Volkswagen kever en het begin van Volkswagen
De kever is naast het begin van het autoconcern ook de meest bekendste Duitse auto ooit gemaakt, om maar niet te zeggen dat de kever de meest bekende auto wereldwijd is. Eerst noemde Volkswagen de auto niet kever, maar na een begin door de New York Times begon iedereen en Volkswagen zelf de auto de kever te noemen. Alhoewel hij al tijden niet meer in Europa gemaakt word is hij nog vaak op de weg te zien.
Het idee achter de kever
Het idee voor het maken van een auto, die uiteindelijk de Volkswagen kever zou worden, kwam in het begin van de 30'er jaren van de dictator van Duitsland; Adolf Hitler. Hij wilde dat er een auto ontworpen werd die goed zou zijn en zo geprijsd dat de gemiddelde burger hem kon veroorloven. De verschillende ideeën over hoe deze auto zou moeten worden zijn gebundeld door Ferdinand Porsche. Overigens had Porsche al in 1922 de plannen voor de auto klaar, maar Mercedes-Benz wees hem bij het bekend maken de deur. De heer Porsche heeft ook een groot deel van de auto ontworpen. Een ander belangrijk deel nam Béla Barényi voor zijn rekening. Hitler kon door zijn dictatoriale karakter van 'regeren' snel tot productie van de auto overgaan. Hij gebruikte hiervoor de organisatie Kraft durch Freude, die een fabriek in Wolfsburg aanlegden, die heel toepasselijk ook Volkswagen in de naam had. De productie werd aan het eind van de jaren 30 zoetjesaan opgestart. Door de tweede wereldoorlog was massaproductie niet mogelijk, maar dat weerhield Hitler er niet van om de auto flink in te zetten als propagandamiddel.
Na de Tweede Wereldoorlog begon de productie van de auto pas echt op gang te komen.
De auto
Allereerst was de naam kever tot 1967 niet de naam van de auto. Omdat Volkswagen eerst maar één auto maakte, werd de auto simpelweg type I of 1200 (naar 1192 cc, de cilinderinhoud) genoemd. de 1200 komt het meest voor, maar je ziet ook vaak de 1300/1500. De 1200 heeft een topsnelheid van 115 kilometer per uur, en gaat in 33 seconden van 0 naar 100.
Alhoewel over aerodynamica in die tijd nog niet veel kennis voorhanden is, is in tegenstelling tot de meeste soortgenoten de Volkswagen kever aerodynamisch te noemen. Dit voordeel is te danken aan de ontwerper van de auto: Ferdinand Porsche. Vanwege het feit dat de kosten per auto laag moesten worden gehouden, en de auto dus niet benzineslurpend moest zijn is men aan de typische vorm gekomen. De reden dat de auto maar 115 tot 130 kilometer per uur kan is omdat in de tijd van het ontwerpen de eerste snelwegen in Duitsland werden aangelegd. Deze wegen waren ontworpen voor 80 kilometer per uur.
Het eerste wat opvalt als je de kever gebruikt is dat hij onder de klep aan de voorkant niet de motor heeft zitten. De motor zit achter de achterklep en de klep aan de voorkant is voor bagage. De aandrijving gaat dus ook niet via de voorwielen. Tussen de modellen zit vaak verschil in de trend van een ander motorvermogen en andere zaken die te maken hebben met de stand der techniek. Er zijn ook 'luxere' versies gemaakt. de met de 'S' aangeduide types hadden een 1600 motor en kon daardoor 130 rijden en ging in 20,5 seconden van 0 naar 100. Een met 'L' aangeduid type beschikte over onder andere een betere isolatie, volledige bekleding, meer chroom, een tweetraps aanjager, een ruitenwisser die op twee snelheden werkte en verder is een heel belangrijk en kenmerkend verschil aan de kever zijn achterruit. De eerste kevers hadden er namelijk helemaal geen. Bij het eerste seriemodel werden er twee kleine ruitjes geplaatst. Dit leverde dit type de naam brilkever op. Begin jaren 50 is overigens het achterruit weer vergroot, maar deze keer vervangen door één groot ruit.
De laatste kevers uit de serie 'Ultima Edició' hadden overigens standaard een cd speler ingebouwd.
