Als het strooizout opraakt in Nederland; wat dan?
Strooizout, we zijn in Nederland gewend dat dit gebruikt wordt als het glad is op de wegen. In andere landen wordt geen strooizout gebruikt, omdat het slecht is voor het milieu. Maar ook hier zou strooizout op kunnen raken. Wat gebeurt er dan? Na de strenge winter van 2009/2010 en opnieuw een strenge winter vanaf november 2010 leek de berg strooizout steeds meer in te slinken. Producenten konden de vraag aan strooizout niet aan en werd zelfs een zoutloket in het leven geroepen. Maar wat gebeurt er als al het strooizout gewoon op? Kunnen we dan de deur niet meer uit? En waar is het zoutloket voor bedoeld? En wat doet dit zoutloket?
De tweede winter van 2010 heeft al net zoveel zout opgebruikt als een hele winter normaal gesproken doet
In 2010 was het in het begin van het jaar al winter, maar eind 2010 was dat alweer het geval. Gemeenten hadden zich er wel op voorbereid, maar de enorme sneeuwval en de vorst stellen gemeenten toch voor problemen. Zoveel zout is er namelijk gewoon niet. In Friesland bijvoorbeeld is rond 20 december al zoveel zout gestrooid als normaal gesproken in een hele winter. En dan valt het in Friesland nog mee, want in Gelderland, Brabant en Limburg is de situatie veel ernstiger. Daar is veel meer sneeuw gevallen en ook op veel meer dagen.
Paar dagen sneeuw: zoutvoorraden verdwijnen als sneeuw voor de zon
Als er een paar dagen sneeuw valt in een bepaald gebied moeten daarvoor enorme hoeveelheden strooizout worden gebruikt. Een paar dagen sneeuw achter elkaar putten bestaande voorraden dan ook enorm uit.
Overmacht: er is geen strooizout meer
Hoewel lokale overheden de plicht hebben om te zorgen voor veilige wegen is er sprake van overmacht als het zout gewoon op is. Gemeenten willen wel meer inkopen, maar de leveranciers kunnen niet meer leveren. Op het moment van overmacht gelden de normale regels dan ook niet meer, want zoals het woord al aangeeft, is er dan gewoon niets aan te doen. Een gemeente, maar ook een provincie heeft dan wel de plicht om aan te geven wat de situatie is en dat het niet verstandig is de weg op te gaan.
Strooizouttekorten in het hele land
Op heel veel plaatsen in het land is het tijdens de tweede winter van 2010 al zover gekomen. Gemeenten hebben daar alleen nog maar zout voor de hoofdwegen en niet meer voor de kleine andere wegen. Ze stoppen dan ook met strooien op die plekken, met alle gevolgen van dien. Overigens kan het wel anders, maar dan moeten gemeenten echt heel veel zout op tijd inkopen. Zout dat normaal gesproken niet nodig is in een normale winter. En strooizout dat heel veel geld kost en dat op de burgers verhaald wordt in de vorm van meer belastingen.
Gemeenten, rijk en provincie kopen afzonderlijk zout in
Gemeenten, het rijk en de provincie kopen niet gezamenlijk zout in, maar doen dat ieder voor zich. Rijkswaterstaat staat er rond 25 december 2010 nog goed voor en heeft voldoende voorraad.
Zoutloket voor een betere verdeling van strooizout
Minister Schulz heeft inmiddels een zoutloket opengesteld. Zoutvoorraden van diverse wegbeheerders worden hier in ondergebracht en herverdeeld. Dit is bedoeld om er voor te zorgen dat waar zout nodig is, dit ook verkregen kan worden. Gemeente, provincie en rijk staan het zout dus (verplicht) aan elkaar af. Het loket is zowel landelijk als in negen regio’s opengesteld.
Waar is zout voor bedoeld dat uit het zoutloket komt?
Het zout dat uit het zoutloket komt mag alleen gebruikt worden voor:
- het begaanbaar houden van het hoofdwegennet,
- de belangrijkste provinciale wegen,
- de belangrijkste gemeentelijke wegen,
- de belangrijkste routes van het openbaar vervoer
- calamiteitenroutes
Gemeenten, provincie en rijk moeten pekelwater maken van het strooizout uit het zoutloket
Verder is aan gemeenten, provincie en rijk gevraagd om het strooizout om te zetten in pekelwater. Dit bespaart namelijk flink wat zout en daarmee wordt de efficiency veel hoger. Pekelwater is water dat wordt vermengd met 5 keer zoveel water. Er kan dus vijf keer zoveel mee worden gestrooid.
Aanmelden voor het zoutloket
Provincie, gemeente en rijk kunnen zich aanmelden voor het zoutloket. Ze geven dan aan dat ze hun overtollige zout aan een andere instantie willen doorverkopen. Maar ze kunnen in een later stadium ook een beroep doen op het zoutloket als ze zelf met krapte te maken hebben. Gemeenten moeten zich dan wel voor 1 januari aanmelden. Wie dat niet doet, kan in 2011 geen aanspraak meer maken op voorraden van buiten. Het loyaliteitsprincipe speelt ook bij dit loket. Gemeenten die over hebben kunnen zo anderen helpen die in de problemen zitten en hun burgers niet meer van een fatsoenlijk wegennet kunnen voorzien.