Cursus theorie voor het rijexamen: Voertuigen
In dit deel van de cursus kom je meer te weten over verschillende soorten voertuigen die aan het verkeer deelnemen. Je leert o.a. wat onder een brommobiel wordt verstaan, welke voertuigen voorrang hebben op de weg en bekijkt enkele voorbeelden van aanhangwagens.
Welke voertuigen zijn er?
Er bestaan veel verschillende soorten voertuigen. Hier volgen de meest voorkomende voertuigen:
- fietsen
- bromfietsen
- snorfietsen
- gehandicaptenvoertuigen
- motorvoertuigen
- trams
- aanhangwagens
- wagens
Onder de categorie 'fietsen' vallen ook fietsen die een elektrische hulpmotor hebben. Bestuurders van deze fietsen moeten blijven trappen om vooruit te komen.
Rijtuigen met een motor
Brom- en snorfietsen
Hoe herken je een bromfiets of een snorfiets? Het antwoord op deze vraag is vrij simpel. Een bromfiets heeft een gele kentekenplaat aan de achterkant, en een snorfiets een blauwe kentekenplaat.
Brommobiel
Een voorbeeld van een brommobiel is bijvoorbeeld een 45-kilometer auto. Een brommobiel is geen gehandicaptenvoertuig omdat deze breder is dan 1.10 meter. Een brommobiel heeft een gele kentekenplaat en een ronde plaat met 45 erop. Voor bestuurders van brommobielen gelden dezelfde regels als voor personenauto's.
Gehandicaptenvoertuig
Een gehandicaptenvoertuig is speciaal ingericht voor het vervoer van een gehandicapte. Denk maar aan een scootmobiel of een kleine auto (zonder kentekenplaat). Een gehandicaptenvoertuig is nooit breder dan 1.10 meter en heeft een maximumsnelheid van 45 kilometer per uur.
Motorvoertuigen
Personenauto
Een personenauto is een voertuig op vier of meer wielen en vervoert niet meer dan 8 personen (uitgezonderd de bestuurder zelf). Onder personenauto's worden gehandicaptenvoertuigen en bijvoorbeeld landbouwtrekkers niet meegerekend.
Motorfiets of motor
Een motorfiets is een voertuig met motor op twee wielen en kan een zijspan of aanhangwagen hebben. Een motorfiets heeft een gele kentekenplaat met euro-logo.
Voorrangsvoertuig
Onder voorrangsvoertuigen verstaan we bijvoorbeeld een ambulance of brandweerwagen. Aan een voorrangsvoertuig moet altijd voorrang worden verleend wanneer deze optische en geluidssignalen voert (blauw zwaai- of knipperlicht en twee- of drietonige hoorn).
Vrachtauto
Dit is een motorvoertuig met een grote laadruimte (maximaal 3500 kg.). Het voertuig is niet ingericht voor het vervoer van personen.
Autobus en lijnbus
Een autobus is ingericht voor het vervoer van meer dan 8 personen (bestuurder niet meegerekend). Denk maar aan de bussen van bijvoorbeeld reisorganisaties. Lijnbussen zijn voertuigen die gebruikt worden in het Openbaar Vervoer; bijvoorbeeld buslijn 83 die mensen van de ene naar de andere plek vervoert.
Aanhangwagen
Onder aanhangwagens wordt het volgende verstaan:
- Voertuig dat door een ander voertuig wordt voortbewogen (bijvoorbeeld door de sleepdienst)
- Voertuig dat is bestemd om aan een motorrijtuig te worden vastgemaakt (bijvoorbeeld een kar)
- Afsleepdolly (speciaal voertuig, bv. van de anwb om voertuigen af te slepen)
- Oplegger