Leren motorrijden: voertuigbeheersing AVB
Om je felbegeerde categorie A op je rijbewijs te mogen bijschrijven en jezelf motorrijder te mogen noemen, moet je drie examens afleggen: theorie, voertuigbeheersing en verkeersdeelname. Elk van deze drie kent zo zijn eigen tips en trucs, do’s en don’ts. Voor iedereen is het verschillend waar de struikelblokken liggen en waar het latent talent. Toch zijn veel ex-lessers het erover eens dat de voertuigbeheersing (AVB) het lastigste en meest frustrerende onderdeel is van motorrijles, op weg naar het behalen van het motorrijbewijs.
Focus verleggen
Hoe jonger je bent, hoe gemakkelijker voertuigbeheersing (AVB genaamd) je meestal zal afgaan. Wat oudere mensen hebben namelijk vaak meer moeite met risico’s nemen en alarmbellen uitzetten. Door schade en schande wijs geworden, kan het best lastig zijn om tegennatuurlijke manoeuvres uit te halen op een machine, die in eerste instantie jou beheerst in plaats van andersom. Daarom helpt het soms om je focus een klein beetje te verleggen. Net even een andere insteek kiezen, kan jou precies dat kleine zetje geven om de capriolen onder de knie te krijgen. Op dit moment heb je misschien het gevoel dat je circuskunstjes moet opvoeren. Maar als je straks geslaagd bent, reageer jij in onverwachte of gevaarlijke situaties
op de weg precies zoals het moet. En dat is wel zo'n veilig idee.
Uren ploeteren op het oefenterrein
Waar je het meest baat bij hebt tijdens het lessen voor AVB, is de wetenschap dat iedereen wel eens een dipje heeft. Dacht je net dat het slalommen geweldig ging, lukt het ineens niet meer. Had je alle vertrouwen in je eigen kunnen bij het wegrijden uit het parkeervak, laat je de volgende les ineens de motor vallen. Het is soms zwaar, steeds diezelfde oefeningen op datzelfde terrein, toch weer afgeleid worden door die vervelende pylonnen, waar je van je instructeur juist
niet naar moest kijken… Maar geef niet op, je kunt het! Bij iedereen valt vroeger of later het kwartje. Bedenk dat de één veel moeite heeft met de snelle oefeningen, zoals uitwijken of de vertragingsoefening, en de ander juist met de langzame oefeningen, zoals het draaien van een 8-je of de langzame slalom. Het is echt geen schande om uren te ploeteren op het oefenterrein, al denk je af en toe dat je het nooit zult leren. Elk uurtje extra betekent straks meer veiligheid op de weg, je zult zien dat het je vertrouwen in jezelf en de motor juist vergroot. Zelfs als je niet meteen de eerste keer slaagt voor het examen.
Bron: Real napster, Pixabay De verplichte en keuze-oefeningen voor het examen AVB
Je weet vast al dat er clusters zijn, waaruit je een aantal verplichte oefeningen krijgt op het examen. Uit cluster 2, 3 en 4 krijg je bovendien nog een oefening die de examinator vrij mag bepalen. Je doet dus zeven oefeningen en je weet van tevoren welke vier je daarvan in ieder geval zal moeten doen.
Cluster 1:
- Lopen met de motor (verplicht)
Cluster 2:
- Langzame slalom (verplicht)
- Denkbeeldige 8
- U linksom
- U rechtsom
- Stapvoets rijden
- Wegrijden uit parkeervak links
- Wegrijden uit parkeervak rechts
Cluster 3:
- Uitwijken (verplicht)
- Snelle slalom
- Vertragingsoefening
Cluster 4:
- Noodstop (verplicht)
- Precisiestop
- Stopproef
Het leukste examen
De examinator zal je vertellen dat AVB het leukste examen is dat er bestaat. Want bij welk examen krijg je nou veertien kansen om vijf oefeningen goed te doen? Tijdens het examen mag je namelijk elke oefening één keer opnieuw doen, als het de eerste keer niet lukt. Bovendien hoeven maar vijf van de zeven opgedragen oefeningen goed te gaan, als je maar niet twee fouten hebt in hetzelfde cluster. Sommige examinatoren laten je de eerste oefening zelf uitkiezen. Dat geeft jou de kans om een lastige oefening, die je moeilijk vindt, te ‘elimineren’. De meest gevreesde oefening is meestal het draaien van een 8. Op de tweede plaats staat bij veel mensen de ‘halve cirkel’ of ‘U’. En wat beginnende motorrijders juist vaak makkelijk vinden, is het stapvoets rijden of het wegrijden uit het parkeervak. Aangezien de langzame slalom een verplichte oefening is, kun je ervoor kiezen om te beginnen met stapvoets rijden. Omdat je maar twee oefeningen per cluster krijgt, zorg je er op deze manier voor dat je de 8 en de U niet hoeft te doen … Ben je juist iemand die de vertragingsoefening maar niet onder de knie krijgt? Kies dan voor de snelle slalom. Voor de meeste toekomstige motorrijders is dit de allermakkelijkste oefening. Omdat de uitwijkoefening in dit cluster verplichte kost is, heb je de lastige vertraging voor jezelf geëlimineerd. Het is maar dat je het weet.
