Verkeer en verkeersregels Zuid-Afrika

Verkeer en verkeersregels Zuid-Afrika Welk verkeersgedrag wordt er van u verlangd Zuid-Afrika? Zuid-Afrika staat als vakantiebestemming meer en meer in de belangstelling. Actieve deelname aan het verkeer is goed te doen; de wegen in Zuid-Afrika behoren tot de beste van heel Afrika. Grootste aandachtspunt in het verkeer voor Europeanen is dat er links gereden moet worden. Verkeersborden als bijvoorbeeld "pas op voor olifanten" of "pas op voor neushoorns" zullen nieuw zijn, maar anderen borden weer heel herkenbaar. Regels, verkeersregels en toeristische verkeersborden in Zuid-Afrika.

Verkeersregels - Aandachtspunten - Zuid Afrika

Een vertaalde versie van de verkeersregels en aandachtspunten, zoals die in Zuid Afrika gevolgd en toegepast moeten worden. Onder aan de weergave van de verkeersregels vindt u een overzicht van de meeste toeristische of informatieve borden, die bij een bezoek aan Zuid Afrika van nut kunnen zijn.

Verkeersregels

1. de bestuurder moet het voertuig beheersen en vrij zicht hebben op de weg

2. rijd links, passeer rechts. Veroorzaak geen gevaar bij rechts inhalen. Haal alleen in als: u dit veilig kunt doen, er geen verkeersbord geplaatst is die dit verbiedt.
Op een weg met éénrichtingsverkeer mag rechts gereden worden

3. rijd op een weg met verkeer in beide richtingen niet over de middenlijn, tenzij dit is toegestaan door een verkeersbord of verkeersregelaar

4. toegestane maximumsnelheid: 60 km/h binnen de bebouwde kom; 100 km/h buiten de bebouwde kom; 120 km/h op autosnelwegen
Uitzondering: 80 km/h voor vrachtauto(combinaties) zwaarder dan 9000 kg: 100 km/h voor autobussen en minibussen, ingericht voor het vervoer van passagiers

5. haal alleen in als dit veilig kan:
  • overtuig uzelf dat u veilig kunt inhalen
  • haal voertuigen rechts in
  • vermijd gevaar voor tegemoetkomend verkeer
  • houd voldoende tussenliggende afstand
  • ga weer na de linker rijstrook als u voldoende ruimte hebt
  • kijk bij inhalen / passeren van een autobus uit voor in- en uitstappende passagiers
  • op (auto)snelwegen mag u een lichtsignaal aan de voorganger geven, ten teken dat u gaat inhalen
  • na inhalen: plaats op de weg is links

6. links inhalen is toegestaan als dit veilig kan en:
  • buiten de bebouwde kom, op een weg breed genoeg voor twee voertuigen om naast elkaar te rijden
  • als een voertuig voor rechts af is voorgesorteerd
  • buiten de bebouwde kom op wegen met twee of meer rijstroken in dezelfde rijrichting

Rijd niet in de berm of op de vluchtstrook bij links inhalen
Rijd niet over de linker gele doorgetrokken streep bij inhalen

7. haal niet in als:
  • het gevaar oplevert voor andere weggebruikers of goederen en eigendommen
  • een voertuig is gestopt voor een voetgangersoversteekplaats om voetgangers de gelegenheid te geven over te steken
  • een doorgetrokken belijning
  • bij nadering van een verkeersheuvel
  • bij nadering van een scherpe bocht
  • u de weg onvoldoende kunt overzien
Bovenstaande regels gelden niet als:
  • de weg breed genoeg is om in te halen, zonder op de rechter weghelft te komen
  • bij rijden op een weg met éénrichtingsverkeer

8. gedrag bij ingehaald worden:
  • houd zo veel mogelijk links
  • versnel niet als u ingehaald wordt
  • rijdt u op de rechter rijstrook en geeft een achteropkomende bestuurder te kennen u in te willen halen; rijd rustig naar de linker rijstrook
  • u mag bij ingehaald worden -tussen zonsondergang en zonsopgang- naar links uitwijken over de belijning, om een ander de gelegenheid te geven in te halen
  • dit mag alleen als dit veilig kan en er binnen een straal van 150 mtr. geen andere voertuigen zichtbaar zijn

9. rijstroken
  • rijd in een rijstrook
  • overrijd de belijning niet
  • verander alleen van rijstrook als dit noodzakelijk en veilig is
  • geef op tijd een signaal (verlichting) voordat u de verandering van rijstrook inzet
  • kijk goed over de rechter schouder in de dode hoek vóór verandering van rijstrook

