De historie van Kia
Het Zuid-Koreaanse Kia bouwt nog niet zo heel lang auto's maar heeft in het eerste decennium van de 21e eeuw een grote groei doorgemaakt. Samen met moederconcern Hyundai is Kia van een prijsvechter uitgegroeid tot een volumemerk met een eigen identiteit.
De naam Kia.
De naam van het Koreaanse Kia heeft een betekenis, het is namelijk een samentrekking van de woorden “Ki” en “A” en tezamen betekent dit vrij vertaald: “opkomend uit Azië.” Kia zag het levenslicht in 1944 als bouwer van (onderdelen voor) fietsen en motorfietsen. Via enkele omwegen, zoals via lichte vrachtwagens, kwam het merk uiteindelijk uit op het bouwen van personenauto’s in 1973. Lange tijd bouwde Kia auto’s voor de thuismarkt maar begin jaren ’90 maakte het merk ook de overstap naar Europa en de VS.
De eerste Kia in Europa.
De eerste Kia op de Europese markt was de kleine Pride. De Pride was voortgekomen dankzij de samenwerking met Ford, dat in de jaren ’80 en ’90 eigenaar was van Kia. De Pride was dan ook eigenlijk niets meer en niets minder dan een Koreaanse Mazda 121, die op zijn beurt weer een kopie was van de Ford Fiësta.
Hyundai nieuwe eigenaar.
Met modellen als de Clarus (middenklasser, vanaf 1996), Sephia en Shuma (vanaf 1993, compacte middenklasser) en Sportage (SUV, vanaf 1995) profileerde Kia zich vooral als value-for-money-prijsvechter die voor aantrekkelijke prijzen alternatieven voor populaire Europese en Japanse modellen aanbood. Door de Aziatische beurscrisis raakte het voortbestaan van Kia echter ernstig in gevaar en in 1997 ging het merk failliet. Ford deed een poging om het merk opnieuw te kopen maar de grote landgenoot van Kia, Hyundai, bracht een hoger bod uit en verkreeg een meerderheidsaandeel.
Midden jaren '90: value for money maar geen denderende verkoopcijfers. /
Bron: Ilya p, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Groei van de Koreanen.
Onder de vleugels van Hyundai ging Kia grotendeels op dezelfde voet verder. Eind jaren ’90 en begin jaren ’00 was ook Hyundai een prijsvechter. Kia leunde sterk op Hyundai-techniek en hoewel de vormgeving van beide merken wel verschillend was, leken beide Zuid-Koreaanse producten toch erg veel op elkaar. Hyundai maakte aan het begin van de 21e eeuw een sterke groei door, iets waar ook Kia van mee zou profiteren. De in 2002 en 2004 verschenen Sorento en Sportage zetten Kia in Europa definitief op de kaart. Beide SUV’s werden erg populair. De Sportage werd al in 1994 geïntroduceerd maar pas deze in 2004 gelanceerde versie sloeg echt aan.
Kia krijgt eigen identiteit.
In de zoektocht naar een eigen identiteit wilden Hyundai en Kia zich weliswaar niet losmaken van elkaar, maar er werd wel besloten dat de merken meer een eigen identiteit moesten gaan uistralen. In 2006 werd hoofdontwerper Peter Schryer aangetrokken. Schryer had een solide reputatie opgebouwd, ondermeer met het ontwerpen van de veelgeprezen Audi TT. De erfenis die hij meekreeg bij Kia was geen verkeerde: met diverse modellen telde Kia al serieus mee, zoals de compacte Picanto, de eerder genoemde Sorento en Sportage en in mindere mate de Magentis en Rio. Een grote stap werd gezet met de introductie van de Cee’d reeks.
Hoewel technisch nog nauw verwant met Hyundai, kregen de modellen van Hyundai en Kia meer een eigen identiteit. Waar Hyundai vooral zakelijk en representatief voor de dag kwam, richtte Kia haar pijlen meer op een jonger publiek. Recentelijk geïntroduceerde modellen als de Soul (2009), nieuwe Sorento (2010), nieuwe Sportage (2010) en Venga (2010) zijn hier voorbeelden van.
Er mag dus worden geconcludeerd dat Kia onder de vleugels van Hyundai heeft meegelift op het succes van het moederbedrijf maar tevens een eigen identiteit heeft weten te ontwikkelen. Daarnaast is de algemene consensus dus Kia vanaf de komst van Schryer aanzienlijk aan uitstraling maar ook aan kwaliteit heeft gewonnen waardoor het nu wereldwijd een grote en goed vertegenwoordigde autobouwer is geworden.