De Volkswagenfabriek en de stad Wolfsburg
Hitler had grote plannen met de auto. In het kleine dorpje Wolfsburg verrees de grootste autofabriek van Europa, en daar omheen werd een stad uit de grond gestampt voor de werknemers van de fabriek. Dit geheel naar regie van Kraft durch Freude. De stad was dus eigenlijk geheel gepland, de stad kreeg overigens eerst ook de naam "Stadt des KdF-Wagens". In de tweede wereldoorlog werd er ook militair materieel in de fabriek gemaakt, wat de fabriek een nog groter doelwit maakte dan het al was. Van buiten gezien werd vrijwel de hele fabriek in puin geschoten. Helaas voor de geallieerden bleek later dat de fabriek opgetrokken was uit een stalen frame, en daaromheen een stenen muur. De productie kon dus al na 3 maanden weer worden opgestart. De belangrijkste reden van het snelle opstarten was toch wel de hoeveelheid werk die de fabriek kon bieden en het grote materieeltekort van de Britten.
Er is nog getracht de fabriek te verkopen, maar aangezien de Volkswagenfabriek, los van militair materieel alleen de kever maakte had geen enkele andere fabriek interesse en werd het bedrijf verzelfstandigd. De Bondsrepubliek Duitsland werd aandeelhouder. Met het groeien van de productie heeft het Volkswagenconcern ook in andere landen fabrieken geopend, maar de stad Wolfsburg is altijd de plaats van de hoofdvestiging gebleven en tevens is de fabriek nog steeds de grootste. (en bovendien ook met een lengte van 1,5 kilometer de langste van de wereld.
De productie
Voor en in de tweede wereldoorlog werd slechts op kleine schaal personenauto's in de fabriek gemaakt, allemaal voor hoge leden van het regime. Na de oorlog begon de productie met een order van 20.000 stuks voor het Britse leger. Door deze order werden in begin 1946 al duizend auto's per maand gemaakt. Een andere aanjager van de fabriek was de door de staat verloren rechtszaak, waarin mensen onder het Hitlerregime een certificaat gekocht hadden, waarmee ze recht hadden op een kever.
In de eerste twee jaren moest een auto worden geruild met het buitenland om aan staal te kunnen komen.
De auto werd eerst alleen aan bedrijven in Duitsland verkocht. Later ging men de auto ook aan particulieren leveren. De auto's werden aan het einde van de 40'er jaren naar het buitenland geëxporteerd. Nederland was overigens de eerste waar de kever te krijgen was. De exportmodellen waren aanzienlijk beter aangekleed dan de binnenlandse. In 1950 werd het 100.000ste exemplaar verkocht en al in 1955 zag de twee miljoenste auto het levenslicht.Na de auto ook naar het Verenigd Koninkrijk en Zweden geïntroduceerd te hebben besloot Volkswagen de auto in de Verenigde Staten te introduceren. Daar sloeg hij goed aan.
De mix van een betaalbare wagen met goede prestaties was voor veel mensen een reden om de auto te kopen. Hierdoor raakte de auto ook in trek in de toenmalige koloniën van de Europese landen. Dit maakt dat de auto wijd verspreid is over Latijns Amerika en Azië. De auto is verscheidene keren aangepast, om in te spelen op nieuwe wensen. Hierdoor bleef hij verkooprecords breken. In 1972 overtrof de kever in productie aantal de bekende T-ford. In 1973 rolde de 16 miljoenste kever van de band. Deze verkoopprestaties zijn voor een model dat al sinds 1931 in grote lijnen hetzelfde is heel bijzonder. In 1974 besluit Volkswagen dat er een opvolger voor de auto komt; de Volkswagen Golf. Los van alle stylingverschillen had de Golf een belangrijk verschil: hij had een vloeistofgekoelde motor. In 1981 rolde de laatste kever in de fabriek in Emden van de band. Dit is het einde van de productie van de auto in Europa.
De kever beleefde daarna nog roemruchte dagen in Mexico. Door het gunstige prijspeil van de auto en de grote markt in Mexico zelf en over Centraal- en Zuid Amerika werd de kever daar tot eind juli 2003 geproduceerd. De serie 'Ultima Edició', die in een oplage had van 3000 stuks. De productie is vervolgens na een totaal aantal van maar liefst 21.529.464 auto's te hebben geproduceerd stopgezet. Overigens heeft de kever's opvolger, de Volkswagen Golf, dit record gebroken.