10. kruispunten
Stop voor voetgangers op of voor voetgangersoversteekplaatsen en hinder het verkeer niet bij het oprijden en overrijden van een kruispunt

11. links afslaan:
Stuur de bocht ruim in zodat u op de linkerweghelft uitkomt en pas de snelheid aan op het overige verkeer

12. rechts afslaan
laat tegemoetkomend, rechtdoorgaand verkeer voor gaan
sorteer zoveel mogelijk voor naar rechts, zodat anderen bestuurders u eventueel links in kunnen halen
sla pas af als u geen hinder ondervindt van tegemoetkomende bestuurders
passeer een verkeersheuvel aan de linkerzijde en/of volg de aanwijzingen op de verkeersborden
neem de bocht ruim; kom uit op de eigen weghelft, tenzij u een éénrichtingsweg inrijdt

13. geven van signalen
Maak -door geven van een signaal met de hand, richtingaanwijzer of remlichten - altijd duidelijk wat u wilt gaan doen bij:
  • stoppen
  • plotselinge snelheidsvermindering
  • afslaan naar rechts of links
  • verandering van rijstrook
  • rijden naar de rechter of linkerzijde van de weg
Geef op tijd een waarschuwing door middel van een signaal, zodat andere weggebruikers hier -zonodig- op kunnen reageren

14. passagiers op vrachtauto's
Het is passagiers toegestaan achter op de laadruimte van een vrachtauto te vervoeren, als de zijschotten:
  • 350 mm hoger zijn dan de zitplaatsen
  • 900 mm hoger zijn dan de staanplaatsen
Geldt niet voor personen bij wegwerkzaamheden, bij uitoefening van de werkzaamheden

15. alcohol en drugs
rijd niet, of neem geen plaats op de bestuurdersstoel van een auto met draaiende motor als:
  • u onder invloed bent van alcohol of drugs
  • het alcoholgehalte in het bloed 0.05g per 100 ml. of méér is

16. (auto)snelwegen
De volgende voertuigen mogen niet rijden op de snelweg:
  • door dieren voortbewogen voertuigen
  • fietsers
  • motorfietsen met een cilinderinhoud van 50 cc. of minder
  • electrisch aangedreven fietsen of motorfietsen
  • motordriewielers en quads
  • tractoren, tenzij bij noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden
  • invalidenvoertuigen met een gewicht van 230 kg. of minder
Het is op (auto)snelwegen niet toegestaan:
  • stil te staan, anders dan op aangelegde parkeerplaatsen
  • geven van signalen met de hand, met uitzondering van noodgevallen
  • uitstappen uit een voertuig, behalve: a. bij hulp bij een ongeval, b. plaatsen, aangeduid als stop- of parkeerplaats
(geldt niet voor personen in functie bij ongeval, reddingswerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden enz.)

17. verboden te stopen
Bij of tegenover graafwerkzaamheden, waar dit gevaar oplevert voor het overige verkeer. Verder binnen 6 meter van een:
  • tunnel, viaduct, brug of wegversmalling,
  • waar dit is aangegeven door een verkeersbord
  • aan de rechterzijde van de straat, bij verkeer in beide richtingen
  • naast of tegenover een ander voertuig, indien de weg minder breed is dan 9 meter
  • in de nabijheid van een spoorwegovergang
  • daar waar een voertuig gevaar kan opleveren voor het overige verkeer
  • binnen 9 meter van een voetgangeroversteekplaats op de eigen weghelft. (behalve om voetgangers de gelegenheid te geven over te steken)
  • op een (auto)snelweg, behalve: op aangewezen parkeergelegenheden, op aanwijzing van verkeersregelaar, voor een onvrijwillige stop

18. verplicht te stoppen
Stop altijd:
  • op aanwijzing van een verkeersregelaar, of verkeersbord
  • op aanwijzing van een persoon, belast met het laden of begeleiden van dieren
  • op aanwijzing van verkeersbrigadiers bij scholen e.d.
  • bij betrokkenheid bij een aanrijding

19. parkeren
Definitie: parkeren = stoppen met een voertuig -met of zonder inzittenden- voor een periode, langer dan nodig, voor het uitladen van goederen of het uit laten stappen van passagiers.
Zet het voertuig altijd op de handrem om te voorkomen dat deze wegrolt.

