De geschiedenis van de Opel GT
Het eerste model Opel GT wordt door velen gezien als het Europese antwoord op de Chevrolet Corvette, wat ook niet raar is gezien het sterk gelijkende uiterlijk. Hoewel de auto sterke gelijkenissen met de Corvette vertoond qua uiterlijk, is het een totaal andere auto met een eigen schare trouwe verzamelaars.
Ontstaan van de Opel GT
In 1965 werd de eerste
Opel GT voor het eerst gepresenteerd in Parijs en Frankfurt als een bewijs van het kunnen van de designafdeling van Opel. De auto had toen al in grote lijnen dezelfde vormen als de latere definitieve Opel GT, doch de vierkante koplampen van deze versie uit 1965 zijn gelukkig vervangen door de latere ronde versies. Ook werden de stoelen achterin in de definitieve Opel GT weggelaten. Als ultieme designfeature zou de definitieve versie de kenmerkende ronde kantelende koplampen hebben, die zodra zo omgeklapt werden automatisch aangingen. Dit was de eerste keer dat dit zo werd toegepast in een auto: Jaguar zou dit later ook nog een keer gebruiken in een van hun eigen modellen.
Gezien de goede reacties die de designstudie kreeg op de autoshows werd besloten het model in productie te nemen, waarbij het gebaseerd werd op de reeds bestaande
Opel Kadett B om geld te sparen. In deze vorm zou de auto uiteindelijk in september 1958 op de markt komen. De klant kon bij de introductie kiezen uit twee verschillende motoren: de standaard
1100 motor, of de optionele
1900 motor. De
1.1L motor bood indertijd een vermogen van 67pk, wat een top van 157km/h mogelijk maakte. Met een
1.9L motor was dit 102pk met een topsnelheid van zo’n 185km/h. De Amerikaanse variant van de 1.9L GT moest het vanwege milieu-eisen met minder pk doen: slechts 83pk konden eruit gehaald worden. De meeste kopers kozen overigens voor de laatste motor, die in tegenstelling tot de 1100 nog wel redelijke prestaties leverde.
Levensloop
De eerste paar honderd GT’s werden nog met de hand gemaakt, iets waar snel mee gestopt werd. De carrosserieën werden ook later niet bij Opel zelf gemaakt, maar hier werden toeleveranciers voor ingeschakeld, die de geproduceerde en geverfde carrosserieën bij Opel afleverde, waar men de auto verder afbouwde.
In 1970 stopte Opel met de productie van de weinig populaire 1100 versie en verving dit goedkopere model met een nieuw alternatief: de
GT/J. Deze had wel de 1900 motor, maar moest bezuinigen met een simpeler interieur en grote zwarte bumpers aan de buitenkant, in plaats van de mooie chromen bumpers van de duurdere versie. Het grootste gedeelte van deze GT/J’s ging overigens naar Amerika, waar de auto in twee verschillende soorten geel, oranje of blauw geleverd kon worden.
In 1973 zou Opel uiteindelijk stoppen met de productie van de Opel GT. Dit in verband met een samenloop van een aantal zaken. Ten eerste werden de toeleveranciers voor de carrosserie overgekocht door Renault, ten tweede was het model weer toe aan een nieuwe dure modernisatie in verband met het oud aandoende uiterlijk en de Amerikaanse milieu-eisen werden steeds strenger. Er werd nog wel een prototype van een nieuwe Opel GT ontworpen, de GT2, maar deze zou nooit in productie komen. In 1970 waren er ook nog twee zogenaamde
Aero’s gemaakt, deze Aero was een targa-versie van de Opel GT. Uiteindelijk zouden er in totaal nog geen 3.600 GT 1100’s gemaakt worden, en nog geen 11.000 GT/J’s. Het grootste gedeelte van het totaal van 103.500 gebouwde Opel GT’s bestond uit GT 1900’s.
Nieuwe Opel GT
In 2007 kwam Opel met een nieuwe Opel GT op de proppen als de opvolger van de
Opel Speedster. Deze auto werd in de VS gebouwd in dezelfde fabriek en op hetzelfde platform als de
Saturn Sky en de
Pontiac Solstice. Hierdoor kon er worden bespaard op de ontwikkelingskosten van de auto. Hoewel de twee broertjes van deze nieuwe GT uit verschillende motoren konden kiezen, was er voor deze nieuwe GT slechts één optie: een 2.0L motor die de auto een topsnelheid gaf van 229km/h met 260pk aan vermogen. In totaal zouden er van deze auto slechts zo’n 7.500 geproduceerd worden, in 2009 stopte de productie al in verband met het opheffen van de merknamen Saturn en Pontiac.
Occasions
Hoewel tegenwoordig jammer genoeg een hoop GT's versleuteld en verbouwd zijn, zijn er nog steeds mooie originele exemplaren te vinden voor een acceptabele prijs. Een goed gerestaureerde 1900 is al te vinden voor rond de 10.000 euro, een GT/J gaat voor veel minder weg (ondanks de lagere productieaantallen). Het laatste model GT van 2007 tot 2009 is nu te vinden voor zo'n 25.000 euro.