo leek in eerste instantie het meest furore te gaan maken: hij ontwierp zijn eigen motor voor op een motorfiets en brak daarmee in 1900 het snelheidsrecord (50 km/u). Hierna bekleedde hij hoge functies bij Fiat en Isotta Fraschini waar hij werkte als monteur en testcoureur. Daar bracht hij ook zijn broertje Alfieri aan, die toen pas 16 jaar was. Carlo klom op tot manager en coureur voor Bianci en leek een grootse toekomst tegemoet te gaan. Hij overleed echter op 29-jarige leeftijd. Niet lang daarna stapte Alfieri uit de schaduw van zijn overleden oudere broer. Alfieri bleek over net zo veel talent voor racen en zaken te beschikken als Carlo. Alfieri maakte carrière bij Isotta Fraschini waar hij van monteur op klom naar coureur en als vertegenwoordiger de hele wereld rondreisde samen met zijn broertje Ettore. Uiteindelijk streek Alfieri in Bologna neer waar hij de leiding kreeg over Isotta’s klantenservice. Alfieri had inmiddels veel ervaring opgedaan in het zakenleven en vond een paar jaar later de tijd rijp om voor zichzelf te beginnen. In 1914 huurde hij een kantoortje in het oude centrum van Bologna waar hij het hoofdkantoor van Societa Anonima Officine Alfieri Maserati stichtte.
Het tijdperk Alfieri
Ettore volgde Alfieri in zijn kielzog en samen runden de Maserati broers het bedrijf. Hun hoofdbezigheid was het tunen van Isotta Fraschini wagens maar daarnaast ontplooiden zij steeds meer activiteiten. Alfieri bleek een begenadigd coureur én een getalenteerd ontwerper. Dit bleef niet onopgemerkt. Diatto benaderde Alfieri om voor hen een auto te ontwerpen en er zelf in te racen, in 1924. Alfieri ging op het aanbod in, ontwierp een wagen en boekte direct resultaten. Alfieri werd echter niet lang daarna voor 5 jaar verbannen uit de racerij omdat hij stiekem de 2,0 liter motor uit de Diatto had vervangen door een 3,0 liter exemplaar. Vijf maanden later werd de verbanning opgeheven maar Alfieri had zijn besluit genomen: in 1926 ging hij weg bij Diatto en aan de slag met het ontwerp van een eigen wagen. Het werd de Tipo 26, de eerste échte Maserati, gereden door Alfieri Maserati zelf. Maserati won in zijn debuutrace. In 1927 raakte Alfieri Maserati betrokken bij een zwaar ongeluk, waardoor hij een seizoen vanaf de zijlijn moest toekijken. Maserati won evengoed de constructeurtitel en in 1929 vestigde de Maserati V4 met een zestiencilindermotor een snelheidsrecord van 246 km/u. Maserati’s naam was definitief gevestigd en Alfieri Maserati vergaarde wereldfaam. Ook zijn latere creaties bleven races winnen. In 1932 overleed Alfieri Maserati. Zijn begrafenis werd bijgewoond door duizenden medewerkers, coureurs, zakenlieden, vrienden en zelfs onbekenden wat illustratief was voor de naam die Maserati had opgebouwd.
De opkomst van Maserati
De dood van Alfieri bracht drie van de Maserati-broers dichter bij elkaar: Bindo, Ernesto en Ettore gingen gezamenlijk verder. In 1933 wisten zij de getalenteerde coureur Tazio Nuvolari te strikken voor hun raceteam. Nuvolari verrichte veel belangrijk werk met name op het gebied van finetuning en afstelling. Maserati was één van de sterkste spelers in de racerij totdat veel kapitaalkrachtigere partijen als Auto Union en Mercedes-Benz zich op de racesport gingen storten. Het potentieel van het team bleef echter niet onopgemerkt: in 1936 investeerde de rijke Gino Rovere in Maserati en installeerde zijn protegé Nino Farina als directeur. De Maserati broers verkochten in 1937 hun aandelen aan de familie Orsi, maar bleven betrokken bij het bedrijf. Maserati werd sterker en groter en verhuisde van Bologna naar Modena. De drie Maserati broers bleven tot 1948 aan als hoofdingenieurs maar in de laatste jaren kon Maserati zich vanwege de oorlog veel minder met de racerij bezig houden en daarom werd de focus verlegd naar elektrische componenten en diverse gereedschappen.
Na de oorlog kwam Maserati terug met de A6G CS racewagen die debuteerde met wederom een grote naam achter het stuur: Alberto Ascari. Hoewel Maserati in de eerste seizoenen nog de bovenhand had, werden zij net als voor de oorlog ingehaald door grotere concurrenten. Dit maal waren het de eveneens Italiaanse merken Alfa Romeo en Ferrari die te machtig bleken. Dit keer echter vocht Maserati terug en wist het merk successen te boeken aan de hand van met name Juan Manuel Fangio, de begenadigde coureur die de Alfa’s en Ferrari’s dikwijls achter zich wist te laten. Fangio verliet echter het team en werd meervoudig wereldkampioen formule 1 in andere wagens. In 1957 wist Maserati Fangio te verleiden tot een return en de Argentijn bezorgde het Italiaanse team haar eerste en laatste formule 1 wereldtitel. Maserati trok zich terug uit de formule 1 maar bleef motoren fabriceren voor diverse teams.
