De historie van Hyundai
Het Koreaanse Hyundai begon ooit met de bouw van Ford-modellen onder licentie. Na een wat aarzelende start met eigen modellen is het merk de laatste decennia hard gegroeid en één van 's wereld's grootste autobouwers geworden.
Hyundai Auto Service bouwt Fords
In 1946 start de 31-jarige Koreaan Ju-Yung Chung Hyundai Auto Service in Seoul. De naam “Hyundai” betekent modern. Het bedrijf ontwikkelt zich enkele jaren totdat het in 1967 uitgroeit tot Hyundai Motor Company. Ju-Yung Chung en zijn jongere broer Se-Yung Chung tekenen een contract dat hen het recht geeft om de Ford Cortina en Ford Granada te produceren. Hyundai zou dit blijven doen tot 1976.
Hyundai als zelfstandig autobouwer
Een jaar eerder in 1975 startte de Koreaanse overheid een programma om de vaderlandse auto-industrie te stimuleren. Hyundai zag hier, net als Daewoo, Kia en SsangYoung, wel brood in; het bedrijf had dankzij de productie van de Ford-modellen immers veel ervaring en kennis opgedaan. Hyundai nam het voortouw en bouwde een nieuw fabriek met een productiecapaciteit van 80.000 auto’s per jaar. Het bedrijf ging diverse samenwerkingen aan om de lancering van een eigen lijn tot een succes te maken. Het befaamde Italiaanse designbureau ItalDesign van ontwerper Giugiaro werd verantwoordelijk voor het design van de eerste Hyundai terwijl het Japanse Mitsubishi de motoren en aandrijflijn leverde. Het resulteerde in de komst van de Hyundai Pony in 1976.
De Pony werd geëxporteerd naar de Verenigde Staten, Canada en Europa. In de VS en Canada boekte het model enig succes maar in Europa bleek de Pony kwalitatief onvoldoende om zich met de gevestigde orde te kunnen meten. Desondanks verschenen van de Pony meerdere uitvoeringen en generaties.
Hyundai breidde het modelaanbod uit. Midden jaren ’80 bracht het merk de Stellar uit, een middenklasser die zwaar leunde op de basis van de Ford Cortina.
De Stellar was gebaseerd op de Ford Cortina /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)Ook hier zorgde Mitsubishi weer voor een groot gedeelte van de techniek. Het model zorgde niet voor het gehoopte succes omdat het niet op de Amerikaanse markt geleverd kon worden in verband met emissie-eisen. In Canada verkocht de auto echter naar behoren. Ongeveer gelijktijdig met de komst van de Stellar ontwikkelde Hyundai nog een model dat met name gericht was op Europa, de Excel.
Deze eerste voorwielaangedreven Hyundai zorgde voor succes in Europa vanwege zijn compacte afmetingen en verbeterde kwaliteit ten opzichte van de Pony. Het merk bleef groeien en wist uiteindelijk ook de Amerikaanse markt te bedienen met een groter model: de Grandeur. De groei van Hyundai stelde het merk in staat om in 1990 een nieuwe fabriek te bouwen. De ingebruikname hiervan gold meteen als het startschot voor de komst van het eerste volledig door Hyundai zelf ontworpen model: de Sonata. De motoren waren weliswaar nog afkomstig van Mitsubishi maar waren door Hyundai zelf doorontwikkeld. Niet lang na de Sonata kwam de Scoupé, een compacte, betaalbare coupé die Hyundai veel succes bracht. Van begin tot midden jaren ’90 groeide Hyundai flink: de Elantra kwam in 1991 als opvolger van de Stellar en in 1993 kwam de tweede generatie Sonata, waarvan de verkoop overigens tegenviel. Twee jaar later kwam de Accent, wederom een compact model dat het in Europa goed deed. Buiten de Accent en de Coupé (opvolger van de Scoupé) die in 1996 kwam, had Hyundai in Europa niet veel ijzers in het vuur. Met name hun grotere modellen deden het hier niet best. De derde generatie Sonata, die in 1996 kwam, betekende een keerpunt voor Hyundai: de middenklasser was voorzien van moderne techniek en een Europees design en eindelijk deed Hyundai ook in de middenklasse in Europa mee.
Grote Europese doorbraak
De echte doorbraak van Hyundai kwam in 1997 toen Hyundai de Atos lanceerde. De Atos was precies wat Europa nodig had: een klein, zuinig en goedkoop model. De Atos werd een regelrechte hit. Het succes van Hyundai smaakte naar meer maar buiten de Atos kon het merk op ons continent toch niet echt meekomen. In 1999 werd een nieuwe directeur aangesteld, Mong-Koo Chung. Chung had furore gemaakt op de aftersalesafdeling en wist als geen ander waar het aan schortte. Chung had de ambitie om van Hyundai kwalitatief en kwantitatief wereldwijd een top-5-merk te maken. Om dat te kunnen realiseren moest de structuur van het bedrijf op de schop. Hyundai bestond uit een logge hiërarchie en dit moest veranderen. Chung was niet bang om deze veranderingen te maken, hetgeen hem op veel kritiek kwam te staan. Ondanks de felle kritiek op zijn reorganisaties en hervormingen, mocht hij aanblijven. Het bleek de juiste beslissing: Moong-Koo Chung zorgde voor een kwaliteitsimpuls en vanuit zijn filosofie ontsprong het moderne Hyundai dat aan het begin van deze eeuw tot nu (2010) is uitgegroeid tot een wereldmerk. Na de Atos volgden de afgelopen jaren meerdere hits: de ruime SUV Santa Fe die in 2001 kwam zette een nieuwe trend en werd een bestseller. De compactere Tucson die in 2004 werd geïntroduceerd werd even populair. Hyundai begon in eigen huis dieselmotoren te ontwikkelen waarmee in Europa een belangrijk marktaandeel verkregen kon worden. Op de Amerikaanse markt scoort Hyundai nog steeds goed met grote modellen als de XG (later Grandeur) en de Terracan. In Europa is Hyundai inmiddels in vrijwel alle segmenten vertegenwoordigd met kleine modellen (i10, i20), middenklassers (i30, Sonata) en SUV’s (ix35, Santa Fe). Ook doet het merk het goed op de markt van lichte bedrijfswagens.
De Santa Fe werd een regelrechte hit. Hier de nieuwste generatie (2010) /
Bron: JOHN LLOYD, Wikimedia Commons (CC BY-SA-2.0)In tegenstelling tot veel andere merken floreert Hyundai de afgelopen jaren. Dit uit zich ook in de ontwikkelingen zoals de bouw van een hypermoderne 1.1 miljard kostende fabriek in Montgomery, Alabama, een testcentrum in de Mojavewoestijn en een R&D- en designcentrum in Frankfurt. Momenteel is Hyundai één van ’s wereld’s grootste automerken.