Cursus theorie voor het rijexamen: Wegen
In dit deel van deze cursus leer je meer over de verschillende soorten wegen die er zijn. Je leert o.a. het verschil tussen een rijstrook, invoegstrook en een doorgaande rijbaan en je bekijkt wegstroken speciaal voor bepaalde doelgroepen zijn ingericht.
Wegen
Onder wegen verstaan we:
- Alle wegen of paden die openstaan voor het openbaar verkeer
- Bruggen en duikers die in de weg liggen
- Paden, bermen en zijkanten die bij een weg horen
Wegen en indeling van een weg
Autowegen
Autowegen zijn wegen waar auto's rijden (bijvoorbeeld een 80-kilometerweg). Autowegen kunnen met een verkeersbord worden aangeduid; op het vierkante, blauwe bord staat dan een witte auto.
Autosnelwegen
Snelwegen zijn wegen waar auto's maximaal 120 of 130 kilometer per uur mogen rijden. Snelwegen worden met een langwerpig, blauw verkeersbord aangeduid waar een viaduct op staat. Snelwegen zijn ook te herkennen aan de A die voorafgaat aan de naam van de wegen (bijvoorbeeld de A28 richting Zwolle). Parkeerplaatsen, tankstations en andere stopplaatsen langs auto- of snelwegen horen nooit bij een weg.
Rijbanen
Rijbanen zijn alle weggedeeltes die bestemd zijn voor rijdende voertuigen, met uitzondering van speciale paden voor (brom)fietsers. Wanneer rijbanen worden gescheiden door een middenberm, dan horen beide rijbanen tot dezelfde weg. Doorgaande rijbanen zijn wegen die geen invoeg- of uitrijstroken hebben. Je kunt er dus goed doorrijden.
Rijstrook
Meestal is een rijstrook een deel van een rijbaan. Een rijbaan kan bijvoorbeeld opgesplitst zijn in drie rijstroken. De scheiding tussen rijstroken wordt vaak aangegeven met witte strepen.
Invoegstrook
Een invoegstrook is een weggedeelte naast de rijbaan die bestemd is voor bestuurders die de doorgaande rijbaan op willen. Een invoegstrook wordt dus gebruikt om op de nieuwe weg in te voegen.
Uitrijstrook
Is het tegenovergestelde van een invoegstrook. De strook is een weggedeelte bestemd voor bestuurders die de doorgaande rijbaan willen verlaten en een nieuwe rijbaan op willen.
Verdrijvingsvlak
Vlakken op de weg met witte, horizontale strepen. Automobilisten mogen niet over het verdrijvingsvlak rijden maar moeten er bij langs.
Vluchthaven of vluchtstrook
Langs de weg bevinden zich om een aantal kilometer speciale vluchthavens. Deze autoplaatsen kunnen gebruikt worden wanneer een auto pech heeft. Vaak hebben snelwegen speciale vluchtstroken; een speciale baan langs de rechterkant van de weg waar automobilisten in geval van nood kunnen stoppen.
Parkeerhaven of parkeerstrook
Langs de rijbaan zijn regelmatig parkeerhavens of parkeerstroken te vinden. Hier mogen auto's (tijdelijk) parkeren. Parkeerhavens- of stroken worden soms aangeduid met een blauw verkeersbord met een 'P' erop.
Gebieden
Zone 30 km per uur
Binnen deze zone mag je als automobilist maximaal 30 kilometer per uur rijden. Een dergelijke zone bevindt zich meestal binnen de bebouwde kom, maar is geen erf.
Zone 60 km per uur
Binnen deze zone mag je als automobilist maximaal 60 kilometer per uur rijden. Een zone met 60 km per uur ligt meestal in buitengebied, bijvoorbeeld op een landweggetje.
Erf
Een erf is een zone binnen de bebouwde kom waar veel huizen staan en heeft een duidelijke woonfunctie. Door auto's moet dus worden opgepast voor bijvoorbeeld spelende kinderen.