De geschiedenis van het Rotterdamse vervoer
Rotterdam heeft een lange intressante geschiedenis waar het de ontwikkeling van het vervoer in en rondom de stad betreft.
Periode voor 1900
Op 31 mei 1874 reed de eerste locomotief met de naam Rotterdam met 6 wagons het tijdelijke station Delfts poort binnen. Er was veel verzet geweest tegen de “gevaarlijke” locomotief. Maar uiteindelijk werd het een belangrijke dag, de opening van het traject Rotterdam-Den haag. Het station was tijdelijk, omdat het bestuur van de polder Cool bang was, dat het nieuw te bouwen station hoger kwam te liggen dan het polderland en het windrecht van de watermolens zou aantasten. Na veel onderhandelingen kwam het station er uiteindelijk toch. De aansluiting Amsterdam-Rotterdam liet nog 22 jaar op zich wachten. Ook de paarden tram kreeg Rotterdam pas na eindeloze debatten. In 1878 werd ook de Rotterdamse Tramweg Maatschappij (RTM) opgericht. De eerste ritten kosten een dubbeltje en gingen van de Crooswijks kade naar de Beurs. Op 9 april 1880 volgde de stoomtram. Na een aantal ernstige ongelukken, werd de stoomtram die “moordenaar” werd genoemd in Rotterdam-Noord weer vervangen door de paardentram. In Zuid ging het anders, daar kwam het tramverkeer vanaf het station Rosestraat al in 1898 goed op gang.
In de tweede helft van de negentiende eeuw kwam in het spoorwegverkeer aarzelend op gang. Als iemand uit het zuiden kwam en zijn reis in de richting Gouda wenste voort te zetten, was gedwongen om van Station Delftse Poort of Beurs naar het Maasstation te gaan. De rijtuigen waren voorzien van een imperiaal, waarop de heren plachten plaats te nemen, terwijl de dames hun plaats in het rijtuig zochten.
Van 1900 tot 1945
Over het water had Rotterdam in die tijd al veel verbindingen. Namen als Haagscheveer herinneren aan de aanlegpunten van de beurtschepen. Later kwamen er diensten met luxe stoomboten op Culemborg en Doetinchem. De RTM opende met het stoomtramnet aansluitende bootdiensten over de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden. Rotterdam was ook laat met de komst van de elektrische tram. In Den Haag, Amsterdam en Haarlem reden ze al een hele tijd. Pas op 19 september 1904 ging de eerste elektrische tram van nieuwe Rotterdamse Elektrische Tramweg Maatschappij rijden, dat was lijn 1 van de Honingerdijk naar Het Park. In de lucht was Rotterdam er wel snel bij. Waalhaven was in 1920 het eerste commerciële vliegveld in de wereld.
In 1906 vroeg de Rotterdamse Omnibus Maatschappij toerstemming aan de gemeenteraad om de paarde-autobussen te vervangen door motorbussen. Dat waren dubbeldekkers met een open bovendek, met plaats voor 16 personen en beneden konden 20 passagiers zitten. De dienstregeling liep slecht, wat de Maatschappij voor Algemeen Vervoer de bijnaam Morgen Avond Verder bezorgde. Na een garagebrand in 1907 gaf de MAV het op. Daarna kwam de Tuindorp-autobus, die bleek een lawaaierige ramp en werd in 1921 van de weg gehaald. Het duurde nog tot 1929 toen de gemeente de RET oprichtte en alles vervoer in handen nam. En in 1933 met dieselmotoren ging rijden, de crisis maakte echter dat er weinig passagiers waren, het lijnennet werd ingekrompen en personeel op wachtgeld gezet. In oorlogstijd zaten de trams overvol, zo vol dat de conducteur niet bij het afrijdsignaal kom komen. Dan riep hij tegen de passagier “trek eens effetjes” sommigen deden dat uit zichzelf. Door gebrek aan stroom, had Rotterdam in de hongerwinter helemaal geen openbaar vervoer.
Na 1945
Na de bevrijding kwamen ook de door de Duitsers gevorderde trams en bussen terug en ging alles weer rijden. De naoorlogse economische vooruitgang veroorzaakte een groei van het goederenvervoer, zowel over de weg als per spoor. En het zwaar beschadigde vliegveld Waalhaven werd vervangen Dus kwamen de plannen voor een vliegveld in de polder Zestienhoven weer naar voren. Het duurde nog tot 1956 voordat de Luchthaven Rotterdam werd geopend. Rotterdam had wel Helipoort gekregen, een helikopter vliegveldje bij de Hofdijk. De Sabena hield hier vandaan tot oktober 1966 een dienseen dienst op Brussel.
Ook het openbaar vervoer over water nam na de oorlog een enorme vlucht.
De moderne tijd
Moderne ontwikkelingen zijn de watertaxi, de waterbus en vanaf de RM Campus de Aqualiner, als directe verbinding met de stad.
De klassieke Watertaxi’s pendelen op en neer tussen Hotel New York en de Leuvehaven en de Veerhaven. Je hoeft niet te reserveren, de wachttijd bedraagt hoogstens tien minuten. Maastaxi´s varen tussen diverse opstappunten in Rotterdam en de regio. Voor een dagje uit in de regio van Rotterdam kun je ook de Waterbus nemen. Deze vaart tussen Rotterdam(Willemskade) en de Drechtsteden. Het is mogelijk om gratis een fiets mee te nemen. Prijzen: afhankelijk van de lengte van de reis. Op 9 februari 1968 om kwart over 10 reed de eerste metro van Centraal Station naar het Zuidplein. Dat was nodig, want door de groei van Rotterdam-Zuid deden de bussen in de spits veel te lang om door de Maastunnel of over de bruggen te komen. In de jaren daarop kreeg Rotterdam steeds meer metroverbindingen.
© 2012 - 2024 Cc01, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Het openbaar vervoer in RomeBinnen een grote stad als Rome is het handig je met het openbaar vervoer te verplaatsen. Wanneer je nog nooit in Rome be…
Reizen met openbaar vervoerEr zijn verschillende manieren van openbaar vervoer. Dit kan wat verwarring opleveren. Vandaar dit artikel. In dit artik…
Bronnen en referenties
- Gemeentearchief Rotterdam