Het verhaal van de Titanic
De Titanic was in 1912 het grootste schip van de wereld. De bouwers zelden dat het niet kon zinken. Toch verging het beroemdste schip uit de geschiedenis op zijn eerste reis...
Een varend wonder
Het was 10 april 1912. Honderden mensen stonden te zwaaien op een kade in Southampton, Engeland. Ze zwaaiden naar de Titanic, die aan zijn eerste zeereis begon. Maar waarom was juist dit schip zo bijzonder? Om te beginnen was de Titanic op dat moment het grootste schip ter wereld. Het was 269 meter lang en werd een "varend wonder" genoemd. Het zou nooit kunnen zinken, zeiden de bouwers. Maar dat was niet het enige. De Titanic was ook een drijvend paleis. Het was een van de eerste schepen met een zwembad aan boord. Veel rijke mensen voeren mee. Die hadden een hut op een van de bovendekken. De lagere dekken waren voor armere passagiers en de bemanning. Het begin van de reis naar New York was één groot feest. Passagiers noemden het een historische gebeurtenis. En dat was het ook.
Gevaar
In het begin liep alles op rolletjes. Op 14 april voer de Titanic midden op de Atlantische Oceaan. Het was mooi weer en 's avonds fonkelden duizenden sterren aan de hemel. Even voor middernacht zag een matroos iets donkers in de zee. Hij kon het niet goed zien, maar wist dat het een ijsberg moest zijn. De matroos sloeg direct alarm: "IJsberg recht vooruit!" De stuurman reageerde meteen en probeerde het schip langs de ijsberg te loodsen. Maar het was al te laat. De zijkant van het schip schuurde langs de ijsberg. Eerst leek er niet veel aan de hand. Maar het schip liep al snel vol water omdat er een enorme scheur in de romp zat. Er was geen redden meer aan. De bemanning wist dat het schip zou zinken.
Nachtmerrie
Eerst verdween de voorkant van het schip langzaam onder water. De achterkant stak een heel eind de lucht in. Binnen een paar uur zou het hele schip in zee verdwijnen. De kapitein schoot vuurpijlen af om te laten weten dat de Titanic in nood verkeerde. Een schip in de buurt zag de vuurpijlen, maar dacht dat er tijdens een feestje vuurwerk werd afgestoken. Het voer gewoon door. Intussen probeerde de bemanning van de Titanic iedereen te redden. Veel mensen renden in paniek hun hut uit. Op het hoofddek speelde een orkestje om de mensen te kalmeren. De bemanning hielp zoveel mogelijk mensen in reddingsboten. Vrouwen en kinderen eerst. Maar er waren niet genoeg reddingsboten aan boord, en door de paniek bleven sommige boten half leeg. Toen de laatste reddingsboot in het water lag, waren er nog vijftienhonderd mensen aan boord van de zinkende Titanic. Kort na twee uur 's nachts klonk er een enorme knal. De Titanic was doormidden gebroken. Veel mensen sprongen in het ijskoude water. Twintig minuten tater verdween de Titanic in de golven en zonk naar de bodem, bijna vier kilometer diep. Ruim 73 jaar nadat het schip gezonken was, gingen duikers met steun van National Geographic op zoek naar het wrak van de Titanic.
Jongensdroom
Wetenschapper Robert Ballard was als jongetje al dol op scheepswrakken. Hij verslond boeken over de Titanic en droomde ervan op zoek te gaan naar het wrak. Robert werd diepzee-onderzoeker. In de Atlantische Oceaan ontdekte hij reuzenwormen. Maar de Titanic vinden bleef zijn grote droom. Dat leek onmogelijk. Er zou weinig of niets meer van het schip over zijn. En iedereen was het erover eens dat de Titanic veel te diep lag om erbij te kunnen komen. Maar Robert zette door. In 1985 voer hij met een Franse collega naar de plek waar de Titanic gezonken was. Met moderne apparatuur zochten ze nielicenilang de zee bodem af. Zonder iets te vinden… Een van de moderne apparaten was de Argo. Een onbemande duikboot die foto- en video-opnames maakte van de zeebodem.
Gevonden
Op 1 september werd Robert Baltard midden in de nacht wakker gemaakt. De Argo had een stoomke-tel gevonden. Die moest van de Titanic zijn! In de dagen daarna vond de Argo nog meer stukken van de Titanic. De onderzoeker kon zijn ogen bijna niet geloven. De voorkant van het enorme schip stak diep in de modder op de zeebodem. Er lage ook spullen van passagiers, zoal! koffers en schoenen. Het leek net een onderwater-museum. Robert had op dat moment geen tijd meer om het wrak verder te onderzoeken. Maar hij zou snel teruggaan.
Schrikken
En Robert Ballard ging snel terug. In 1986 daalde hij zelf in een kleine onderzeeboot af naar de Titanic. Hij stuurde diepzeerobot Jason Junior (JJ) op pad om het wrak van-binnen te bekijken. JJ had een foto- en videocamera bij zich. De robot kroop in de Titanic en filmde de sportzaal, stoelen, schalen en heel veel andere dingen. Robert liet bij het wrak een gedenkplaat achter voor de mensen die bij de ramp waren omgekomen. Hij nam niets mee naar boven. Alles moest achterblijven zoals hij het had gevonden. In juni 2004 ging de onderzoeker nog één keer terug om te zien hoe het schip erbij lag. Hij schrok ervan. Er zaten grote gaten in het dek en veel spullen waren weggehaald. Borden, lampen, een beeld en zelfs hele stukken van het schip zelf waren gestolen!
Bewaken en bewaren
Robert vond het heel erg dat spullen van de Titanic waren meegenomen. Hij noemde het een vorm van grafschennis; alsof je iemands graf expres vernielt. Het schip moest met rust gelaten worden. De wetenschapper stelde voor om camera's neer te zetten bij het wrak. Dan kon iedereen de Titanic zien, en niemand zou ooit vergeten wat er in 1912 is gebeurd.
© 2012 - 2024 Psveindhoven, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Is de Titanic echt gezonken?De meeste mensen kennen het verhaal van de Titanic wel, het luxe cruiseschip dat in 1912 zonk na een aanvaring met een i…
Titanic Belfast museumWie een bezoek brengt aan de stad Belfast in Noord-Ierland kan er bijna niet omheen: het Titanic Belfast museum, gebouwd…
Werkboot de multicatEen multicat is een kleine werkboot waarop hele diverse werkzaamheden worden uitgevoerd over de hele wereld en maar wein…
Bronnen en referenties