Tunnels, kunstwerken in het wegennet
Een tunnel is een onderaardse gang die dient voor verkeer of transport en kunstmatig is aangelegd. Het verkeer kan bestaan uit autoverkeer, treinverkeer, fietsers en voetgangers. Daarnaast kunnen tunnels ook bestemd zijn voor vervoer van vloeistoffen zoals drinkwater en afvalwater en ook kunnen er leidingen kunnen door tunnels lopen. Naast tunnels zijn er nog diverse andere zogenaamde kunstwerken in het wegennet zoals bruggen en viaducten.
Andere bestemming van tunnels
In mindere mate is een tunnel bestemd als waterweg of kunnen dieren er gebruik van maken om van het ene natuurgebied naar het andere te komen. Ook een mogelijkheid om een tunnel te gebruiken is voor luchtverversing.
Reden van aanleg tunnels in wegennet
Het aanleggen van tunnels kan verschillende redenen hebben zoals ruimtegebrek in stedelijke centra of tegengaan van bovengrondse belasting van het milieu door stank of geluidshinder. Een belangrijke reden waarvoor vooral autotunnels worden aangelegd is de afkorting van een route of het vermijden van bergpassen. Ook worden veel tunnels aangelegd om een hindernis te passeren zoals een waterweg of een autoweg of een spoorweg. Tunnels zijn soms noodzakelijk omdat er door de situatie geen andere keuze mogelijk is zoals bijvoorbeeld om de scheepvaart niet te belemmeren door een brug. Ook zijn veel tunnels aangelegd in verband met de veiligheid van bijvoorbeeld kruisingen die voorheen gelijkvloers waren of kruisingen met het spoor waar lange wachttijden en ongemak heersten. En er zijn tunnels verschenen op routes vanwege een snellere verbinding door het kunnen vermijden van tijdrovende veerboten. Een dure maar belangrijke reden om tunnels aan te leggen is om geluidshinder in bepaalde stedelijke gebieden te voorkomen of om de natuur niet te verstoren.
Geologisch onderzoek
Om een tunnel te bouwen moet eerst een grondige studie plaatsvinden naar de geologische gesteldheid van het gesteente of de grond waardoor de tunnel moet worden geboord. Pas dan kan de juiste bouwwijze worden bepaald waarbij het een groot verschil is of een tunnel door zandgrond of door bergmassief moet worden aangelegd waarbij ook de boorwijze moet worden aangepast aan de hardheid van het materiaal.
Bouwwijze van tunnels als zogenaamde kunstwerken
De bouwwijze van tunnels is heel verschillend. Een tunnel kan worden gebouwd door vooraf vervaardigde elementen af te laten zinken bijvoorbeeld in een rivier, kanaal of zeearm. Bij deze zinkmethode worden elementen van tachtig tot wel honderd of meer meter lengte naar de zinkplek gevaren. Daarna wordt het element in een vooraf gebaggerde sleuf neergelaten en met de andere delen verbonden. Tenslotte wordt de zinksleuf en de ruimte om het element met zand aangevuld.
Bij een tunnel die ondiep wordt aangelegd kan een sleuf worden gegraven waar uiteindelijk de tunnel in ontstaat.
Een moderne methode om een tunnel aan te leggen is door middel van een kolossale boormachine tot een diameter van elf meter. Een dergelijke machine is bij het boren door gesteente voorzien van een ronddraaiende schijf met snijdgereedschap als messen, frezen, beitels waarmee het gesteente wordt verbrijzeld.
Tunnels door middel van boortechniek gemaakt:
- 2e Heinenoordtunnel – geopend in 1999
- Westerscheldetunnel – geopend in 2003
- Groene Harttunnel – geopend in 2007
- Botlekspoortunnel – geopend in 2007
- Sophiaspoortunnel– geopend in 2007 (gedeeltelijk geboord)
- Tunnel Pannerdensch Kanaal – geopend in 2007
- Hubertustunnel – geopend in 2008
- Statenwegtracé – geopend in 2010