De geschiedenis van het automerk Spyker
De geschiedenis van het merk Spyker, van de oprichting als koetsenfabriek in 1880 tot het einde als autofabriek in 1926. Minder bekend is dat de koetsenfabriek de gouden koets heeft geleverd en dat er vliegtuigen en vliegtuigmotoren gebouwd werden. De geschiedenis van de fabrikant Spyker is kenmerkend voor het begin van de twintigste eeuw, waarin de overgang van handwerk en paardenkracht naar machines plaats vindt. Er was een grote selectie gaande. Welke auto- en vliegtuigmerken overleven? De grote landen met een grote eigen markt en politieke macht hebben gewonnen. Tegen politiek kan geen vakmanschap op.
De geschiedenis van het merk Spyker
Jakobus Spijker Sr vestigt zich als smid rond 1845 in Hilversum. Rond 1852 betrekt hij een pand aan de Kerkbrink. In 1860 wordt naast het pand een tweede pand gebouwd en ingericht als smidse. Zijn twee zonen Hendrik en Jakobus Jr leren hier het smidsvak. Jacobus Spijker Sr overlijdt op 17-11-1889.
Ruituigenfabriek Gebr. Spijker
1880 Hendrik en Jakobus Jr richten in Hilversum
Rijtuigenfabriek Gebr. Spijker op. Ze maken studiereizen naar de Verenigde Staten en verblijven enige tijd in Parijs om rijtuigfabrieken te bezoeken en in 1880 (respectievelijk 25 en 23 jaar oud) openen ze een werkplaats aan het Stationsplein in Hilversum. In 1883 maken ze voor de export naar Indië een catalogus, met daarin dertig verschillende rijtuigmodellen. De verkoop en productie van koetsen loopt uitstekend en ze kampen al gauw met ruimte gebrek.
De fabriek verhuist naar Amsterdam
Rijtuigenfabriek Spijker vestigt zich in 1886 in het pand Stadhouderskade 114. Het is gebouwd door rijtuigenfabrikant, W.H. van Eck, de onderneming is failliet. Voorzijde aan de Stadhouderskade wordt gebruikt voor kantoren. Alle vier de verdiepingen worden gebruikt voor het vervaardigen van rijtuigen, de laatste fase, het uitharden van de verf, gebeurt op het dak.
De gouden koets
Gedurende 1897-1898 werkt het bedrijf o.a. 1,5 jaar aan de gouden koets. De koets kost 120.000 gulden, in die tijd een enorm bedrag. Het is tegelijk een uitstekende reclame voor het bedrijf.
NV Industrieële Maatschappij Trompenburg
in 1898 kopen de broers van de Duitse firma Benz, ter bestudering, een Benz-Velo. Dat jaar wordt de rijtuigfabriek met een autoafdeling uitgebreid. In november richten ze voor de auto productie de
NV Industrieële Maatschappij Trompenburg op.
Het bedrijf assembleert auto’s in licentie onder de merknaam Spijker-Benz. Er wordt een nieuwe fabriek gebouwd aan de Amsteldijk. Al spoedig produceren ze hun eigen ontwerpen.
De eerste auto tentoonstelling
Op de eerste autotentoonstelling in 1900 in Amsterdam toont het bedrijf acht auto’s. Vanwege tegenvallende verkoopresultaten trekken ze buitenlandse constructeurs aan. Het aantal werknemers stijgt van 126 in 1901 en 400 in 1905, naar 550 in 1907. In 1907 verkopen ze 200 auto’s.
De Spyker 60hp
In 1903 bouwt men de Spyker 60hp, de eerste auto ter wereld die remmen en aandrijving op alle vier de wielen heeft. het is de eerste auto met een zes-cilinder motor. 'Spyker 60 hp Four-Wheel Drive Racing Car 1903' staat in het Louwman museum te Den Haag. In dat jaar wordt de naam Spijker veranderd in Spyker, die internationaal beter in het gehoor ligt.
Succes en rouw
1907/1908: Een spijker finisht als tweede in een rally Peking- Parijs. Het heeft een grote impact in de autowereld maar wordt overschaduwd door de dood van Hendrik-Jan Spijker. Hij komt om bij de scheepsramp met de SS Berlin. Hendrik is passagier op de veerboot als deze op 21 februari 1907 van Harwich naar Hoek van Holland vaart. Het schip heeft 139 passagiers en bemanningsleden aan boord. Die dag heerst een zware storm, het schip strandt op de Noorderpier bij Hoek van Holland en vergaat. Van de opvarenden verdrinken er 124, onder wie Hendrik Spijker, slechts 15 mensen overleven het drama. Jacobus Spijker Jr trekt zich dat jaar na het verongelukken van zijn broer uit het bedrijf terug. De Maatschappij gaat in 1908 failliet, maar maakt een doorstart.