20. verboden te parkeren
U mag niet parkeren:
  • in elk gebied waar dit is aangegeven
  • waar dit door verkeersborden of door een verkeersregelaar wordt aangegeven
  • bij een voetgangerspad / gebied, dichter dan 1 mtr. binnen de bebouwde kom
  • binnen 1.5 mtr. rondom een brandslang
  • binnen 5 mtr. bij een kruispunt binnen de bebouwde kom
  • bij een bocht vanaf een afstand van 450 mm. van een verkeersbord, tenzij toegestaan door een ander verkeersbord
  • bij, tegenover, of gedeeltelijk op: a. een verkeersheuvel, b. trottoir, c. fietspad, d. regelunit van verkeerslichten
  • daar waar uw voertuig het zicht op een verkeersbord of markering ontneemt
  • op de rijbaan van een weg, smaller dan 5,5 mtr., tenzij het een éénrichtingsweg betreft
(bovenstaande tenzij een verkeersbord anders aangeeft)

21. voetgangersoversteekplaats
Laat voetgangers voor gaan die zich op de voetgangersoversteekplaats bevinden of voornemend zijn over te steken.

22. verlaten / geparkeerde voertuigen
In de volgende gevallen is parkeren niet toegestaan:
  • illegaal parkeren
  • parkeren in gebieden waar dit verboden is
  • meer dan 7 dagen parkeren op dezelfde plaats binnen de bebouwde kom
  • meer dan 24 uur parkeren buiten de bebouwde kom
  • daar waar gevaar of hinder wordt veroorzaakt
  • op openbare wegen zonder geldige kentekenplaat op een voertuig, waarvan de eigenaar niet kan worden achterhaald
Verlaten en illegaal geparkeerde voertuigen kunnen door de politie worden verwijderd en inbeslag genomen.

23. veilige volgafstand
  • houd minimaal 2 seconden volgafstand aan (voor zware voertuigen minimaal 3 seconden)
  • vergroot de volgafstand bij slecht zicht en volgen van een vrachtauto met laadklep
De stopafstand zal aanzienlijk toenemen bij: a. hoge snelheid, b. nat wegdek, c. ijsafzetting en slipgevaar, d. zware belading van het voertuig.

24. achteruit rijden
Rijd alleen achteruit als dit is toegestaan en veilig kan. Rijd niet langer achteruit dan strikt noodzakelijk is.

25. passagiers / inzittenden
Passagiers mogen/ moeten:
  • de bestuurder niet afleiden
  • zich niet bemoeien met het sturen en de bedieningsorganen
  • niet in- of uitstappen tijdens het rijden
  • niet buiten het voertuig hangen
  • elk een zitplaats met een breedte van minimaal 380 mm hebben

26. rijd veilig
Stel de zithouding zo af, dat een goede voertuigbeheersing mogelijk is en een goed zicht op het verkeer rondom het voertuig bestaat. Neem vanuit stilstand alleen dan aan het verkeer deel, als dit veilig kan, zonder het overige verkeer te hinderen. Houd lichaamsdelen binnen de carrosserie van het voertuig, behalve bij het geven van een signaal bij parkeren, of noodzakelijke controlehandelingen aan het voertuig

27. bandenprofiel
Alle banden voor personenauto's en vrachtauto's moeten een profiel hebben over de gehele breedte en omtrek van de band, en voldoen aan:
  • minimale profieldiepte van 1 mm., of
  • boven het nivo van de indicator
  • geen zichtbaar kanvas of staal
  • niet in gevaarlijke staat verkeren
De groeven en wangen van de banden mogen geen beschadigingen hebben:
  • groter dan 25 mm.
  • meer dan 10% van de hoogte van de band
  • met een diepte tot op staal of canvas
  • geen uitstulpingen
  • op motorvoertuigen mogen geen gecoverde banden gemonteerd zijn

28. slepen van voertuigen
  • bij slepen bedraagt de afstand van het trekkende voertuig tot het gesleepte voertuig minimaal 3,5 meter
  • de sleepkabel moet zorgvuldig en juist bevestigd zijn
  • maximum toegstane snelheid bij gebruik van een sleepkabel: 30 km/h
  • de bestuurder van het gesleepte voertuig moet in het bezit zijn van een geldig rijbewijs
  • bij ondeugdelijke remmen moet een sleepstang gebruikt worden
  • bij gebruik van een sleepstang mag harder gereden worden dan het maximum van 30 km/h, zolang er zich geen inzittenden in het gesleepte voertuig bevinden
Het gesleepte voertuig hoeft niet bestuurd te worden door een persoon met een geldig rijbewijs als:
  • de gestuurde wielen géén contact maken met de weg
  • stuurbewegingen anders tot stand komen dan met het gesleepte voertuig (dolly)

