Sewol – de veerboot die in de Gele Zee verdween
De veerboot Sewol zonk op 16 april 2014, onderweg van de Zuid-Koreaanse stad Incheon naar het eiland Jeju, onder het zuidpuntje van Zuid-Korea. De boot had 476 mensen aan boord, waaronder veel scholieren van de Danwon High School in Ansan City, kapseisde en zonk. Honderden passagiers bleken na een verkeerde manoeuvre als ratten in de val te zitten en verdwenen met het schip in de diepte. Na onderzoek bleek dat de veerboot veel te zwaar beladen was geweest. De kapitein kreeg een levenslange gevangenisstraf wegens moord en ook de bemanningsleden moesten de gevangenis in wegens nalatigheid en laf gedrag.
Ramp met de Sewol
Veerboot naar Jeju
De veerboot Sewol, de naam betekent
Buiten de wereld, was op 16 april 2014 onderweg van Incheon naar het eiland Jeju, toen het schip in volle vaart een scherpe draai maakte. Deze
‘overmatige koerswijziging zonder te vertragen’ zorgde ervoor dat de boot slagzij maakte. De slagzij ging over in kapseizen en de passagiers aan boord zaten voor het overgrote deel als ratten in de val.
Noodsignaal
Het zinkende schip zond ter hoogte van Gwanmaedo-gil Island een noodsignaal uit. Vissersboten en andere boten in de buurt namen drenkelingen op en ongeveer een half uur na het noodsignaal was de Koreaanse kustwacht ter plaatse met marineschepen en helikopters. Kapitein van de Sewol was Lee Joon-suk (69).
Sewol in de Gele Zee
De Sewol had Incheon als thuishaven en heette van 1994 tot 2012
Ferry Naminou. In 2013 werd het schip omgedoopt tot
Sewol. Voormalige eigenaar was Oshima Unyu uit Kagoshima, Japan (1994-2007). Daarna voer A -Line Ferry Company uit Kagoshima, Japan (2007-2012) met het schip. De laatste eigenaar was Chonghaejin Marine Co, Ltd. Uit Incheon in Zuid-Korea (2012-2014). Het schip is in Nagasaki Japan gebouwd door Hayashikane Dockyard en werd in 1994 te water gelaten. Het was van het type RoPax ferry, het type met een groot autodek en veel passagiersruimte.
Sewol
De Sewol was een 6835 ton schip met een lengte van 157,02 meter, een breedte van 22 meter en een diepgang van 6 meter 26. De veerboot kon 960 passagiers vervoeren en 88 auto’s en 60 vrachtwagens en er werkte een 36-koppige bemanning op.
Toen het schip overging van Japan naar Zuid-Korea werd het gerenoveerd. Haar eerste Koreaanse vaart was op 15 maart 2013 en sindsdien maakte het elke week twee of drie rondreizen van Incheon naar Jeju. Haar maximum snelheid was 40 kilometer per uur.
Passagiers en plezier
Tijdens de laatste reis van de Sewol zouden er 476 mensen aan boord zijn geweest, waarvan het merendeel uit middelbare scholieren bestond die op weg waren naar een vierdaagse excursie. Kort na het vertrek was het een vrolijke boel geweest aan boord. De jongelui vermaakten zich in de lobby van de derde etage met limbodansen. Filipijnse zangers traden op en daarna was er nog een vuurwerk dat te zien was vanaf het achterdek. De ochtend na dit feestelijke begin ging het mis.
Vaarroute en foute manoeuvre
De reis van de Incheon naar Jeju is zo’n 400 kilometer. Het kapseizen begon ongeveer 25 kilometer vanuit de kust van het eilandje Gwanmaedo-gil, aan de zuidwestkust. In de omgeving waar het schip is gekapseisd zijn geen rotsen en het weer was rustig.
Slagzij
De derde stuurman stond aan het roer en de kapitein was in zijn eigen hut. Na de slagzij ging de kapitein terug naar de brug en probeerde de disbalans te herstellen. Toen werd ook de kustwacht gealarmeerd, door een ouder van een kind dat aan boord was. Zij kreeg een bericht van haar kind dat het niet goed ging met het schip. Op het schip hoorde men een luide knal en de kapitein meldde dat ze in hun hutten moesten blijven. Het werd de passagiers nadrukkelijk verboden naar boven te gaan. Ongeveer een half uur na de foute manoeuvre begon het schip te kapseizen. Drie kwartier na de slagzij kregen de passagiers te horen dat ze de reddingsmiddelen moesten gaan gebruiken en daarna gaf de kapitein pas het signaal om te evacueren, een bericht dat niet alle passagiers hebben gehoord.
Reddingsboten
Reddingsschepen en helikopters waren onderweg. Vijftig minuten na de slagzij werd alle communicatie vanaf het schip afgebroken. Ongeveer 160 passagiers en de bemanning sprongen toen overboord. De meeste reddingsboten waren onbruikbaar. Aan de ene kant lagen ze onder water en aan de andere kant lagen ze tegen het schip gedrukt. Ze konden onmogelijk gelanceerd worden. Na twee en een half uur zonk het schip. Vijf uur na de slagzij was het schip onder water verdwenen.
Tekstberichten en kapseizen
Passagiers zouden nog tekstberichten gestuurd hebben naar familie en vrienden tijdens het zinken van het schip, maar na onderzoek bleek dat dit nep-berichten moeten zijn geweest. Er was twee uur na het kapseizen geen communicatie met mobiele telefoons meer mogelijk. Voor de drenkelingen lag het gevaar van
onderkoeling op de loer. Het oceaanwater was ter plaatse ongeveer 12° C. Een drenkeling kan bij een dergelijke watertemperatuur ongeveer anderhalf uur overleven.
