Luchtballon (de zwevende ballon)
Een ballon is een luchtvaartuig dat lichter is dan de lucht. Hierdoor is het mogelijk voor een ballon om in de lucht te zweven. Een luchtballon is niet met een motor uitgerust. Wanneer dit wel het geval is wordt er gesproken van een ruimteschip.
Geschiedenis
Rond 1800 gelden wisten de Franse broers Motgolfier al dat warme lucht lichter is dan koude lucht en daardoor stijgt. Ze dachten dat als ze die lucht ergens in konden doen, in een zak bijvoorbeeld, en die lucht dan verwarmen, dat het zou moeten opstijgen. Van papier knutselden de broers iets dat op een bol leek met onderaan een opening. Ze deden allerlei proeven en werden steeds optimistischer. Op 12 november 1783 kwamen meer dan honderdduizend mensen naar het Bois de Boulogne, een plaatsje vlakbij Parijs. De broers hadden iedereen verteld over hun plannen, en dat gaf veel bekijks. De broers hadden een redelijk grote papieren bol gemaakt met touwen eraan. Ze stookten een vuurtje en wapperden de warmte in de richting van de bol. Toen de bol omhoog wilde, bonden ze de touwen snel aan een mand waarin twee moedige mannen zaten: Francois Pilatre de Rozier en Markies d’Arlande. De twee kwamen 25 minuten later acht kilometer verderop terecht.
Werking
Zodra de gasbranders de lucht verwarmen zet de lucht uit. Een luchtballon wordt vol geblazen met lucht waardoor de ballon uitzet en er meer lucht in kan. Die lucht weegt per liter minder dan 1,3 gram en is dus lichter dan de lucht buiten de ballon. Zo kan de ballon opstijgen. Hoe warmer de lucht in de ballon, hoe hoger de ballon stijgt. Lucht is een mengsel van gassen. Het gewicht hangt af van de temperatuur en de luchtdruk. ’s Winters kun je overdag varen met een luchtballon. ’s Zomers echter niet. Van april tot en met september wordt alleen maar een paar uur vóór zonsondergang of ’s morgens vlak na zonsopkomst gevaren. Dit heeft te maken met de thermiek in de zomer. Thermiek zijn de luchtstromingen die overdag boven land komen. Thermiek ontstaat door verschillen in opwarming van de aarde en de onderste luchtlagen, ook wanneer lucht van koudere naar warmere delen van het oppervlak stroomt. In de winter is de zon niet krachtig genoeg om voor thermiek te zorgen. Dat heeft als voordeel dat je ook overdag kunt varen. Of je wel of niet kunt vertrekken hangt dus altijd af van het weer. Niet alleen thermiek kan gevaarlijk zijn, ook het vocht is van belang. Bij een hoge luchtvochtigheid kunnen buien voor ellende zorgen. Sturen kan met een luchtballon niet. Je weet dus nooit precies waar je terecht komt. In de ballon zit een scheurbaan en een ventiel met een bedieningslijn, zodat de schipper wel een beetje invloed heeft op de plek waar hij landt. De schipper kan een heel klein beetje sturen. Als hij de lucht verwarmd gaat de ballon omhoog, door lucht te laten ontsnappen gaat de ballon omlaag en door een beetje zijwind binnen te laten, draait de ballon een beetje rond. Bij de landing stuitert de mand soms een paar keer. De schipper moet dan hard aan een touw trekken zodat de bovenkant van de ballon opengaat en de lucht er razendsnel uitkan.
Benodigdheden
Om de gasbrander, de ballon, de mand en de ventilator naar een plek te vervoeren heb je een zware terreinwagen en aanhanger nodig. Een terreinwagen is raadzaam omdat je meestal vanaf een weiland zult vertrekken en die zijn niet geasfalteerd. Voordat de schipper met de passagiers kan opstijgen moet er veel gebeuren. Eerst moet er een geschikte plek worden gevonden. Als er een geschikte plek is gevonden moeten de mand, de zak met de ballon en de ventilator daarheen worden gereden, getild en geschoven. Dan maakt de schipper de mand en de branders klaar: zorgvuldig bevestigen ze alle gasleidingen, bevestigingskabels en een hoogtemeter. Daarna wordt de ballon aan de mand gekoppeld. Als vaststaat dat de vaart doorgaat, wordt de ventilator ingeschakeld. Er wordt koude lucht in de ballon geblazen. Dat duurt vijf tot tien minuten. Zodra de ballon een beetje bol staat, gaat de gasbrander aan om de lucht in de bol te blazen. Warme lucht zet uit dus wordt de ballon nog boller. Hoe kouder het buiten is hoe sneller de ballon uitzet. Nu is het voor de ballon mogelijk om van de grond los te komen en op te stijgen.
Brandveiligheid
De lucht in de luchtballon wordt verwarmd. Daarvoor zijn gasflessen met propaan aan boord. De lucht boven de ballon is 90 tot 100 °C. Toch vliegt de stof niet in brand. Dit komt doordat de ballon van speciaal materiaal is gemaakt. Het onderste deel is gemaakt van nomex. Nomex is een nylon stof die op een speciale manier behandeld is, waardoor die hittebestendig en zelfdovend is. De stof is ongevoelig voor weersinvloeden. Binnenin de ballon zit een siliconenlaag die hem luchtdicht maakt. De stof zelf bestaat uit minivierkantjes. Daardoor zal een eventuele snee niet groter worden. Een ballon heeft tussen de 550 en 600 gebruiksuren. Een vaart duurt ongeveer een uur. Het is dus mogelijk dat een ballon zo’n 500 tot 600 keer de lucht in gaat. Daarna laat de stof teveel water door en is het niet meer verantwoordelijk om ermee te varen. Een ballon wordt elk jaar gekeurd door de Divisie Luchtvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Elke ballon heeft zijn eigen logboek waarin wordt genoteerd welke reparaties er geweest zijn.