29. politie en overige voorrangsvoertuigen
Geef onmiddellijk voorrang aan voorrangsvoertuigen die optische en geluidssignalen voeren ter uitoefening van een dringende taak

30. laten draaien van de motor
Zet de motor af als:
  • de motor hevig rookt
  • het voertuig onbeheerd is
  • het voertuig oncontroleerbaar is
  • bij het tanken van brandstof
  • bij afwezigheid van de tankdop of lekkkage

31. trottoir
verplaats een voertuig niet langs het trottoir (voetpad of berm), zelfs niet door middel van duwen

32. vervuiling / verontreiniging
Houd de weg vrij van olie, brandstof, vet, as of elke andere brandgevaarlijke of milieuvervuilende stof

33. (snelheids)wedstrijden
Voor het organiseren en/of houden van snelheids- of behendigheidswedstrijden met motorvoertuigen op de openbare weg is toestemming van de plaatselijk autoriteiten vereist (MEC)

34. in gevaar brengen overig verkeer
  • veroorzaak geen onnodige hinder / onnodige belemmering van de doorstroming voor het overig verkeer
  • laat geen voorwerpen achter op de openbare weg, die enige gevaar of schade kan toebrengen aan overige weggebruikers

35. gebruik van de claxon
  • gebruik de claxon alleen ter afwending van gevaar
  • het geluid van de claxon moet minimaal 90 meter ver dragen
  • een meertonige claxon mag niet in toon variëren

36. onnodig geluid
Veroorzaak geen onnodige geluidsoverlast met een voertuig (lekke uitlaat), tenzij dit (tijdelijk) in uitzonderlijke gevallen niet te voorkomen is.

37. voorkom schade aan verkeer / wegen
Zorg dat u op geen enkele manier opzettelijk schade toebrengt aan de wegen en de andere weggebruikers

38. ongeval of aanrijding
Als u betrokken bent bij een ongeval, moet u:
  • uw voertuig onmiddellijk (veilig) stoppen
  • kijken of er gewonden zijn en de ernst van de verwonding(en) beoordelen
  • indien mogelijk de gewonden eerste hulp bieden
  • de schade opnemen
Neem de volgende gegevens op en/of geef door:
  • rijbewijsgegevens
  • naam en adres
  • naam en adres van de eigenaar van het voertuig
  • kenteken-, registratienummer van het voertuig
Geef de informatie en toedracht binnen 24 uur door aan de politie!
Wat u niet moet doen:
Nuttig géén alcohol of drugs voordat u aangifte doet van het ongeval, tenzij het op medische gronden verstrekte middelen betreft.

Als personen zijn gewond of omgekomen: Schakel direct de politie in!
Verplaatsen of verwijderen van voertuigen:
  • verplaats voertuigen niet, tenzij het verkeer ernstig wordt belemmerd
  • markeer de plaats van het ongeval dan duidelijk voor verplaatsing van een voertuig
  • verplaatsing mag wel op aanwijzing van een bevoegd persoon
Zijn er géén gewonden, dan mag een voertuig verplaats worden, voordat de politie op de hoogte wordt gesteld. Dit moet wel gebeuren in overeenstemming met de betrokken partijen.

39. gevarendriehoek
Voor alle motorvoertuigen en eventuele caravans of aanhangers moet -afzonderlijk- tenminste één gevarendriehoek aanwezig zijn. Als een voertuig -ongeacht de reden- op een (auto)snelweg staat geparkeerd, moet een gevarendriehoek achter het voertuig geplaatst worden op een afstand van minimaal 45 meter tot het voertuig.

40. verlichting
Schakel de verlichting in:
  • tussen zonsondergang en zonsopgang
  • bij verminderd zicht, minder dan 150 meter
Verder:
  • voer stads- of dimlicht binnen de bebouwde kom en bij dicht op elkaar volgend druk verkeer
  • voer alleen groot licht als er géén tegemoetkomend verkeer is
  • verlichting moet het mogelijk maken voertuigen en voetgangers op een afstand van minimaal 100 meter waar te kunnen nemen
  • stadslicht mag de weg niet over een grotere afstand dan 45 meter voor het voertuig verlichten
  • motorfietsen voeren tijdens het rijden altijd licht; dag en nacht
Parkeerlichten:
Schakel de parkeerverlichting in bij nacht:
  • binnen de bebouwde kom, bij parkeren buiten een gemarkeerde parkeerplaats
  • op de openbare weg, op een afstand van 12 meter of meer, vanaf een straatlantaarn
Alarmlichten:
Gebruik alarmlichten:
  • rijdend in / bij gevaarlijke omstandigheden
  • stilstaand in / bij gevaarlijke omstandigheden
Zwaailichten:
Deze lichten mogen alleen gevoerd worden door voorrangsvoertuigen, artsen en hulpdiensten.

