Veiligheidssystemen en protocollen in het vliegtuig
Het vliegtuig is het veiligste vervoersmiddel, toch stappen veel mensen niet zonder angst in het vliegtuig. Misschien behoor jij tot de groep Nederlanders met vliegangst? Vliegangst is er in allerlei gradaties, van spanning voor/tijdens het vliegen, tot paniekaanvallen en voor geen goud het vliegtuig in willen. Soms is de reden van de vliegangst dat men niet goed weet hoe het kan dat een vliegtuig in de lucht blijft, welke veiligheidssystemen het vliegtuig bezit en welke voorzorgsmaatregelen genomen worden. Daarom in dit artikel (eenvoudige) vliegtechnische informatie en informatie over veiligheidsmaatregelen. Natuurlijk ook voor de geïnteresseerden zonder vliegangst!
Hoe blijft een vliegtuig in de lucht?
Een vliegtuig wordt gedragen door de lucht. Dit werkt in grote lijnen als volgt: vleugels hebben een bolle bovenkant. De lucht (gecreëerd door de motoren) aan de bovenkant van de vleugel moet een langere weg afleggen om achteraan de vleugel uit te komen dan de lucht die onder de vleugel doorstroomt. De lucht 'wil' gelijktijdig bij de achterkant van de vleugel zijn. Daarom zal de lucht boven de vleugel sneller moeten stromen. Hoe sneller de lucht stroomt, hoe minder druk het geeft. Dat betekent: boven de vleugel, waar de lucht snel stroomt, is minder druk dan onderaan de vleugel waar de lucht trager stroomt. Samengevat: het lift-effect onderaan de vleugel is groter dan het effect van de zwaartekracht bovenaan de vleugel. Deze techniek is geïnspireerd op de manier waarop vogels vliegen.
Veilig opstijgen
Er gelden een aantal veiligheidsprocedures om het opstijgen goed te laten verlopen.
Check, check, double check
Een vliegtuig vertrekt niet zomaar, piloten doorlopen voor de start een uitgebreide checklist om te controleren of de onderdelen van het vliegtuig nog goed functioneren. Dit is de pre-flight checklist. Op deze lijst staan onder meer de volgende dingen:
- flaps (dit zijn de kleppen op de vleugels, ze maken het vliegtuig bestuurbaar en de snelheid kan er mee geregeld worden)
- anti-ijs vloeistof op de motoren
- motoren
- oliepeil
- verlichting
En nog veel meer! Alle belangrijke onderdelen worden getest. Dit is nog een extra check, naast de controles die het vliegtuig met regelmaat ondergaat.
De controles door het onderhoudsteam
Er zijn een aantal vormen van controle.
- Voor iedere vlucht worden de onderdelen van het vliegtuig gecontroleerd. Dit gebeurt aan de hand van checklisten. Als bemanningsleden (vaak kleine) mankementen melden na de vlucht, worden ook deze onderdelen meegenomen in de controle.
- Eens per vier of vijf weken blijft een vliegtuig een hele dag aan de grond. Er wordt uitvoerig schoongemaakt, de binnenkant en buitenkant wordt gecheckt en zo nodig worden er onderdelen vervangen/gerepareerd.
- Ieder anderhalf jaar ondergaat het vliegtuig een controle/onderhoudsbeurt die ongeveer een week in beslag neemt.
- Elke vijf a zes jaar vindt er een zeer grote controle plaats, waarbij ieder schroefje, ieder draadje e.d. gecontroleerd wordt. Een dergelijke controle kost rond de vijf a zes weken.
De rol van de stewardessen
Er wordt wel eens gedacht dat stewardessen 'serveersters in de lucht' zijn. Maar ook zij leveren een belangrijk aandeel in de vliegveiligheid.
Stewards/stewardessen controleren voordat het vliegtuig vertrekt of de veiligheidssystemen buiten de cockpit nog goed functioneren en aanwezig zijn. Bijvoorbeeld de brandblusser, (reserve)zwemvesten, zuurstofmaskers enz. Als alle passagiers zijn ingestapt, controleren de stewardessen of iedereen die op de instaplijst staat ook daadwerkelijk aan boord is. Wanneer er een passagier ontbreekt wordt, uit veiligheidsoverwegingen, de bagage van deze passagier uit het vliegtuig gehaald.
