Luchtvaartpioniers: Albert Plesman en de KLM
In de beginjaren van de luchtvaart waren het de onverschrokken waaghalzen, die met steeds betere technieken record na record vestigden. Daarnaast kwam het idee op, de nieuwe techniek ook commercieel in te zetten. Waarom geen luchtvaartmaatschappij, die passagiers en goederen kon vervoeren? Albert Plesman kwam met het idee zo'n luchtvaartmaatschappij op te richten: de KLM.
De jonge Albert Plesman
Albert Plesman werd in Den Haag geboren op 7 september 1889, als zevende kind van Jan Plesman en Heintje van Wessel, beide uit een middenstandsmilieu. In de buurt van hun huis waren verschillende kazernes. De jonge Albert wist al snel wat hij later worden wilde: generaal. Omdat je toch onderaan de ladder moet beginnen, volgde hij vanaf 1909 een opleiding tot beroepsmilitair, eerst in Alkmaar en later in Breda.
Het eerste vliegtuig!
In Breda zag de jonge Albert Plesman zijn eerste vliegtuig en dat maakte een diepe indruk op hem. Vanaf dat moment wist hij, dat vliegtuigen een belangrijk deel van zijn leven zouden worden. In 1911 werd een rondvlucht over 1500 kilometer gehouden, waarbij de 41 deelnemende vliegtuigen ook zouden landen op vliegveld Gilze-Rijen bij Breda. Uiteraard werd vandaar ook weer opgestegen op weg naar de volgende bestemming. De jonge cadet Albert Plesman bleef op het vliegveld om dit alles goed in zich op te nemen.
Opleiding tot vlieger
In 1913 was Plesman gelegerd in Amersfoort. Op een mooie zomeravond hoorde hij een vliegtuig overkomen, dat hij gefascineerd na bleef kijken tot het was verdwenen. Alle herinneringen aan zijn tijd in Breda kwamen weer boven en nu wist hij het zeker: hij wilde piloot worden. Het jaar 1916 zou een bijzonder jaar worden voor Plesman: In november haalde hij zijn vliegbrevet en eind december trouwde hij met Suze van Eijk.
Romantiek
De romantiek van het vliegen kwam tot uiting in hetgeen hij schreef: “
Een van de heerlijkste sensaties was om nog even voor zonsondergang op te stijgen, naar 2500 meter te klimmen en daar dan zo maar wat rond te vliegen in de heldere zonneschijn, terwijl op aarde reeds lange, brede schaduwen getrokken werden.”
Tentoonstelling
Plesman was ervan overtuigd, dat er actie nodig was om te zorgen dat Nederland niet achter zou gaan lopen op luchtvaartgebied ten opzichte van de omringende landen. Hij voorzag dat uiteindelijk het reizen per vliegtuig een geweldige manier zou zijn om de wereld te leren kennen. Een van de manieren om enthousiasme bij de Nederlanders voor de luchtvaart op te wekken, was het organiseren van een grote luchtvaarttentoonstelling. Op 1 juli 1919 was het zover, de E.L.T.A. (
Eerste Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam) opende haar deuren. Het publiek stroomde toe en kon genieten van de toestellen op de grond, maar ook van demonstraties in de lucht, die door vliegtuigfabrikant Anthony Fokker gegeven werden. Na zes weken was de tentoonstelling ten einde en hadden bijna één miljoen mensen een bezoek gebracht, en duizenden mensen hadden van de gelegenheid gebruik gemaakt om een rondvlucht te maken. Het enthousiasme bij de Nederlanders was er!