41. drijven / begeleiden van dieren:
Personen die een kudde dieren begeleiden, dragen een rode vlag of rood licht 150 meter vóór, en achter de kudde

42. transport van goederen
Goederen moeten veilig in en op een voertuig, of zorgvuldig vastgezet worden vervoerd.
Goederen mogen:
  • de bestuurder niet op enigerlei wijze hinderen of belemmeren
  • niet tijdens vervoer in contact komen met het wegdek
Maximale afmetingen:
belading is toegestaan tot maximaal de halve hoogte van het te beladen voertuig, indien de goederen op het dak worden vervoerd. Uitzondering: vervoer van fietsen op het dak van een voertuig.
Maximale lading / afmetingen inclusief het voertuig:
  • voertuigen lichter dan 12.000 kg.: 2.5 meter breed
  • voertuigen zwaarder dan 12.000 kg.: 2.6 meter breed
  • lading voorzijde: maximaal 3.0 meter, gemeten vanaf de voorzijde van het voertuig
  • lading achterzijde: maximaal 1.8 meter, gemeten vanaf de achterzijde van het voertuig
  • hoogte: maximaal 4.3 meter inclusief de lading

43. autogordels
  • indien aanwezig, is het voor alle inzittenden verplicht autogordels te dragen
  • zijn er vóór in de auto geen autogordels, dan moeten kinderen tot 14 jaar oud, achter in de auto plaatsnemen
  • als de autogordels zijn verwijderd, is deelname aan het verkeer op de openbare weg niet toegestaan
  • op zitplaatsen, voorzien van een autogordel, dient men als eerste plaats te nemen
  • bij parkeren of achteruit rijden mogen de autogordels ontkoppeld worden

44. communicatiemiddelen
  • het is verboden een communicatiemiddel vast te houden, of te gebruiken tijdens het rijden
  • gebruik is slechts toegestaan als het comminicatiemiddel niet in de hand gehouden wordt, of op of aan het lichaam bevestigd is

45. rijbewijs
Tijdens deelname aan het verkeer, moet het noodzakelijk rijbewijs kunnen worden overlegd.

46. oneigenlijk gebruik van een motorvoertuig
  • rijd of gebruik een motorvoertuig niet op enige wijze, zonder uitdrukkelijke toestemming van de wettelijke eigenaar van het motorvoertuig.
  • wijzig of verander het chassis of motornummer niet zonder schriftelijke toestemming van het bevoegd gezag
Het is een overtreding als / bij:
  • roekeloos gereden wordt
  • nalatig gedrag aan de orde is
  • onbedachtzaamheid verweten kan worden

Verkeersborden Zuid-Afrika

Klik op de afbeelding voor een vergrote weergave van de afbeelding.

Toeristische borden


Informatieve borden


Zuid-Afrika

© 2010 - 2024 Jvd, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Wie heeft er voorrang?Wie heeft er voorrang?Verkeersregels: wie heeft er voorrang? Soms is het onduidelijk wie er voorrang heeft op een kruising of een T-splitsing.…
Verkeer - Verkeersregels en de wegenverkeerswetVerkeer - Verkeersregels en de wegenverkeerswetHet Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens = RVV en de WegenVerkeersWet = WVW kennen vele artikelen, die de gedragin…
Studeren in Zuid-AfrikaZuid-Afrika is een land met veel tegenstellingen zoals het verschil tussen armoede en rijkdom. In Zuid-Afrika zijn veel…
De tien duurste en snelste auto's ter wereldDe tien duurste en snelste auto's ter wereldBenieuwd wat de tien duurste auto´s ter wereld zijn? Deze top tien is een ware jongensdroom voor de echte autoliefhebber…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: CaWe, Pixabay
  • * aan het artikel kunnen geen rechten worden ontleend.
  • CO.ZA
  • Aspigon
Jvd (613 artikelen)
Laatste update: 04-09-2019
Rubriek: Auto en Vervoer
Subrubriek: Auto
Bronnen en referenties: 4
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.