Geschiedenis Nederlandse Spoorwegen
Spoorwegen zijn eigenlijk ontstaan om mijnwerkers tegemoet te komen in hun zware arbeid. Kolen werden in manden op de rug gedragen totdat er karretjes verschenen, die over houten rails konden rijden, waar de kolen voortaan in werden vervoerd. Die karretjes werden door handkracht voortbewogen of door een paard voortgetrokken en waar mogelijk over een helling naar beneden gerold. Daaruit ontwikkelde zich geleidelijk de spoorwegen zoals we die nu kennen nadat in de eerste helft van de negentiende eeuw ook het personenvervoer op gang kwam. Uiteindelijk werd in 1938 de N.V. Nederlandsche Spoorwegen opgericht.
Houten banen als rails
In de eerste helft van de zestiende eeuw kwam voor het eerst in de mijnbouw vervoer per spoor voor. De spoorweg bestond uit houten banen waar zwaar beladen karren overheen reden die in het spoor werden gehouden door een stift die door een groef liep. Aan het eind van de zestiende eeuw was die stift vervangen door wielen met flenzen.
Eerste gietijzeren rails
In Engeland werden in het begin van de zeventiende eeuw steeds meer houten spoorbanen toegepast om steenkolen ook over grotere afstanden te vervoeren. De karren werden door paarden voortgetrokken van de mijnen naar de vaarwegen vanwaar de steenkolen verder over water gingen. In 1735 werden daarbij voor het eerst
gietijzeren rails gebruikt in Whitehaven in het Engelse graafschap Cumbria.
Introductie stoomlocomotief
In 1804 werd door Richard Trevithick een stoomlocomotief ontworpen die een trein van vijf wagens met een snelheid van maar liefst 8 kilometer per uur kon voorttrekken. De locomotief werd ingezet van de ijzerfabriek van Penydarran om vandaar naar het kanaal van Glamorganshire te rijden. Die spoorweg telde 15 kilometer en was voorzien van een gietijzeren baan. Een probleem hierbij was echter dat de gietijzeren rails regelmatig doorbraken vanwege het grote gewicht van de stoommachine. Daarom werden rails later van gewalst staal vervaardigd.
Eerste personenvervoer
In 1825 werd een door een stoomtrein voortgetrokken lijn geopend tussen Stockton en Darlington. De locomotief voor die lijn werd ontworpen door George Stephenson. Oorspronkelijk werden alleen kolen vervoerd totdat besloten werd om de lijn openbaar te maken waardoor hij ook voor andere doeleinden kon worden gebruikt zoals vervoer van personen. Al gauw verschenen toen ook open rijtuigen met zitbanken voor personenvervoer.
Personenvervoer breidt uit
Een comfortabeler manier van reizen was met een soort postkoets die op een spooronderstel werd gemonteerd. Later verschenen rijtuigen met aan de uiteinden balkons waar kon worden opgestapt en ook van het ene treinstel naar het andere kon worden gelopen. Het succes van het vervoer van personen heeft ertoe geleid dat later ook andere spoorwegen dit voorbeeld volgden. Zo werd in 1830 een spoorlijn tussen Liverpool en Manchester in bedrijf genomen die zowel voor personenvervoer als voor goederenvervoer was bestemd.
Vaste land paarden later stoom
Op het vasteland verschenen in 1828 in Oostenrijk en Frankrijk de eerste spoorlijnen. De wagens werden daarbij nog door paarden voortgetrokken. De eerste lijnen met stoomtreinen werden in 1835 geopend tussen Brussel en Mechelen en tussen Neurenberg en Fürth.
Nederland eerste lijn Amsterdam naar Haarlem
In Nederland verscheen de eerste spoorlijn in 1839 tussen Amsterdam en Haarlem op initiatief van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij die reeds in 1837 was opgericht. Op 20 september 1839 vertrok de locomotief De Arend met een rij van negen rijtuigen vanuit Amsterdam naar Haarlem. Het vertrekpunt was station d'Eenhonderd Roe dat net buiten Amsterdam lag op een afstand van bijna vierhonderd meter westelijk van de Haarlemmerpoort. Na een klein half uur werd Haarlem bereikt met een gemiddelde snelheid van ongeveer 30 kilometer per uur. De ontvangst was groots en de rit zo succesvol dat de machinisten, stokers en conducteurs een beloning ontvingen van een half weekloon.
Diverse particuliere maatschappijen
Een jaar eerder dan het openen van die lijn kondigde Koning Willem I, als promotor van het vervoer, per Koninklijk Besluit de aanleg van een verbinding tussen Amsterdam en Arnhem aan. Die verbinding kwam in 1843 tot stand en werd gebruikt door de Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij. Rond die tijd werden nog meer maatschappijen opgericht zoals de Noord-Brabantsch Duitsche Spoorweg Maatschappij en de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij. Al deze particuliere initiatieven leidden echter niet tot voldoende uitbreiding van het spoorwegennet.
N.V. Nederlandsche Spoorwegen
Om die reden werd in 1860 door de overheid de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen opgericht. Vanaf die tijd kwamen snel een aantal nieuwe lijnen tot stand. Door samenwerking van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij en de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen werd uiteindelijk in 1938 de N.V. Nederlandsche Spoorwegen opgericht. Aanleiding hiertoe was vooral een economische. De staat was hierbij de enige aandeelhouder en kon daardoor een faillissement van de maatschappijen voorkomen in de ernstig verzwakte economische tijd.