Verkeersveiligheid voor kinderen op de weg is ieders taak
Verkeersveiligheid voor kinderen is vaak ver te zoeken. Nederland is druk. Niet alleen met werken, maar vooral ook op de weg. Er zijn weliswaar woonerven en wijken met een maximale snelheid van 30 km per uur voor gemotoriseerd verkeer, maar toch leven onze kinderen in een steeds gevaarlijkere wereld. Hun veiligheid zou echter voorop moeten staan bij alle verkeersmaatregelen die de overheid neemt, maar daar mankeert het nog wel eens aan. Het mag immers vooral niet veel geld kosten. De lessen in verkeersveiligheid en het verkeersexamen zijn in een aantal scholen niet van het hoogste belang, terwijl ze voor de kinderen juist van levensbelang kunnen zijn. Subsidies aan verenigingen die de fietsen van kinderen controleren op mankementen en ook de fietsexamens afnemen, zijn vaak gekort. Wie komt er nog op voor de kinderen?
Verkeersveiligheid voor kleine kinderen
Kleine kinderen moeten al vanaf het moment dat ze zelfstandig buiten kunnen lopen vertrouwd gemaakt worden met het verkeer en de gevaren daarvan. Een kind dat niet geleerd heeft om naar zijn ouders te luisteren is daarbij een gevaar voor zichzelf. Ouders die hun kind willen beschermen moeten er daarom in de eerste plaats voor zorgen dat hun kind naar hen luistert en een verbod ook niet overtreedt.
Kleine kinderen horen op de stoep en niet op de weg
Een peuter moet vooral leren dat het op de stoep moet blijven en dat de straat verboden, en vooral gevaarlijk, gebied is. Bij wandelingen mag een gehoorzaam kind best eens los lopen, maar moet op elke hoek van de straat wachten tot de ouders samen met hem kunnen oversteken. Daarbij moeten de ouders het kind leren om naar rechts en links en nog eens naar rechts te kijken, voordat er overgestoken wordt.
Zelf de verkeersregels respecteren
Een goed voorbeeld is voor het kind het allerbelangrijkste. Ouders die zelf vlak voor een auto nog even de weg over rennen, of die met hun auto voor het pas ontstoken rode stoplicht van een spoorwegovergang nog even gas geven, zijn geen goed voorbeeld voor hun kind. Leg uw kind ook altijd uit waarom u in het verkeer stopt, voetgangers laat oversteken of fietsers de voorrang geeft.
Vanaf vier, vijf jaar kunnen kinderen al leren op te letten
Vanaf vier of vijf jaar snapt een kind dat best al en er wordt door hen wel vaker commentaar gegeven vanaf de achterbank als vader of moeder een foutje maakt. Daar kunnen verschillende ouders wel al over meepraten. Het betekent dat kinderen het verkeer wel belangrijk vinden. Een kind dat echter aan het spelen is, vergeet de gevaren op de weg gemakkelijk.
Veilig op de weg leren fietsen
In Nederland leren de meeste kinderen al rond het vierde jaar fietsen. Dat is prima, maar soms mogen ze dan ook al snel daarmee de weg op. Gevaarlijk, want kleine kinderen hebben nog niet hetzelfde evenwicht en de nodige ervaring om hun fietsje in het goede spoor te houden en missen daarnaast ook de nodige wegervaring. Het kleintje moet daarom eerst met de ouders mee fietsen en wel aan de binnenkant, dus tussen een ouder en de stoep in, zodat het niet onverhoopt aangereden kan worden.
Een waarschuwingsvlaggetje
Een oranje vlaggetje op een lange stok, vastgemaakt aan de bagagedrager, maakt bovendien de autobestuurders opmerkzaam op het fietsende kind, dat op zijn kleine fiets anders wel eens over het hoofd gezien zou kunnen worden. Een fietshelm is een verdere mogelijkheid om het kind tegen een lelijke val met hoofdletsel te beschermen. Ga met uw kind regelmatig fietsen, zodat het er ervaren op wordt, maar doe dat het liefst op rustige uren en op rustige wegen.
Verkeersveiligheid voor basisschoolkinderen
Basisschoolkinderen gaan vaak al op de fiets naar school, maar ook hier is het oppassen. Het is een bekend feit dat kinderen onder de tien jaar nog niet goed in staat zijn om de snelheid van aankomend gemotoriseerd verkeer in te schatten. Het is dan ook verstandig om hen niet alleen, maar onder begeleiding van een van de ouders naar school te laten fietsen. Zeker totdat zij op school hun verkeerslessen hebben gehad en fietsexamen hebben gedaan.