Reddingsoperatie met luchtbel en duikers
Bij de reddingsoperatie waren 171 schepen, 29 vliegtuigen en 30 duikers betrokken. De Koreaanse Kustwacht coördineerde de reddingsoperatie en werkte samen met de Marine van Zuid-Korea, maar de duikers konden de passagiersverblijven niet bereiken. Wel probeerden ze zuurstof in het schip te pompen voor mogelijke overlevenden die een luchtbel hadden gevonden. Bijna 300 passagiers waren de eerste dag na de ramp nog vermist. Op 21 april waren er nog 220 vermisten en waren er 80 lichamen geborgen.
Lichamen op Jindo
Duikers haalden zoveel mogelijk lichamen van boord. Ze werden naar een nabijgelegen eilandje Jindo gebracht, waar de lichamen een nummer kregen en werden geïdentificeerd. Als ze geen identificatie bij zich droegen, werden de uiterlijke kenmerken zo nauwkeurig mogelijk beschreven. Is visuele identificatie niet meer mogelijk, dan worden er DNA-profielen samengesteld om die te kunnen vergelijken met familieleden. Het was voor de duikers heel moeilijk om de lichamen te bergen, omdat het schip verder gekanteld was en er onder water bijna geen zicht was. Bovendien was de stroming erg sterk en maakte de regenval het moeilijk om in de veerboot te komen.
Kapitein Lee en bemanning gearresteerd
Kapitein Lee en de bemanningsleden werden gearresteerd. Er werd meteen een onderzoek ingesteld naar de besluiteloosheid van de kapitein. Hij zou te laat opdracht tot evacuatie hebben gegeven. De kustwacht adviseerde vrijwel meteen om te evacueren, maar de kapitein gaf daartoe pas na een half uur de opdracht. Hij motiveerde zijn aarzeling. Het koude water, de sterke stroming en het feit dat er nog geen reddingsboten in de buurt waren hielden hem tegen. Lee en bemanningsleden werden aangeklaagd voor het niet beschermen van de passagiers. Ook zouden ze voortijdig de veerboot verlaten hebben op de twee nog bruikbare reddingsboten, terwijl er nog mensen aan boord waren.
Premier ontslagen
President Park Geun-hye van Zuid-Korea aanvaardde het ontslag van de premier Chung Hong-won. De regeringsleider moest weg vanwege de zware kritiek op de reddingsoperatie. Familieleden waren behalve diepbedroefd ook laaiend van woede omdat de reddingsactie niet goed was verlopen. Bovendien was de informatievoorziening slecht. De familieleden zeiden dat de reddingsoperatie veel te laat op gang kwam. Ook meldde de overheid kort na de ramp dat alle scholieren waren gered. Dat bleek helemaal niet het geval te zijn. Bij een bezoek aan de nabestaanden werd de premier uitgejouwd, kreeg hij waterflessen naar zijn hoofd gegooid en werd hij belaagd.
Duikers en caissonziekte
Op 28 april 2014 zaten vijftien bemanningsleden vast. Op dat moment waren er 187 lichamen geborgen en waren er nog 115 mensen vermist. Van de 476 opvarenden waren er toen 174 gered. Er waren 88 beroepsduikers rond het schip actief geweest. Vele duikers waren uitgeput en sommige werden getroffen door de caissonziekte.
Eigenaar van het schip en de zonen
Juli 2014
In juli 2014 werd de steenrijke eigenaar van het schip, Yoo Byung-eun, dood aangetroffen. Hij pleegde zelfmoord. De politie van Zuid-Korea arresteerde de zoon van de eigenaar. De man (in 2014 is hij 43 jaar oud) had zich verborgen in de stad Yongin. Hem werd corruptie en verduistering ten laste gelegd. Hij werd veroordeeld voor verduistering van vele miljoenen en werd voor drie jaar naar de gevangenis gestuurd. Twee van zijn broers werden eveneens veroordeeld. De ene kreeg een voorwaardelijke straf en de andere broer hoorde twee jaar cel eisen. Ook bleek dat de Sewol veel te zwaar beladen was geweest.
Kapitein krijgt levenslang
April 2015
In april 2015 kreeg de kapitein Lee Jun-seok in hoger beroep een levenslange celstraf wegens moord. Eerder kreeg de kapitein een straf van 36 jaar cel te horen voor nalatigheid. Hij kreeg de zware straf omdat hij tijdens de ramp de crew passagiers terug naar hun hutten liet sturen, terwijl de bemanning later zelf de veerboot verliet met een reddingsboot. Veertien bemanningsleden kregen celstraffen van anderhalf tot twaalf jaar, drie medewerkers werden vrijgesproken. De belangrijkste technicus kreeg tien jaar celstraf.
Gelicht
23 maart 2017
Drie jaar na de ramp hebben bergers het schip van de zeebodem getakeld, gelicht en naar de haven van Mokpo gebracht. De Sewol lag 40 meter onder de zeespiegel. De operatie duurde acht dagen en het wrak is tussen twee pontons in drijvende gehouden en naar de haven gesleept. Daar wordt het onderzocht op menselijke resten, want nog niet alle slachtoffers zijn geborgen. Het heeft bijna drie jaar geduurd voor de operatie in gang kon worden gezet vanwege dat het wrak niet stabiel lag en het daardoor gevaarlijk was voor duikers om er te werken. De bergers pompten lucht in het schip en bonden ballonnen aan het wrak waardoor het ging drijven.
Lees verder