Scheepswrakken in de Westerschelde
De Westerschelde is een van de drukst bevaren rivieren van de wereld. Die waterweg geeft toegang tot havens in Nederland en in Vlaanderen. Tevens is het een van de meest moeilijke vaarroutes met een grillige vaarweg en veel zandbanken. Onvermijdelijk daarom dat er in het verleden schepen zijn gezonken door aanvaringen maar ook door oorlogshandelingen. Soms hadden opvarenden nog de tijd om van boord te gaan maar dat was lang niet altijd het geval. Ook zijn dikwijls kostbare ladingen verloren gegaan.
Germania
Het oudste schip dat ooit geborgen is stamt uit 1856 en is vlakbij Vlissingen aangevaren door het Oostenrijkse stoomschip B. Kemeny. Maar nog voordat het zonk is een deel van de lading, die bestond uit waskaarsen, glaswerk, olie en diverse soorten geweren, uit het schip gehaald en later in het openbaar verkocht.
Whimbrel
Op 2 februari 1926 hing er een dikke mist in de buurt van Vlissingen. In die mist voer het Britse stoomschip Whimbrel. Het was geladen met stukgoederen met bestemming Antwerpen om daar overgeladen te worden. Door de mist zagen de kapitein en de loods het veel grotere passagiersschip Marloch niet aankomen en ramde de Marloch zich in de rechterachterzijde van de Whimbrel. De bemanning werd gered maar het schip zonk nog geen 1.600 meter van de Boulevard van Vlissingen.
Buffon
Tijdens de Tweede Wereldoorlog keken soldaten en matrozen met verrekijkers over de zee. De Duitsers hadden daarom een aantal schepen gevorderd die als wachtposten werden ingezet op de Westerschelde. Die schepen waren makkelijke doelwitten voor geallieerde schepen of vliegtuigen. In 1940 namen de Duitsers de Buffon in beslag en werd als wachtpost ingezet in de buurt van Vlissingen. Daar werd het midscheeps geraakt door een Engelse vliegtuigbom en vloog in brand waarna het zonk.
Adalia
Ook in 1940 en wel op 8 december zonk het Duitse stoomvrachtschip Adalia. Geladen met steenkool lag het in de buurt van Vlissingen te wachten om in konvooi uit te varen. Volgens de Duitsers is de Adalia aangevaren door een ander Duits schip. De Britten beweerden dat drie torpedoschepen de Westerschelde waren binnengevaren en het schip tot zinken hadden gebracht. De werkelijkheid is nooit achterhaald. In de loop van de jaren zijn regelmatig stukken van het schip boven water gehaald totdat uiteindelijk de grootste resten in 1999 zijn geborgen.
Motorbotter GO 8
In 1941 werd eveneens door de Duitsers de motorbotter GO 8 gevorderd. Dit schip werd getroffen bij een luchtaanval en zonk op 15 september 1944. Een botter is oorspronkelijk een houten vissersvaartuig dat vooral gebruikt werd in de voormalige Zuiderzee. Aanvankelijk was het een zeilschip, maar vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw zijn veel van deze schepen voorzien van een motor en werd het voordek overkapt.
Alan A. Dale
In november 1944 voer de in 1938 gebouwde Alan A. Dale in konvooi naar Antwerpen en werd getroffen door een torpedo. Het schip vloog in brand en zonk uiteindelijk. De opvarenden hadden ruim de tijd om van boord te gaan. De laatste resten van dit schip zijn in 2003 geborgen.
Sapanca
In het Nauw van Bath zijn veel schepen vergaan. Het is er bochtig en smal. Op 28 februari 1956 kwam het onder de Turkse vlag varend schip Sapanca in het Nauw van Bath in aanvaring met het veel modernere en grotere Nederlandse schip Blommersdijk. De Sapanca maakte snel water en zonk binnen 10 minuten. Het was een oud stoomschip dat in 1912 was gebouwd in Glasgow en al vele malen van eigenaar was gewisseld.
Pro Tempore
Een plek waar vaak ongelukken gebeuren is daar waar binnenschepen van Gent naar Rotterdam de Westerschelde moeten kruisen. Dat is in de buurt van Terneuzen. Zo ook in 1962 toen het binnenvaartschip Pro Tempore de Sluizen van Terneuzen verliet en op weg ging naar het kanaal door Zuid-Beveland. Het 55 meter lange schip was gevuld met 650 ton zand en lag diep in het water. Omdat er bij Walsoorden een mistbank lag besloot de schipper voor anker te gaan. Plotseling dook uit de mist een vrachtschip op. De vrouw van de schipper rende naar beneden, pakte haar kind en sprong in een sloep. Het vrachtschip ramde de Pro Tempore dat na enkele minuten al zonk. De schipper werd even later uit het water gevist.
Alwa 1
Op 12 november 1965 vertrok het 50 meter lange binnenvaartschip Alwa 1 met een lading van 600 ton suikerbieten uit de haven van Terneuzen op weg naar de suikerfabriek. Het schip was in 1908 als zeilend binnenvaartschip gebouwd en in de loop van de jaren voorzien van een eenvoudige dieselmotor. Het beperkte vermogen van die motor is waarschijnlijk de oorzaak geweest van haar ondergang. De Alwa 1 kon het wilde water van de Westerschelde niet aan en zonk vrij snel na het verlaten van de haven.
Lees verder