Veilig Verkeer Nederland
Binnen de gemeentes werken afdelingen van de VVN. Dat gebeurt op vrijwillige basis. Er is een kleine vergoeding voor gemaakte onkosten, maar meer schiet daar niet op over. Met de subsidie van de gemeente moet elke afdeling maar zien dat ze de kosten van fietsexamens (schriftelijke en praktische) bekostigd krijgen. Daarbij horen dan ook goede verkeershesjes, borden ter attentie van het fietsexamen voor de automobilisten op dat traject en eventuele prijsjes of cadeautjes voor degene met de hoogste punten.
Fietskeuring
Daarnaast moet er op basis- en voortgezette scholen soms een fietskeuring plaatsvinden en tijdens open dagen van scholen staat de VVN vaak klaar met informatie voor ouders en kinderen en eventueel een leuke quiz. Daarnaast levert de VVN ook de hesjes en “klaar-overs” voor de mensen die de kinderen bij de scholen de straat overzetten en daarbij de weg tijdens de oversteek vrij moeten houden.
Er zijn steeds minder vrijwilligers beschikbaar
Steeds minder mensen voelen ervoor om vrijwilligerswerk bij de VVN (Veilig Verkeer Nederland) te doen. De meeste ouders hebben een hele of halve baan en hebben zelfs nauwelijks de tijd om hun kleine kinderen naar school te brengen en op te halen. Ondanks dat werken veel ouders al mee op school, of zitten in de ouderraad daarvan. Ook voor de eenmalige controle bij het praktijk verkeersexamen zijn altijd wel vrijwilligers te vinden.
Hulp bij oversteekplaatsen
Ook zijn er nog altijd ouders die bij oversteekplaatsen zorgen voor een veilige oversteek, hoewel ook daar steeds minder animo voor is. Veel ouders brengen hun kind met de auto naar school. Daar leert het kind echter minder van dan wanneer het met de fiets naar school gebracht wordt. Op ouders wordt door de scholen al vaak beroep gedaan om te komen helpen. Om dan ook nog een bestuursfunctie bij de VVN te vervullen met alle vrije uren die daarmee gemoeid zijn, is echter meestal een brug te ver.
Fietsexamens
Tijdens de fietsexamens van de basisschool leerlingen moeten er op het fietstraject voldoende controleurs zijn om eventuele fouten op te merken en te noteren. Dat is niet onbelangrijk. De leerlingen mogen op het praktijkexamen met tussenpozen van een paar minuten vertrekken, zodat iedereen apart rijdt en zelf zijn/haar beslissingen moet nemen. Vaak wachten de kinderen een straat verder elkaar toch op en rijden met een groepje al giechelend en lachend verder. Daarbij zien ze vaak de verkeersborden en moeilijke punten onderweg over het hoofd.
Controle is hard nodig
Controle is dus hard nodig. Sommige besturen van de VVN lossen dat al op met behulp van de stadswachten, senioren of anderen. Niet ideaal en de controleurs zijn moeilijk bij elkaar te krijgen, maar vaak lukt het toch. Controle is echter nog harder nodig buiten die fietsexamens. Denk aan de tijden dat de scholen uitgaan en de kinderen naar huis rijden.
Pubers op de weg zijn vaak gevaarlijk bezig
De veiligheid van kinderen in het verkeer is belangrijk. Vaak zien we vooral jongeren van vervolgscholen met drieën of meer naast elkaar op de weg rijden, waarbij ze vaak niet eens aan de kant gaan voor auto’s of motoren en doen alsof de hele weg van hen is. Ze nemen vaak voorrang, waar ze dat niet hebben en het is voor automobilisten niet altijd goed in te schatten, wat ze doen.
Verkeersles op de middelbare scholen is belangrijk
In feite zou er ook op die vervolgscholen verkeersles gegeven moeten worden. Nodig is het in elk geval wel. Of de overheid daar geld voor zal uittrekken is echter een ander verhaal. Het is echter een feit dat vooral jongeren tussen de 12 en de 18 jaar vaak voor problemen op de weg zorgen, omdat ze niet wijken voor het overige verkeer. Ook de mobiele telefoon is momenteel een "stoorzender" waar rekening mee gehouden moet worden. Daarnaast hebben pubers ook vaak oortjes in om muziek te kunnen horen, waardoor ze niet altijd gefocust zijn op de gevaren van het verkeer om hen heen.
Verkeersveiligheid is ieders taak en niet alleen van de ouders
Ouders, gemeente en overheid hebben de taak om kinderen veilig te laten opgroeien en hen te helpen hun weg te vinden in het verkeer. Een jongere die de verkeersregels kent en zich daar al tijdens de schooljaren aan houdt, zal trouwens sneller en beter door het schriftelijke en praktische verkeersexamen voor het rijbewijs komen. Hij/zij kent de verkeersregels immers al voor een groot gedeelte.