(Euro)vergunning wordt alleen verleend aan een vervoerder
Als een transportonderneming vervoer verricht voor derden (beroepsgoederenvervoer) moet de onderneming over een vergunning voor het beroepsgoederenvervoer beschikken (ook wel de Eurovergunning of communautaire vergunning genoemd). Deze vergunning is persoonlijk en kan niet worden overgedragen aan derden. Een vennoot kan bijvoorbeeld niet op de vennootschap onder firma rijden als hij eigenlijk als 'zelfstandige' rijdt; er is dan sprake van een schijnconstructie. De vennootschap onder firma moet zelf als vervoerder worden aangemerkt met andere woorden het vervoer moet voor rekening en risico van de vennootschap gebeuren. Alleen dan kan de NIWO een vergunning verlenen.Vervoer voor rekening en risico van de transportonderneming en de mate van financiële verstrengeling
Het klinkt als een open deur: een vergunning wordt alleen aan een transportonderneming verleend als deze kan worden aangemerkt als vervoerder. Maar wat is een vervoerder? Volgens de Wet wegvervoer goederen is een vervoerder een natuurlijke persoon, een rechtspersoon, een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid of een maatschap voor wiens rekening en risico het beroepsgoederenvervoer wordt verricht. Dus bijvoorbeeld een eenmanszaak, een vennootschap onder firma, een besloten vennootschap enzovoort.In de kern gaat het erom dat indien een vergunning is verleend aan bijvoorbeeld een vennootschap onder firma, het vervoer voor rekening en risico van de vennootschap onder firma wordt verricht en niet door de afzonderlijke vennoten. In het laatste geval is eigenlijk sprake van verkapte zelfstandigen die dan zelf over een vergunning zouden moeten beschikken (en dus ook aan alle kwalitatieve eisen zouden moeten voldoen). Vervoer verrichten op andermans vergunning (dus in dat geval van de vennootschap onder firma) is niet mogelijk en zelfs strafbaar.
Het gaat er dus om om te bepalen voor wiens rekening en risico het vervoer wordt verricht. Om te bepalen of het vervoer voor rekening en risico van een transportonderneming wordt verricht, is de mate van financiële verstrengeling binnen de onderneming van belang. De Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO) heeft een aantal elementen opgenomen op grond waarvan bepaald kan worden of sprake is van een dusdanige mate van financiële verstrengeling dat het vervoer voor rekening en risico van de vervoerder wordt verricht.
Elementen ter bepaling van de financiële verstrengeling
De volgende elementen zijn van belang voor de bepaling van de financiële verstrengeling:[OLIST]Er is sprake van één of meer rijdende deelnemer(s).
De voor het vervoer bestemde voertuigen staan ter beschikking van de onderneming.
De winstgerechtigheid per deelnemer is niet in overwegende mate gerelateerd aan de aan deze deelnemer toe te rekenen omzet en kosten.
De onderneming draagt in overwegende mate het arbeidsongeschiktheidsrisico van de deelnemers.
De onderneming kent een regeling waarmee eventuele knelpunten in het vervoersschema kunnen worden opgevangen.
Opdrachtgevers geven hun opdracht aan de onderneming.
Facturatie geschiedt uit naam van de onderneming.
De onderneming draagt het debiteurenrisico.
De onderneming neemt de gebruikelijke verzekeringen uit.[/OLIST]
Bovengenoemde elementen zijn niet limitatief opgenomen en worden in onderling verband en samenhang bekeken. Dat betekent dat de NIWO niet altijd is gehouden om tot de conclusie te komen dat er sprake is van een voldoende mate van financiële verstrengeling als aan al deze elementen wordt voldaan. Er kunnen andere omstandigheden een rol spelen die erop wijzen dat er een onvoldoende mate van financiële verstrengeling is.
Nadere toelichting op deze elementen.
Eén of meer rijdende deelnemers
De deelnemers die onder 1. worden genoemd zijn in ieder geval de vennoten van een vennootschap onder firma, de beherende en stille vennoten van een commanditaire vennootschap, de maten van een maatschap, de leden van een coöperatie, de leden van een vereniging en de bestuurders van een stichting.Er wordt bij dit element gekeken naar het aantal rijdende deelnemers. Als er sprake is van een vennootschap onder firma wordt gekeken of er vennoten zijn die hun eigen bedrijf inbrengen. Dat wijst er namelijk op dat zij eigenlijk zelf over een vergunning zouden moeten beschikken. Dit ligt anders als er maar één vennoot rijdt. De overige elementen zullen dan minder belangrijk worden.