Moet iedereen in België een gordel dragen in de auto
De autogordel is een goedkoop, eenvoudig en efficiënt middel om de inzittenden te beschermen bij een ongeval. Het is dus vanzelfsprekend dat hij zoveel en zo correct mogelijk gedragen moet worden, maar er zijn enkele uitzonderingen.
De algemene regel
De algemene regel is: dat iedereen in een voertuig de gordel moet dragen op de plaatsen die ermee zijn uitgerust. Deze regel is ook van toepassing voor voertuigtypes die vroeger een vrijstelling genoten, zoals schoolbussen, autocars en vrachtwagens. Sinds 1991 moeten alle nieuwe voertuigen voorzien zijn van veiligheidsgordels en gedragen worden door elke inzittende. Enkel het openbaar vervoer geniet nog een uitzondering. Daar moeten de zitplaatsen niet voorzien zijn van een gordel.
De auto
In een auto moet iedereen, op enkele uitzonderingen na, een veiligheidsgordel dragen.
- Tijdens het achteruit rijden.
- Een taxi chauffeur: alleen wanneer hij/zij een klant vervoert.
- De bestuurder en de passagiers van prioritaire voertuigen: politie, ziekenwagen, brandweer etc. Enkel indien de aard van hun opdracht dit rechtvaardigt.
- Bestuurders die om medische redenen een vrijstelling hebben gekregen van de minister.
- Postbeambten: enkel tijdens hun ronde.
Kinderen
- Babyzitjes moeten tegen de rijrichting in geïnstalleerd worden. Kinderen jonger dan 18 en kleiner dan 1,35 meter moeten in een aangepast beveiligingssysteem vervoerd worden. Kinderen van 1,35 meter of groter moeten eveneens in een aangepast beveiligingssysteem vervoerd worden of de gordel dragen. Er bestaan wel enkele uitzonderingen.
- Het kind rijdt mee in de auto van een vriend of een vriendin: indien het kind minstens drie jaar oud is en indien er niet voldoende beveiligingssystemen beschikbaar zijn, dan mag het kind uitzonderlijk achteraan in de auto vastgemaakt worden met de veiligheidsgordel.
- Een auto zonder gordel: kinderen jonger dan drie jaar, mogen niet in de auto vervoerd worden. Kinderen ouder dan drie jaar mogen wel vervoerd worden, maar als ze kleiner zijn dan 1,35 meter zijn ze verplicht om achteraan plaats te nemen.
- In een taxi, autobus of een grote auto: met meer dan acht plaatsen voor passagiers moeten kinderen, net als volwassenen een gordel aandoen op plaatsen waar er een gordel voorzien is. Kinderen kleiner dan 1,35 meter moeten in een taxi dat niet voorzien is van een beveiligingssysteem achteraan plaatsnemen.
Derde beveiligingssysteem
Indien het niet mogelijk is om achteraan een derde kinderbeveiligingssysteem te installeren, dit omdat er al twee andere in gebruik zijn past u de volgende regels toe:
- Een derde kind van drie jaar of ouder en kleiner dan 1,35 meter mag achteraan zonder veiligheidssysteem vervoerd worden, indien het de autogordel draagt. Vooraan moet het kind vastgemaakt worden met een beveiligingssysteem.
- Een derde kind van minder dan drie jaar moet vanaf 9 mei 2008 vooraan zitten en vastgemaakt worden met een beveiligingssysteem.