Fietspaden: van nauwelijks opvallend tot oude treinroutes
Fietspaden zijn er in veel soorten. Dat gaat van een strook die nauwelijks opvalt als onderdeel van de rijweg tot volledig aparte paden waar onmogelijk ander verkeer kan komen. Veel fietspaden worden vooral gebruikt als verbinding tussen woning en werk of winkel of om bezoekjes af te leggen. Andere paden zijn bedoeld voor recreatie en bevinden zich dikwijls in prachtige natuurgebieden. In het algemeen worden de fietspaden goed onderhouden en zijn ze van duidelijke bewegwijzering voorzien. Maar dat begon meer dan honderd jaar geleden heel anders.
De eerste Nederlandse fietspaden
Aan het eind van de negentiende en begin twintigste eeuw werden voor het eerst weggedeelten speciaal voor fietsers bestemd. Soms was dat tijdelijk zoals in 1885 toen het wandelpad op de Maliebaan in Utrecht alleen op zondagmiddag toegankelijk was voor fietsers. Dat gebeurde op initiatief van de Nederlandsche Vélocipèdisten-Bond die in 1883 was opgericht. Later zou de bond de naam ANWB (Algemene Nederlandse Wielrijdersbond) aannemen. Het eerste echte Nederlandse fietspad ontstond in 1896. In datzelfde jaar werd door de ANWB een wegencommissie ingesteld die het aanleggen van fietspaden door gemeenten aanmoedigde. Het eerst aangelegde fietspad door de vereniging ontstond in 1898 aan de Stadhouderskade in Den Haag.
Voortrekkersrol voor Duitsland en volgers
Fietspaden verschenen vanaf 1900 voornamelijk in Duitsland maar later ook steeds meer in Nederland en België totdat er in meer Europese landen fietspaden bestonden. Tegen het eind van de twintigste eeuw werden in verschillende Europese landen
fietspadennetwerken aangelegd. Een aantal daarvan werd op elkaar aangesloten.
Duitsland
Duitsland had wat de aanleg van fietspaden betreft in de eerste helft van de twintigste eeuw een voortrekkersrol. Maar in de zestiger jaren werden er veel fietspaden afgebroken om plaats te maken voor het autoverkeer. Weer later in de twintigste eeuw nam de belangstelling voor de infrastructuur voor fietsers echter weer toe.
Nederland
In Nederland ontstond onvrede omdat veel fietsers vonden dat het autoverkeer werd voorgetrokken. Acties om dat te voorkomen leidden in 1975 tot de ENWB (Enige echte Nederlandse Wielrijders Bond) die nu Fietsersbond heet. De ENWB was een tegenstander van de ANWB omdat de ENWB'ers vonden dat de ANWB de belangen van het autoverkeer liet voorgaan op die van de wielrijders.
België
In België verschenen sinds de tachtiger jaren van de twintigste eeuw ook steeds meer fietspaden. Dat was vooral het geval in Vlaanderen en minder in Wallonië en het Brusselse gewest. Medeoorzaak daarvan kan zijn dat die streken daar meer
bergachtig zijn.
Overige landen
Vanaf de dertiger jaren kwamen ook in landen als Denemarken, Frankrijk en Zwitserland steeds meer fietspaden.
Soms nauwelijks opvallend
Veel fietspaden zijn onderdeel van een weg waar ook auto’s rijden. In dat geval zijn ze zowel in Nederland als in België vaak rood gekleurd in navolging van het eerste rode fietspad dat rond 1980 in Tilburg werd aangelegd. Maar er bestaan ook veel vrij liggende fietspaden met een smalle berm tussen het pad en de autoweg of fietspaden die geheel vrij liggen en meestal speciaal voor recreanten zijn aangelegd. Maar in stedelijke gebieden komen vooral fietspaden voor die onderdeel zijn van een weg en waarbij het fietsgedeelte slechts is aangeven door een belijning of bepaalde steensoort of rode kleur.
Fietspaden op oude treinroutes
Een bijzonder soort fietspaden zijn de vrij gelegen paden die aangelegd zijn op oude spoorbanen. Deze zijn vooral te vinden in het heuvelland van België en Duitsland waar spoorlijnen zijn die al jaren niet meer als zodanig gebruikt worden. Maar ook in het Nederlandse Westland zijn oude routes van de Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij omgebouwd tot fietspaden. Dergelijke paden kunnen alleen door fietsers worden gebruikt. In heuvelland hebben ze het grote voordeel van weinig stijgingspercentages.
Steeds meer fietsinfrastructuur ontstaan
Nederland is een land waar veel gefietst wordt. In het overgrote deel van het land komen geen hoogteverschillen voor wat mede een reden kan zijn voor de populariteit van de fiets. In de loop van de jaren is er in Nederland een uitgebreide infrastructuur ontstaan voor fietsers en zijn ten behoeve van het woon-werkverkeer wegen voor een deel als fietspad ingericht. Tevens zijn er veel vrijliggende fietspaden aangelegd speciaal voor de recreatieve fietser.
Aangeven van fietspaden
Een fietspad kan op twee manieren worden aangegeven. Bij een rond blauw bord met witte fiets is een wielrijder verplicht gebruik te maken van het pad en mag niet op de rijweg worden gefietst. Bij een rechthoekig blauw bord met witte letters bestaat die verplichting niet. Als het is toegestaan dat brommers op het fietspad mogen rijden is dat aangegeven met een rond blauw bord met een witte fiets en witte brommer. Een fietspad waar ook autoverkeer is toegestaan is een fietsstraat. Auto’s zijn daar slechts “te gast”. Voor de auto’s geldt daar meestal een snelheidsbeperking.
Vrijliggende fietspaden voor recreanten
In de eenentwintigste eeuw worden vooral in nieuwe wijken en steden als Houten en Lelystad vrijliggende fietspaden aangelegd die niet langs een weg liggen. Het is vaak een korte en
veilige verbinding tussen wijken en stadsdelen. In
natuurgebieden zijn veel vrijliggende fietspaden aangelegd voor recreatieve wielrijders. Soms zijn die paden ook beheerwegen van de grondeigenaren. In het oosten van Nederland zijn veel fietspaden met een eigen tracé aangelegd door rijwielpadverenigingen die stiltegebieden aan elkaar willen knopen ten behoeve van de recreant. Ook de provincie Noord-Brabant kent een uitgebreid fietsroutenetwerk. Vooral op al die vrijliggende fietspaden is het heel plezierig
fietsen al dan niet op een
elektrische fiets.
Lees verder