Bron: Jingoba, Pixabay De theorie van de praktijk
Maar niet iedereen heeft het geluk om een oefening te mogen kiezen tijdens het examen. En hoe meer jij zeker van jezelf bent, hoe groter de kans dat je zult slagen. Elk frustrerend uur op het oefenterrein brengt je dichter bij je doel. Wat kun je zoal doen om de oefeningen beter onder de knie te krijgen? Er zijn wel wat tips die je kunt uitproberen tijdens de les, om het juiste gevoel bij de oefeningen te pakken te krijgen. Je zou het de ‘theorie van de praktijk’ kunnen noemen.
De langzame oefeningen
- Ga bij langzame oefeningen iets voorover zitten, dat stuurt makkelijker
- Bedien de koppeling met je vingertoppen. Dat voorkomt (bij het laten opkomen) het laten schieten op het punt van je gewrichten.
- Langzame slalom: heel zacht rijden. Vooral je rem erbij is belangrijk. Neem de ruimte voor deze oefening (vaak is er op het examenterrein veel meer ruimte dan je gewend bent van het oefenterrein) en zorg dat je alles onder controle hebt vóór je aan de oefening begint. Zoek je punt op: heb je ingestuurd, kijk dan alvast waar je vervolgens naartoe moet.
- Bij U en 8: eerst kijken waar je naartoe moet, dan een ‘tikje’ geven aan je stuur om de motor makkelijker te kunnen afschuinen (naar links tikken als je naar rechts moet en andersom), goed doorkijken!
- Vind je afschuinen van de motor eng? Laat je instructeur het je dan eens voordoen. Dan zie je hoe plat een motor kan liggen in een bocht, zonder om te vallen. Zolang hij maar blijft rollen.
- Het ‘wegduwen’ van de motor om hem af te schuinen kan heel onnatuurlijk voelen, je tart voor je gevoel misschien de zwaartekracht. Draai het in dat geval eens om en concentreer je juist op het optillen van je linker- of rechterbil. Je verlegt zo de focus. In plaats van omlaag, naar de grond, is je aandacht gericht op iets dat omhoog, weg van de grond mag. En hoera: het effect is exact hetzelfde!
- Bij 8 rijden: na de eerste bocht linksom zo dicht mogelijk langs midden-pylon rijden om alvast naar rechts in te zetten.
- NB slalommen en wegrijden uit parkeervak: denk aan het recht uit de oefening rijden!
De remproeven
- Bij remoefeningen pas laat schakelen en recht vooruit blijven kijken.
- Bij remmen voor de precisie-stop niet meteen de koppeling in, maar pas halverwege (dan blijft de motor veel stabieler).
- Bij remmen voor stopproef en noodstop: gas dichtdraaien (dus niet knijpen met je duim erbij).
- Noodstop: handrem aanzetten en dan pas stevig door-knijpen, op het laatste moment de voetrem los(ser) (zo voorkom je dat je de motor in de abs gaat hangen. Motor zonder abs: zo voorkom je dat hij blokkeert).
Snelle oefeningen
- Bij snelle slalom: vanuit je heupen naar links en naar rechts ‘trappen’ in combi met alvast je volgende oriëntatiepunt zoeken.
- Bij versnellen: geef vanaf de start vol gas om op tijd de 50 km/u te halen. Rij kort in de eerste versnelling, lang in de tweede, dan pas schakelen naar derde, bij de pylon vol remmen en dan met trekkende motor door de slalom. Bedenk dat dit een combinatie is van twee oefeningen die je al kunt: de stopproef (die maak je bijna helemaal af) en de snelle slalom.
- Uitwijken: zoek je oriëntatiepunt! Dus kijk eerst naar een punt links, dan rechts en als laatste recht vooruit.
In het algemeen
- Bij wegrijden te allen tijde veel gas geven. Wees nooit bang om te véél gas te geven. De bediening en beheersing doe je namelijk via rem en koppeling. Een motor die afslaat, die gaat nergens meer heen. En een motor die niet meer rolt … die valt gewoon om.
- Lopen met de motor: handrem in-knijpen met op- en afstappen. Motor goed rechtop houden en er dicht naast blijven lopen: dit is veel minder zwaar.
- Te allen tijde: ver vooruit kijken!
- Voor het examen: neem de tijd en vooral de ruimte voor elke oefening! Eerst de beheersing, dan pas de oefening.
Op een
forum voor motorrijders kun je veel steun hebben van lotgenoten: mensen die net als jij hard aan het oefenen zijn voor hun motorrijbewijs én mensen die dit al achter de rug hebben en nog steeds voor je klaar staan met goede raad en daad.