Uitgeschakelde verlichting
Van uitgeschakelde verlichting bij het opstijgen hoef je niet te schrikken, er is niks kapot. Dit wordt gedaan uit veiligheidsoverwegingen. Mocht het vliegtuig, hoe miniem de kans ook is, crashen dan zal het donker worden in het vliegtuig (de verlichting gaat uit zodra de motoren niet meer draaien). Door de verlichting uit te schakelen wennen de ogen van passagiers aan het donker (dit wennen duurt enkele minuten). Bij een ongeval kunnen zij het vliegtuig snel verlaten omdat hun ogen gewend zijn aan het donker.
Telefoons uit
Bij het opstijgen en landen moeten alle passagiers bij de meeste maatschappijen hun mobiele telefoons en andere elektronische apparatuur uitzetten . Deze apparatuur heeft mogelijk een verstorende werking op de vliegtuiginstrumenten, al is dit nooit officieel aangetoond. Voor het uitzetten van mobiele/elektrische apparatuur is geen officieel protocol. Maatschappijen vormen de exacte regels naar eigen inzicht. Vermoed wordt dat een enkel mobieltje dat aan blijft staan, niet zal leiden tot verstoringen. Pas wanneer vele passagiers hun mobiel aan hebben, kunnen er mogelijk storingen optreden.
Veilig cruisen
Het cruisegedeelte van de vlucht is de tijd waarin het vliegtuig niet (noemenswaardig) stijgt en daalt. Tijdens de cruisefase zijn er diverse maatregelen en systemen om de veiligheid te waarborgen.
Drukte in de lucht?
Er vliegen behoorlijk wat vliegtuigen in lucht. Daarom worden er ruime afstandsmarges aangehouden. Zoals er voor auto's de '2 seconden afstand' regel is, is er voor vliegtuigen de regel: minimaal 305 meter hoger of lager vliegen dan een ander toestel en 5,5 km ten opzichte van een toestel dat zich op gelijke hoogte bevindt. Dreigt de afstand tussen twee toestellen (separatie-afstand te klein te worden dan gaan er meteen alarmsignalen af in de cockpit. Dit heet het TCAS systeem.
Elk vliegtuig wordt gedurende de hele vlucht gevolgd door luchtverkeersleiding. Dit gebeurt door de luchtverkeersleiding van het land waarboven het vliegtuig zich bevindt. De luchtverkeersleiding heeft via de een totaaloverzicht van alle vliegtuigen boven het land. Ze geven instructies aan de piloten. Moeten zij wat klimmen? Iets naar links of naar rechts? Dit wordt verteld door de luchtverkeersleiding.
Is een vliegtuig boven zee, ver uit de kust, dan zal het niet meer zichtbaar zijn op de radar.
Wat gebeurt er als beide motoren uitvallen?
Als de beide motoren van het vliegtuig uitvallen, dan hoeft dit niet verkeerd af te lopen. Als het vliegtuig al voldoende hoogte heeft, verandert het toestel in een zweefvliegtuig. Het vliegtuig zal langzaam hoogte verliezen, maar dit wordt gecompenseerd door de meters die voorwaarts gemaakt worden. Vallen de motoren op 10 km hoogte uit, dan kan het vliegtuig nog zo'n 170 kilometer verder vliegen. Vlieg je in Noord West-Europa dan is er binnen deze afstand altijd een luchthaven.
Turbulentie
Vliegtuigen zijn gebouwd om turbulentie moeiteloos te doorstaan. Er wordt bij het ontwerpen van vliegtuigen uitgegaan van de zwaarst gemeten turbulentie ooit. Vliegtuigen kunnen nog 2,5 keer meer turbulentie aan.
Cockpit-controle!
Stewardessen controleren met regelmaat of alles nog goed gaat in de cockpit. Overdag ieder half uur, 's avonds en 's nachts ieder kwartier.
Veilig landen
Tijdens de landing wordt de veiligheid vergroot door de aanwezigheid van een GPWS (Ground Proximity Warning System). Dit systeem waarschuwt de piloten als zij te laag vliegen. Dit systeem speelt daarbij in op actuele omstandigheden zoals de windrichting en -snelheid.