Hofleverancier
Mede dank zij de vervaardiging van de goudenkoets is Spyker tot 1940 hofleverancier van het Koninklijk huis. Koningin Wilhelmina bestelde in 1911 haar eerste spyker staatsiewagen, totaal worden 10 wagens afgenomen.
N.V. Nederlandse Automobiel- en Vliegtuigenfabriek Trompenburg
Het bedrijf wordt in 1915 verkocht. Er komt een nieuwe directeur, de vliegenier Henri Wijnmalen, die de Maatschappij Trompenburg tot 1922 leidt. De financiële situatie van Spyker is slecht en Wijnmalen zijn financier, Fentener van Vlissingen, koopt alle aandelen op. Henri Wijnmalen wordt directeur en verandert de naam in 'N.V. Nederlandse Automobiel- en Vliegtuigenfabriek Trompenburg'.
Vliegtuigbouw
Het is 1914-1918, de eerste wereld oorlog woedt, de vraag naar auto's daalt. Onder de merknaam Spyker worden vliegtuigen gebouwd. Diverse typen worden geleverd aan de Luchtvaartafdeling en de Marine luchtvaartdienst. In totaal worden tussen 1914 en 1918, circa 100 gevechtsvliegtuigen en circa 200 vliegtuigmotoren geproduceerd.
Bussen en vrachtwagens
Vanaf 1920 worden er ook vrachtauto's en bussen vervaardigd.
De Spyker C4
Spyker Tenax (1921) een Spyker C4, breekt het wereldrecord van Rolls-Royce. De Tenax legde in 36 etmalen een afstand van 30.000 km af, met een gemiddelde van 35 km/u. Zowel de afstand als de tijdsduur zijn wereldrecords. Frits Koolhoven komt in 1920 werken voor Spyker als ingenieur. Met de door Koolhoven ontworpen C4 uit 1920 brengt de fabriek haar laatste automodel voort. De dure, krachtige en luxueuze Spyker C4 is uitgerust met een zes cilinder motor. Koolhoven rijdt in dat jaar met de Spyker C4 de vijfhonderd kilometer van Parijs naar Den Haag in acht uur en 26 minuten en verbreekt daarmee het bestaande record.
De Rolls Royce van het continent
Op 19 en 20 juli 1922 vestigt de autocoureur S.F. Edge een record op de Brooklands-renbaan in Engeland met een Spyker C4 met zes cilinder Maybach motor. Edge legt in 24 uur met de Spyker totaal 2.867,2 km af met een gemiddelde snelheid van 119,5 km/u, wederom een record.
Mont La Turbie
Van Pallandt wint in maart 1922 met een Spyker C4 de Heuvelklim van Mont La Turbie. Met een gemiddelde van 45 km/u legt hij het parcours af in een tijd van elf minuten. In hetzelfde jaar gaat het bedrijf opnieuw failliet. Later dat jaar volgt een wederom een doorstart. Maar het bedrijf verliest de concurrentie slag met (vooral) de Amerikaanse autofabrikanten, de verkoop van het laatste model de Spyker C4, valt tegen, ondanks alle records.
Failliet
In 1925 wordt de productie gestaakt en op 26 mei 1926 valt definitief het doek. Het bedrijf heeft in totaal meer dan 1500 auto's geproduceerd en meer dan 100 patenten op haar naam. Daarnaast nog eens 100 vliegtuigen en 200 vliegtuig motoren.
Nawoord
De gebouwen aan de Amsteldijk worden in augustus 1993 gesloopt. Van de naar schatting vijftienhonderd geproduceerde "Spykers" zijn er vijftien overgebleven. De Spyker is te duur, elk land heeft in die pionierstijd een vergelijkbare auto. Ook in het buitenland gaan de dure merken failliet (Minerva in België, Bentley in Engeland, Maybach in Duitsland). Kwaliteit wordt verslagen door politieke macht, invoerrechten en commercie. In 1999 wordt de merknaam Spyker opnieuw geregistreerd onder de naam Spyker Cars die exclusieve dure sportwagens bouwt. Wat heel erg doet denken aan de filosofie van de voormalige Spyker ontwerpers. We hopen dat het nu goed blijft gaan.