Focus naar straatauto's
Parallel hieraan begon Maserati ook de productie van sportwagens op te voeren. Het eerste wapenfeit was de 3500 GT. In een relatief kort tijdsbestek werd de focus van de racerij verlegd naar de productie van personenwagens en daardoor moest de fabriek flink uitbreiden. De Sebring kwam in 1962 en in 1963 vond de introductie plaats van een naam die men, ook vandaag de dag (2010) nog herkent en kan zien rondrijden: de Quattroporte, Maserati’s eerste vierdeursmodel, uitgerust met een 4,1 liter V8 motor.
Maserati in zwaar weer
Het succes van Maserati trok de aandacht. Citroën nam in 1968 de aandelen van de familie Orsi over en verkreeg zo een meerderheidsbelang in Maserati. De overname door Citroën resulteerde in de komst van de Maserati Bora in 1971, de eerste in serie geproduceerde Maserati met middenmotor. Citroën maakte gretig gebruik van de sterke Maserati motoren en leverde deze in de luxe SM. Maserati wilde graag doorgroeien en introduceerde in 1973 een update van de Quattroporte en de Merak SS maar de oliecrisis zorgde voor moeilijke tijden. Op 23 mei werd bekendgemaakt dat Maserati in ernstige problemen verkeerde en haar deuren moest sluiten. Citroën had de bui al zien hangen en had het bedrijf van de hand gedaan. Zij gingen in zee met het eveneens Franse Peugeot. Maserati kwam onder toezicht van de Italiaanse overheid te staan en er werd een plan gemaakt om het merk te redden.
Gered van de ondergang
Alejandro De Tomaso was een Argentijnse ex-coureur die nog voor Maserati gereden had. Hij had er een liefde voor het merk aan overgehouden. Hij kocht Maserati in 1976 en kreeg het voor elkaar om het merk weer enigszins op de been te krijgen. Onder zijn bewind lanceerde het merk de Kyalami en de derde generatie van de Quattroporte, ontworpen door Giugiaro. In 1980 werd een nieuwe basis voor succes gelegd met de komst van de Biturbo, een thema waarop veel variaties verschenen: zo waren er meer dan 40 uitvoeringen en was de auto leverbaar als sedan maar ook als cabriolet of coupé.
De echte redding van Maserati kwam in 1993 toen Fiat het merk overnam. Dankzij het kapitaal van Fiat kon Maserati werken aan de vierde generatie van de Quattroporte, die een significante sprong vooruit maakte. Fiat was echter ook nog eigenaar van een ander Italiaans sportwagenmerk: Ferrari. Ferrari kocht Maserati in 1997. Ferrari voerde ingrijpende wijzigingen door en moderniseerde de Maserati fabriek voor de komst van een nieuw model: de 3200 GT, een coupé voorzien van Ferrari techniek. De 3200 GT werd in 1998 gepresenteerd samen met een geüpdate Quattroporte en de productie van Maserati nam toe tot meer dan 2.000 auto’s per jaar. Maserati had de organisatie op orde en het merk kwam dankzij prima beleid in de lift. In 2000 kon het de Spyder, een open versie van de 3200 GT presenteren en niet lang daarna maakte het merk bekend op de Noord-Amerikaanse markt actief te willen worden. Hoewel zeer exclusief en door velen begeerd, was er toch wat kritiek op met name de wat merkwaardig vormgegeven achterkant van de 3200 GT. Hij werd in 2002 vervangen door de Coupé die was voorzien van een nieuw design, een 390 pk sterke 4,2 liter V8 motor en aanpassingen aan het chassis, het onderstel en de versnellingsbak. In dat zelfde jaar maakte Maserati haar plannen om terug te keren in de racerij bekend. Dit gebeurde met de MC12. Omdat Maserati met deze auto in het FIA GT en ALM (American Le Mans) kampioenschap wilde rijden, moest er een gelimiteerde oplage exemplaren gehomologeerd worden voor gebruik op de openbare weg. Zo kwam er ook een straatversie van de supersportwagen MC12.
Sterker dan ooit tevoren
In september 2003 begon weer een succesvol nieuw hoofdstuk voor Maserati. Op de IAA in Frankfurt introduceerden de Italianen de nieuwe Quattroporte. De internationale pers was met stomheid geslagen. Zelden werd een auto geïntroduceerd die zo unaniem enthousiast werd ontvangen. De pers kwam superlatieven tekort om de vormgeving van de auto te omschrijven. De Quattroporte tilde Maserati naar haar beste jaren uit de geschiedenis: terwijl de MC12 uitstekend presteerde op internationale circuits, verkocht Maserati in 2005 5.659 auto’s, terwijl er in 1998 nog slechts 518 werden verkocht. Vanwege strategische redenen werd Maserati van Ferrari weer teruggebracht naar Fiat. Momenteel (2010) verkeert Maserati ondanks de economische crisis nog in een prima periode. Na de Quattroporte verschenen nieuwe modellen als de GranTurismo en de GranCabrio die ook op velen diepe indruk maakten met hun design. Het merk is gearriveerd en wordt steeds vaker in één adem genoemd met Ferrari en Lamborghini, hoewel de auto’s van Maserati zich naast sportiviteit ook richten op luxe en dagelijks comfort.