Begeleiding van exceptionele transporten

Begeleiding door particuliere begeleiders van exceptionele transporten over het Nederlandse wegennet, met speciale ontheffing en speciaal hiervoor uitgeruste begeleidingsvoertuigen. De veiligheid van de medeweggebruikers staat bij de begeleiders op de eerste plaats. De begeleider is tevens landelijk bevoegd verkeersregelaar.

Exceptionele transportbegeleiding

Herkenbaarheid

Ongetwijfeld heeft het gros van de Nederlandse automobilisten wel eens een vrachtauto zien rijden met daarop een speciale vracht. In de meeste gevallen rijdt of rijden er dan gele voertuigen mee met zwaailichten, dit zijn begeleidingsvoertuigen. Het kan zijn dat deze vracht extreem breed, hoog of lang is. Danwel een combinatie van deze drie. Het kan ook voorkomen dat je een vrachtauto ziet die voor je gevoel helemaal geen van deze zaken vervoert maar dan zie je toch dat er zwaailichten in werking zijn en er 1 of 2 begeleidingsvoertuigen meerijden. Het betreffende transport zal dan waarschijnlijk erg zwaar zijn, d.w.z. meer dan 80 ton.

Opleiding

Om deze transporten te mogen begeleiden heb je een gedegen opleiding nodig. De exceptioneel particuliere begeleider
(EPB-er) heeft een leeftijd van minimaal 24 jaar en moet beschikken over een rijbewijs CE, een chauffeursdiploma (tegenwoordig een vermelding code 95 op het rijbewijs) en het certificaat EPB. De opleiding EPB bestaat uit 5 dagen theorie en 5 dagen praktijk oefening, aansluitend volgt dan een 1/2 dagdeel praktijkexamen waarin ook een examen verkeersregelaar is opgenomen. Tijdens het praktijkexamen toont de toekomstig begeleider dat hij voldoende verkeersinzicht heeft om het transport op een veilige manier door het verkeer te loodsen en dat hij in staat is om de overige weggebruikers op een veilige manier langs het transport te begeleiden. Het examen wordt afgenomen door leden van het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD), dit is tevens de toezichthouder van de transportbegeleiders.

Taak van de begeleider

Dit mag misschien vreemd in de oren klinken, maar de begeleider is er niet voor het transport maar voor de overige weggebruikers, dus de veiligheid van de overige weggebruikers en een goede doorstroming van het verkeer is de taak waarmee de begeleider zich tijdens het transport bezighoud.

Uitrusting voertuig en begeleider

Om deze taak goed te kunnen uitvoeren is het voertuig voorzien van een voorgeschreven kleur geel (Ral 2002 of 2004) en heeft aan de voor - en achterzijde retroreflecterende bestikkering rood/wit. Aan de beide zijden van het voertuig zijn zogenaamde chevronpijlen aangebracht ook deze dienen te zijn uitgevoerd in retroreflecterend materiaal. Verder dienen er op het dak zwaailampen of zwaaibalk te zijn gemonteerd die oranje licht uitstralen. Zowel voor als achter dient ook een traffic advisor te zijn gemonteerd voorzien van verschillende (knipper)patronen. In het voertuig dient communicatie apparatuur aanwezig te zijn waarmee contact gehouden kan worden met de chauffeur van het transport. Een mobiele telefoon is ook een onderdeel van de standaard uitrusting. Een Mag-Lite met oranje kegel, 10 verkeerskegels, een rolmaat van 8 meter, een meetlint van 30 meter, een hoogtemeter en een brandblusser behoren ook tot de standaard uitrusting van het voertuig. Zowel aan de voor- en achterzijde van het voertuig dient tevens de tekst Convoi Exceptionnel zichtbaar te zijn in zwart, op een oranje ondergrond. De transportbegeleider dient tijdens de begeleiding een jas of hesje te dragen met daarop de tekst verkeersregelaar in retroreflecterend materiaal uitgevoerd.

Aanvraag en afgifte van ontheffing

Voordat een exceptioneel transport kan gaan rijden dient er een ontheffing te worden aangevraagd, deze wordt aangevraagd bij het TET (Toelating Exceptioneel Transport) dit is een onderdeel van het RDW (rijksdienst voor het wegverkeer). Het TET bepaalt aan de hand van de afmeting en gewicht van de lading en samenstelling van het voertuig (hoeveel assen, maximale asdruk, hoogte, lengte en breedte) welke voorgeschreven route het transport dient te volgen, van deze route mag onder geen beding worden afgeweken. De transportbegeleider draagt er zorg voor dat het transport ook daadwerkelijk de voorgeschreven route volgt.

Rechten en plichten van de begeleider

Gedurende het transport zorgt de begeleider er voor dat het overige verkeer tijdig wordt gewaarschuwd dat er een exceptioneel transport nadert en zet zonodig het overige verkeer stil zodat er geen onveilige situaties ontstaan. Tijdens het transport mag de begeleider afwijken van de geldende verkeersregels indien dit voor een vlotte doorstroming van het verkeer noodzakelijk is, te denken valt hierbij aan het rijden tegen het verkeer in, rijden over fiets- en voetpaden of het overige verkeer op een kruispunt met verkeerslichten in alle richtingen stil te zetten. De begeleider is tevens de enige die rijdend op het onderliggende wegennet (provinciale en gemeentelijke wegen) vanuit een rijdend voertuig aanwijzingen mag geven, denk hierbij aan een stopteken of een teken dat je zoveel mogelijk rechts moet houden. Op kruispunten zal ook de begeleider uit moeten stappen om het verkeer aanwijzingen te geven, deze aanwijzingen dienen door alle weggebruikers te worden opgevolgd. De begeleider is tijdens het transport ook landelijk bevoegd verkeersregelaar echter alleen tijdens het transport, wil de begeleider tijdens bijvoorbeeld wegwerkzaamheden als verkeersregelaar optreden dan zal hij hiervoor een apart examen moeten afleggen.

Begrip tonen

Je ziet dat er nogal wat bij komt kijken om een exceptioneel transport veilig door het verkeer te loodsen, dus mocht je zo'n geel busje tegenkomen met oranje zwaailicht realiseer je dan dat deze mannen niet voor niets meerijden en probeer in ieder geval wat begrip te tonen en geduld op te brengen. Des te meer begrip van de zijde van de overige weggebruikers des te sneller het transport voorbij is en jij je weg weer kan vervolgen.