KLM
Plesman begreep dat het juiste moment was aangebroken, het ijzer was gloeiend heet en klaar om gesmeed te worden. Aangezien er in de omringende landen al initiatieven waren genomen op het gebied van luchtvervoer, moest er snel gehandeld worden, er was geen tijd voor commissies, werkgroepen en rapporten. Op 7 oktober 1919 werd in Den Haag de
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij voor Nederland en Koloniën opgericht, de
KLM. Plesman had ook konining Wilhelmina voor het plan weten te interesseren, zodat het predikaat koninklijk al vóór de daadwerkelijke oprichting van de maatschappij kon worden toegevoegd. Na de oprichting kon worden gewerkt aan alle benodigde zaken: een hoofdkantoor in Den Haag en een vliegtuig, een De Haviland DH-16. Op 17 mei 1920 ging de eerste vlucht van start, van Amsterdam naar Londen. In 1920 zou KLM in totaal 345 passagiers vervoeren.
Post
In 1924 wist Plesman de directeur-generaal van de PTT (Posterijen, Telegrafie en Telefonie) te overtuigen, dat de internationale post veel sneller op de plaats van bestemming zou zijn, als deze met een vliegtuig werd vervoerd. Op 1 oktober van datzelfde jaar werd de eerste postvlucht uitgevoerd naar Nederlands-Indië. De postdienst werd in 1930 al met een frequentie van ééns in de twee weken uitgevoerd. De vliegtuigen deden er, met allerlei tussenstops, ongeveer twaalf dagen over. Het was een enorme vooruitgang, voor de introductie van de luchtpost waren brieven via schepen vele weken onderweg.
Borstbeeld Albert Plesman, tegenwoordig op Schiphol /
Bron: Pudding4brains, Wikimedia Commons (Publiek domein)Groei
In de jaren die volgden, groeide de KLM enorm. Het passagiersaantal verdubbelde jaar na jaar. Zo werden in 1932 nog 16.000 passagiers meegenomen, in 1932 waren dat er 33.000 en in 1934 was het aantal opgelopen tot 62.558. Het jaar 1934 was ook het jaar dat het eerste KLM-vliegtuig van Amsterdam naar Paramaribo, de hoofdstad van Suriname, en Curaçao vloog. Het waren natuurlijk ook de eerste decennia van de commerciële luchtvaart en dat ging niet altijd goed. Vóór 1940 verongelukten in totaal 15 KLM-vliegtuigen, met de nodige slachtoffers.
Tweede Wereldoorlog
In de Tweede Wereldoorlog vernietigden de Duitsers het hele KLM-bouwwerk. KLM kon in deze jaren geen commerciële vluchten uitvoeren. Plesman was in de oorlogsjaren druk met plannen maken voor de periode ná de oorlog.
Hernieuwde start KLM
Meteen na het beëindigen van de oorlog wist Plesman in Amerika een 14-tal vliegtuigen van het type Skymaster te bemachtigen, vooral pratend, want geld was er nog niet. Op 27 september 1945 konden de KLM-vluchten worden hervat. Plesman werd op 1 april 1946 benoemd tot president-directeur van de KLM. In de jaren na de oorlog zou KLM uitgroeien tot een groot bedrijf, met wel 13.000 personeelsleden en bijna 90 vliegtuigen.
Eredoctor
Op 8 januari 1947 werd Albert Plesman tot eredoctor in de technische wetenschappen uitgeroepen door de Technische Hogeschool in Delft. Zoals een lid van het personeel het aardig verwoordde: “Uw proefschrift bestaat uit drie letters: KLM.”
Tot slot
Albert Plesman heeft van de KLM bijna eigenhandig een groot bedrijf weten te maken. Dat ging niet altijd zonder slag of stoot, ook op persoonlijk vlak heeft hij enkele flinke tegenslagen moeten incasseren. Zo verongelukte zijn zoon Jan tijdens de oorlog in een Spitfire van de RAF (Royal Air Force, de Britse luchtmacht), en zoon Hans verongelukte met zijn vliegtuig in 1949.
Albert Plesman is 64 jaar geworden. Hij overleed op 31 december 1953. Zijn levenswerk, de KLM, nu onderdeel van Air France-KLM bestaat en groeit nog steeds.
In 1959 werd Albert Plesman postuum de eerste Edward Warner-medaille toegekend door de internationale burgerluchtvaartorganisatie ICAO, voor de grote verdiensten die Plesman heeft gehad voor de internationale burgerluchtvaart.