Snelheidscontrole en correctie
Voor snelheidscontrole bestaan diverse methodes: bij snelheidscontrole via flitspaal, radarauto en lasergun controleert men de exacte snelheid. Videowagens meten snelheid over een langer traject, waardoor de boete weleens lager uit kan vallen.
Snelheidsmeting: flitspaal vs videowagen
Wie met te hoge snelheid langs een flitspaal rijdt, krijgt uiteraard een boete. Het verschuldigde bedrag staat vast en is gerelateerd aan de overschrijding van de toegestane maximumsnelheid.
Op televisie ziet men wel eens programma's waarin een auto die te snel rijdt, wordt gevolgd door een politiewagen. Als zo een bestuurder wordt aangehouden, krijgt die vaak een boete die gebaseerd is op de gemiddelde snelheidsovertreding. Het is dus zeer wel mogelijk dat iemand bij dat voorval 175 km/uur als piek heeft gereden en slechts beboet wordt voor zijn gemiddelde snelheid van bijvoorbeeld 150 km/uur.
Rijdt daarentegen iemand op de snelweg 180 en word hij geflitst, dan vindt er
geen correctie naar gemiddelde snelheid plaats. Men ontvangt in dat geval een boete voor de gemeten snelheid van 180 km/uur. Hoe kan dat?
Pieksnelheid of gemiddelde snelheid
Zoals gezegd, de videowagen meet de snelheid over een langer traject en dat kan ingeval van snelheidsovertreding leiden tot een boete op basis van óf de
pieksnelheid (de hoogste snelheid op enig moment gereden) óf de
gemiddelde snelheid. Dat wordt van geval tot geval beoordeeld, maar in de regel laat het kontroleteam dat afhangen van het weggedrag van de overtreder. Vanzelfsprekend gaat men daarbij uiterst zorgvuldig te werk, want baseert men zich op de pieksnelheid, dan bestaat er grotere kans dat de betrokkene
meer dan 50 km/uur te hard reed. En dat leidt tot
invordering van het rijbewijs.
Lagere boete bij gemiddelde snelheid
In de regel baseert de politie zich bij snelheidsmeting vanuit een videowagen op de gemiddelde snelheid en is men dus beter af dan iemand die geflitst is. Weliswaar is dat dus in het voordeel van de bestuurder, maar die moet er bij een dergelijke wijze van snelheidsmeting wél rekening mee houden dat hij wordt aangehouden en op zijn rijgedrag zal worden aangesproken.
Overigens zijn de diverse methoden van
snelheidsmeting allemaal
wettelijk goedgekeurd en worden deze door zowel Openbaar Ministerie als de rechterlijke macht als zodanig erkend. Niet altijd zijn de verschillende methoden goed met mekaar te vergelijken, en dat geldt evenzeer voor de consequenties ervan.
Wettelijke correctie
Bij alle snelheidsovertredingen wordt overigens een wettelijke correctie van enkele kilometers toegepast. De correctietabel ziet er als volgt uit:
Van | t/m | Correctie |
0 | 100 | 3 km |
101 | 130 | 4 km |
131 | 165 | 5 km |
166 | 200 | 6 km |
201 | 230 | 7 km |
Kleinere flitsmarge vanaf 2012
Vanaf 2012 zal op 130 kilometerwegen een kleiner flitsmarge van kracht zijn. Automobilisten kunnen als gevolg daarvan sneller een boete verwachten omdat die al wordt opgelegd bij een gemeten snelheid van 136 kilometer in plaats van bij 139 kilometer zoals dat tot dusver wordt toegepast. Op de overige wegen blijft overigens de nu geldende ondergrens gewoon van toepassing.
Klassieke uitvluchten bij snelheidscontroles
Als verkeersdeelnemers geflitst of gelaserd worden omdat ze te snel rijden, hebben ze vaak typische, grappige (en niet altijd even ernstig gemeende) uitvluchten. Enkele voorbeelden:
- "Ik dacht dat het strijkijzer thuis nog ingestoken was en ik wilde snel controleren of als alles nog in orde was om brand te voorkomen."
- "Ik dacht dat ik gevolgd werd. Daarom ben ik sneller gaan rijden om zo de achtervolgers af te schudden"
- "Ik heb het bord van de bebouwde kom niet gezien. Bij hoge snelheid is dat ook erg moeilijk te lezen."
- "Ik had kramp in mijn rechtervoet en kreeg die even niet van het gaspedaal."
- "Ik reed waarschijnlijk te snel omdat ik even geen goed zicht had en mijn bril recht moest zetten!"
- "Mijn voet zat klem. Ik moest het gaspedaal kort stevig indrukken, zodat ik weer kon remmen. Anders waren er waarschijnlijk ongelukken gebeurd."
- "Mijn vrouw is zojuist in het ziekenhuis opgenomen. De dokter zei dat het iets ernstigs was en ik wilde meteen naar haar toe."
- "Ik voelde me misselijk en moest sneller rijden omdat ik bij het eerstvolgende wegrestaurant naar het toilet wilde gaan."