Vogel-aanvaringen
Er is zowel bij de start als de landing kans op aanvaringen met vogels. Bij de landing is deze kans iets groter. Het vliegtuig daalt gestaag. Hierdoor is het vliegtuig langer in de 'risicozone wat betreft vogels' . Per 10.000 vliegbewegingen (opstijgen of landen) op Schiphol vindt er gemiddeld zeven keer een aanvaring met vogels plaats. Een klein vogeltje in de vliegtuigmotor is geen probleem. Het vogeltje wordt de motor ingezogen en vermalen. Er blijft eigenlijk niks van over. Grote vogels of zwermen vogels kunnen wel schade aanrichten. Luchthavens zijn zich bewust van dit probleem en nemen diverse maatregelen. Maatregelen rondom Schiphol zijn:
- Een speciaal team dat continu vogels verjaagt
- Vogelwachters rijden de start en landingsbanen af in speciaal uitgeruste auto's. Zij kunnen met een speciale zaklantaarn groen laserlicht laten schijnen. Dit verjaagt vogels. Bovendien spelen zij audio-opnames met daarop angstkreten van vogels af. Dit weerhoudt vogels ervan om het gebied binnen te vliegen
- De omgeving wordt onaantrekkelijk gehouden voor vogels. Er is bijvoorbeeld geen water te vinden rondom Schiphol. Ook is er 'olifantengras' gepland. Vogels houden hier niet van.
- Met behulp van radartechniek wordt de informatie over de vogels bijgehouden. Waar zij zich bevinden, wat hun vliegpad is en hun snelheid. Piloten krijgen deze informatie door.
Lukt het ook zonder landingsgestel?
Het is zeldzaam, maar een heel enkele keer komt het voor dat het landingsgestel dienst weigert. Het vliegtuig kan dan een buiklanding maken. Om het risico op brand zo beperkt mogelijk te houden, loost het vliegtuig eerst veel brandstof als dit mogelijk is. Kan het vliegtuig de brandstof niet lossen dan spuit de brandweer van het betreffende vliegveld brandwerend schuim op de landingsbaan. Bij een buiklanding staat de brandweer altijd paraat om mogelijke brandjes meteen te blussen.
Slechte weersomstandigheden
Weersomstandigheden kunnen het opstijgen en landen bemoeilijken, maar gelukkig zijn vliegtuigen uitgerust met hulpmiddelen om ook in moeilijke weersomstandigheden veilig op te kunnen stijgen en te landen. Piloten oefenen tijdens hun opleiding veel in een simulator, waar de meest extreme situaties nagebootst kunnen worden. Voordat een vliegtuig wordt goed gekeurd moet het een hele reeks testen ondergaan die moeten aantonen dat een vliegtuig extreme omstandigheden kan trotseren zonder hierbij schade op te lopen.
Onweer
Er is een kans dat een vliegtuig geraakt wordt door de bliksem. Maar gelukkig is een vliegtuig zo ontworpen dat een blikseminslag geen schade aanricht. Vliegtuigen zijn vaak gemaakt van aluminium, dit geleidt zeer goed.
Daarnaast wordt het weer continu in de gaten gehouden. Als er in een bepaald gebied onweer verwacht wordt, wijzigt het vliegtuig zijn koers en vliegt om het betreffende gebied heen.
Mist of slecht zicht
Door middel van ILS (Instrument Landing System) kan er volledig automatisch geland worden. Alleen op oudere vliegvelden is dit niet altijd mogelijk en dit geldt ook voor oudere vliegtuigmodellen. Als er geen ILS aanwezig is zal het vliegtuig bij slecht zicht geen toestemming krijgen voor de landing. Er moet dan worden uitgeweken naar een ander vliegveld.
Bij mist en slecht zicht moeten vliegtuigen ook een grotere afstand ten opzichte van elkaar houden. Onder meer om te voorkomen dat de werking van het ILS verstoord raakt door vliegtuigen in de nabijheid.
Winterse weersomstandigheden
Op vliegvelden zijn ploegen beschikbaar die de start- en landingsbanen vrij maken van sneeuw en ijs. Voor vertrek wordt het vliegtuig ontdaan van sneeuw en onderdelen aan de buitenkant van het vliegtuig (bijv. de flaps op de vleugels) worden bewerkt met een middel dat bevriezing voorkomt (moderne vliegtuigen hebben apparatuur dat ijsafzetting automatisch verwijderd). Er moeten dus de nodige extra handelingen verricht worden voordat een vliegtuig met koud weer de lucht in mag/kan. Om de veiligheid te waarborgen zullen er minder vliegtuigen opstijgen/landen (de vliegcapaciteit neemt af).
Storm/sterke zijwind
Welke start en landingsbaan het vliegtuig gaat gebruiken staat niet van tevoren vast. Dit hangt af van de weersomstandigheden op dat moment, waaronder de windrichting en de snelheid ervan. In principe landen vliegtuigen tegen de wind in en stijgen ook op met tegenwind. Dit verkleint risico's. Opstijgen en landen met meewind kan ook, maar alleen bij lage windsnelheden. Bij teveel meewind ontwikkelt het vliegtuig een te hoge snelheid.
En misschien een geruststelling...in vliegtuigen ontbreekt bijna altijd rijnummer 13!